01 mei '17

De verkoper van angst

2760
door Joris Hintjens
Joris Hintjens was vijftien jaar journalist. Daarna elf jaar ontwikkelaar van windenergieprojecten. Nu bekwaamt hij zich in de digitale cartografie. Voor RandKrant schrijft hij afwisselend met Dirk Volckaerts, Fatima Ualgasi en Tom Serkeyn de column mijngedacht.

Het was zo’n zonnige lentedag. Zo’n zonnige dag dat elk weldenkend mens wel eens zin krijgt in een karton mango’s of een pallet aardbeiprimeurs uit Spanje. Dus pak ik de bus op weg naar de Zuidstatie, ik doe daar mijn ding, vind wat ik zoek. Maar ik ga er snel over, want vandaag wil ik jou, geliefde lezer, iets anders vertellen.

Ik loop, met een ondertussen zware boodschappentas vol met mango’s, langs kramen met legummen en fruit en textiel en keukenspullen en wat weet ik nog allemaal. ’t Is ondertussen tegen sluitingsuur, en de marktkramers hebben al een deel van hun spullen terug in oude kisten gestoken, als ik, onder de spoorwegbrug, achter een steunpilaar, een man kleine kartonnen dozen zie inladen in een stootkar.

Hij ziet er bleekjes uit, met een lange zwarte jas, en lang zwart haar dat stijl over zijn schouders hangt. Ik zie zijn laatste klant vertrekken, met een doosje in zijn hand. De klant heeft een mooi pak aan, blinkende dure schoenen, goed verzorgde huid.

De marktkramer vertrekt, langzaam met zijn stootkar door de menigte laverend. Ik kijk naar de lege plek waar zonet nog zijn kraam stond. Er liggen kleine dozen op de grond, met kleine, handgeschreven labels op. Ik slaag er niet in ze te lezen van waar ik sta. 

Ik wandel verder en zie de stootkar staan voor de deur van een café. Ik stap naar binnen en zet me aan de tafel naast de man. ‘En, goed verkocht vandaag?’, vraag ik. Hij lacht vriendelijk, duidelijk blij dat iemand hem aanspreekt. ‘De zaken draaien goed.’

‘En kunt ge daar mee leven? Dat ge de mensen leugens en halve waarheden verkoopt?’

‘Wat verkoopt ge in die doosjes?’
‘Dat gaat ge niet begrijpen’, zegt hij ontwijkend. Ik dring aan: ‘Probeer eens.’
‘Angst’, zegt de man, duidelijk wachtend op mijn reactie, maar ik laat me niet uit mijn lood slaan.

‘En hebt ge dat in verschillende smaken?’, vraag ik half spottend.
‘Moslims verkoopt goed tegenwoordig. Terrorisme ook.’ 

‘Hoe komt ge daar toe, om verkoper van angst te worden?’
Nu komt de man pas echt goed los. Hij vertelt dat het al eeuwen een familiezaak is. Hoe zijn voorvaderen op de markt stonden met angst voor de dood en voor God, voor honger en oorlog. Hoe zijn grootvader fortuin maakte met angst voor de Joden en hoe zijn vader leefde van de verkoop van angst voor de communisten en De Bom.

‘'t Is al eeuwen hetzelfde verhaal. Het volk heeft dat nodig, en de mensen aan de macht gebruiken het om aan de macht te kunnen blijven. Het blijft verkopen, al eeuwen lang, ook al zijn er modeverschijnselen. Het komt erop aan als verkoper op tijd in te schatten wat er goed verkoopt. Na de val van de muur in Berlijn heb ik veel moeten wegsmijten. Spijtig. Maar ’t is gelijk ik zeg: de mensen hebben altijd iets nodig om bang van te zijn, dus er kwam vlug iets nieuw in de mode: Arabieren, moslims, terrorisme, zelfs hoofddoeken begot, maar ook smeltende ijskappen en e-nummers.’

‘En aan wie verkoopt ge dat?’
‘Vooral aan politiekers en soms drukkingsgroepen. Die komen standpunten kopen, persverklaringen, wetsvoorstellen, zogenaamde historische inzichten, soms ook alternatieve feiten. Tegenwoordig ook veel facebookcommentaren. Ik verkoop ook vaak aan journalisten. Kant en klare artikels met niet-verifieerbare feiten en bewust foute interpretaties. Dat doet hun gazetten goed verkopen.’

Dus eigenlijk verkoop ge media-advies aan al die machtswellustelingen?’
‘Meestal wel, maar ik verkoop ook steeds meer zaaigoed. Een pak zaadjes, per pond. Dan kunnen ze zelf angst zaaien waar ze die hebben willen, op gerichte plekken. Vaak rond vluchtelingenkampen en aan grensposten.’

‘En kunt ge daar mee leven? Dat ge de mensen leugens en halve waarheden verkoopt?’ Hij drinkt zijn glas leeg, laat een spottend lachje horen, knipoogt vriendelijk, staat op en gaat de deur uit. Buiten neemt hij zijn stootkar in de hand en wandelt weg. Ik meen even een flard van zwavellucht te ruiken.

REAGEREN

Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.