01 sep '16

Heel de wereld kan meekijken

10161
door Sofie Van den Bergh
De Plantentuin in Meise beschikt over een fantastisch herbarium. Tot nu toe zat het wat opgeborgen in schuiven en kasten. Met het grootschalige DOE!-project zal weldra een groot deel van de enorme collectie beschikbaar zijn voor de rest van de wereld.

Sofie De Smedt, projectleider van DOE! (Digitale Ontsluiting Erfgoedcollecties), geeft mij een rondleiding in ‘het schip’, het gebouw dat het herbarium herbergt. Onze eerste stop: de lopende band of het pronkstuk van het project dat ongeveer 700 planten per dag fotografeert (van de 1,2 miljoen die deel uitmaken van DOE!) om ze dan op het scherm te vereeuwigen.

De band wordt bemand door twee mensen die alle planten op de band leggen en controleren of de momentopnames geslaagd zijn, terwijl een derde persoon de specimens oppikt en ze weer afzet aan het herbarium. Het is in dat herbarium dat een kleine ploeg het werk sinds vorig jaar geduldig voorbereid. In vijf van de zeven zalen, die samen het herbarium vormen, zitten de kasten boordevol specimens die meedingen naar een plaats in de eeuwigheid. Weldra zullen de professionele, maar ook de liefhebbende plantenwereld, hiervan de vruchten kunnen plukken.

De Smedt stelt me voor aan enkele medewerkers en studenten die er geduldig de minidata van de planten verzamelen. ‘Een cruciale voorbereiding waarbij de specimens voorzien worden van een barcode, gekeken wordt of alles intact is en enkele basisgegevens gelinkt worden aan een unieke code.’

SORTEREN: VAN POST NAAR PLANTEN

‘Vier en een half jaar geleden zette ik voor het eerst een voet in het herbarium en begon ik er als technicus’, vertelt medewerkster Alice Verschuren. Voordien werkte ze als postbode in Brussel. Na 23 jaar trouwe dienst hing ze haar postzak aan de haak en zocht ze de rust van de Plantentuin op.

‘Op een bepaald moment studeerde ik fotografie en toen kwam ik vaak naar hier om te oefenen. Toen het mij ter oren kwam dat er examens werden uitgeschreven voor herbariummedewerker ben ik meteen beginnen studeren. Ik heb sowieso interesse voor planten en eindigde bij de vier laatste geselecteerden. Et voilà, vier en een half jaar later sta ik hier nog. Vandaag maak ik deel uit van het DOE!-project en beheer ik mee de zaal waar we daarstraks waren.’

OP  SCHATTENJACHT

‘Ik heb eigenlijk altijd al een wauw-gevoel gehad bij de Plantentuin en dat is alleen maar toegenomen. Je bent hier met materiaal bezig van rond 1900 en dat doet wel iets met een mens. Soms lees je op kalligrafisch vormgegeven etiketten woorden als expeditie, dan bedenk je je wel eens hoe het er toen aan toe moet zijn gegaan. Als je geluk hebt en je trekt een kast open dan overvalt je bijvoorbeeld ineens de geur van pepers, ook al zijn die al zo oud’, vertelt Verschuren.

‘In het herbarium werken we met een hechte ploeg, zeker nu we allemaal samen kunnen meewerken aan het grootste project uit onze carrière.’

Ook voor De Smedt, die intussen twaalf jaar in de Plantentuin werkt, blijft het werk in het herbarium een ontdekkingstocht. ‘Je bent eigenlijk voortdurend op schattenjacht. Dat wordt met DOE! nog maar eens duidelijk nu elk specimen door de handen gaat van één van onze medewerkers.’ Het is alsof je een reis doorheen de tijd maakt.

herbarium ons komen vergezellen. ‘In het herbarium werken we met een hechte ploeg, zeker nu we allemaal samen kunnen meewerken aan het grootste project uit onze carrière.’ Ik vraag Verschuren of ze het leven als postbode niet mist. ‘In het begin had ik het moeilijk om mij aan te passen aan een baan die zich vooral binnen afspeelt, maar een wandeling door de Plantentuin tijdens mijn pauzes maakt veel goed. Na vier en een half jaar merk ik zelfs dat ik daar stilaan minder nood aan heb. Ik ben gewoon dankbaar dat ik in zo’n mooie omgeving mag werken.’ 

MOOIE WERKPLEK

Intussen is ook Ann Bogaerts, curator van het herbarium ons komen vergezellen. ‘In het herbarium werken we met een hechte ploeg, zeker nu we allemaal samen kunnen meewerken aan het grootste project uit onze carrière.’

Ik vraag Verschuren of ze het leven als postbode niet mist. ‘In het begin had ik het moeilijk om mij aan te passen aan een baan die zich vooral binnen afspeelt, maar een wandeling door de Plantentuin tijdens mijn pauzes maakt veel goed. Na vier en een half jaar merk ik zelfs dat ik daar stilaan minder nood aan heb. Ik ben gewoon dankbaar dat ik in zo’n mooie omgeving mag werken.’