01 apr '22

Van tranen parels maken

8677
door Nathalie Dirix
Van tranen parels maken. Dat doen de doorleefde stemmen van Guido Belcanto en Naima Joris. Ze brengen ons troost en een stukje levenskunst. Wat is hun geheim waarmee ze ons verdriet verzachten?

Wat is jullie bijgebleven uit jullie kindertijd?

Belcanto: ’Mijn ouders hadden een café, naast de kerk. Daardoor genoot ik een katholieke en tegelijk liederlijke opvoeding. Mijn eerste muzikale impressie was het geluid van de kerkklokken. Ze maakten een diepe indruk. Als ik vandaag het geluid van klokken hoor, vlieg ik terug naar mijn kindertijd.’

Joris: ‘Ik herinner me nog hoe mijn vader me meenam naar zijn optredens. Ik vond het leuk om achter het podium te spelen en het publiek van achter het gordijn aan het lachen te brengen. Van mijn moeder herinner ik me vooral hoe zij de muziek heel luid kon zetten wanneer ze poetste. Tussendoor danste ze dan met mij. Poetsen heb ik nooit vervelend gevonden.’

Belcanto: ‘Een ander beeld dat mij is bijgebleven, is mijn grootvader op zijn sterfbed. Ik was vijf en het was de eerste keer dat ik een dode mens zag. De eeuwige rust die hij uitstraalde, vond ik mooi. Hij lag thuis opgebaard. Omringd met bloemen. De gevel van het huis was versierd met zwart baldakijn. Het leek een soort tempel. Ik zie de rij mensen op straat aanschuiven. Ze wilden een laatste groet brengen aan hun schoolhoofd. Onder begeleiding van de fanfare werd hij naar het kerkhof gebracht.’

Joris: ‘Het doet me denken aan mijn jongere zus die in 2018 overleden is. Tot het einde bleef ze grappig. Ze is echt gegaan op een manier om U tegen te zeggen. Tijdens dat afscheidsproces ben ik haar als mijn grotere zus gaan beschouwen. Ik heb veel bewondering voor haar. Ik hoop dat ik met dezelfde kracht zal kunnen gaan wanneer het mijn beurt is. Een dierbare vredig zien sterven, is een geschenk.’

Nochtans wordt het leven vaak voorgesteld als een groot geschenk.

Joris: ‘Mijn ervaring is dat we als mens in een wrede wereld worden gesmeten. Kijk naar de natuur. Bij de dieren kan het er echt hard aan toegaan om te overleven. Je moet sterk zijn om stand te houden. Goed voor jezelf zorgen, daar begint het mee. Ik heb het dan over zaken die heel basic zijn, zoals gezond eten en drinken.’

Belcanto: ‘Inderdaad, je moet goed voor jezelf zorgen. En vooral niet denken dat iemand anders je gelukkig zal maken. Je moet dat zelf doen. Ik probeer mezelf graag te zien. De ene dag lukt dat beter dan de andere. Gelukkig kan ik goed alleen zijn. En slaag ik er meestal in genoeg aan mezelf te hebben.’

Joris: ‘Voor mij ligt dat moeilijker. Ik ben een zorgend type. Ik zie de mens veel meer als een interafhankelijk wezen dan als een onafhankelijk wezen. Voor iemand kunnen zorgen, is dat niet de basis voor geluk?’

Door te zingen zorg je op een bepaalde manier toch ook voor de andere? De muziek die jullie brengen, is voor veel mensen helend.

Joris: ‘Ik denk dat die gedachte nog meer tot me moet doordringen. Mijn leven als soloartieste is vrij pril.’

Belcanto: ‘Bij mij heeft het een tijdje geduurd vooraleer ik dat besefte, maar toen ik het begreep, heb ik er veel eigenwaarde uit kunnen putten. Vandaag weet ik hoe betekenisvol mijn liedjes voor sommige mensen kunnen zijn. Het geeft me het gevoel dat ik iets waardevols doe.’

Een zanger moet trachten de pijn te verzachten, is de titel van een van je cd’s. Het klinkt haast als een roeping om verlossing te brengen?

Belcanto: ‘Vind je het geen mooie titel? Ik beschouw hem als mijn artistiek credo, mijn mission statement, de reden van mijn bestaan.’

Joris: ‘Tijdens de korte periode dat ik verpleegkunde studeerde, kwam ik in contact met wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat muziek het genezingsproces kan versnellen. Belangrijk is wel dat het rustige muziek is die de luisteraar graag hoort. Alleszins, het verlaagt de stress bij de patiënt. Vroeger dacht ik dat mijn droevige muziek mensen alleen maar droeviger zou maken.’

Belcanto: ‘Zo werkt dat niet. Mensen voelen zich door die muziek net minder alleen. Doordat je je verdriet met hen deelt, voelen ze zich begrepen. Dat is de troostende kracht van muziek. Na mijn concerten komen mensen me vaak bedanken en zeggen ze: Nu kan ik er weer tegen.

Welke zangers of zangeressen kunnen jullie troosten?

Belcanto: ‘Dat zijn er veel. Maar als ik iemand moet noemen, dan ga ik voor de Franse zanger Renaud. Als ik hem hoor zingen, voelt het alsof hij rechtstreeks tot mij spreekt. Ik heb ooit een liedje van hem gebracht: Manu. Het gaat over een man die zijn vriend met liefdesverdriet troost. Heel mooi. Zijn concert enkele jaren geleden in Vorst Nationaal bracht me aan het huilen. Het was de laatste keer dat ik geweend heb.’

Joris: ‘Bij mij gebeuren zo’n ontdekkingen meestal toevallig. Het voelt alsof er plots een geschenk uit de hemel komt vallen. Onlangs had ik het met L’enfer van Stromae. Ik zat aan tafel bij mijn tante, ze liet mij het nummer horen en ik heb het meteen meerdere keren achter elkaar beluisterd. Knap hoe hij op het einde van het nummer aantoont hoe een innerlijk gevecht en eenzaamheid tot zelfmoordgedachten kunnen leiden. Het nummer heeft me doen beseffen dat wanhoop een gast is die je eigenlijk per ongeluk zelf binnenlaat. Dat inzicht gaf me de hoop en de wil om door te gaan. Het doet me zeggen dat liedjes levens kunnen redden. Hemelse troost vind ik bij de contratenor Andreas Scholl wanneer hij Mass in B minor Agnus Dei van Bach zingt, ga ik geloven dat er engelen bestaan. Die muziek spreekt mijn diepste zijn aan. De tragedie van het leven wordt er prachtig in weergegeven. Het is een smeekbede. Hij zingt letterlijk: Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt, ontferm U over ons. Geef ons de vrede.’

Belcanto: ‘Ja, prachtig. Het is een engelenstem. Als je die muziek hoort, kan je je beter met dit bestaan verzoenen. Mooi woord ook: erbarmen. Dat ga ik noteren.’

Naima, in een van je nummers zing je over de dood en zeg je Once you’re there. Wat wil je daarmee zeggen?

Joris: ‘Vier jaar geleden verloor ik mijn zus. Ze had kanker. De laatste drie weken van haar leven was ik dag en nacht bij haar. Het was de mooiste ervaring van mijn leven. Ik heb geprobeerd om haar bij te staan, om de overgang naar de eeuwige velden te maken. Tot en voorbij het einde sprak ik met haar. Zo van: ça va? Vind je de weg daar een beetje? Lukt het om de oversteek te maken? Zelf vond ze het een bevrijdende gedachte dat ze op weg was naar haar moeder die 19 jaar geleden na een auto-ongeluk in coma geraakte en zes maanden later het leven liet.’

Geloof jij in reïncarnatie?

Joris: ‘Tijdens die laatste tragische maanden van mijn stiefmoeder ben ik in contact gekomen met het boeddhisme. Sindsdien ben ik in verschillende geloofsovertuigingen en levensbeschouwingen geïnteresseerd. Er zijn heel wat concepten waarin ik me kan vinden. Eén ding weet ik echter zeker: de dood is een verlossing.’

Belcanto: ‘Ik ben niet bang van de dood, ik hoop alleen dat ik zonder pijn kan vertrekken. Ik wil vooral dankbaar heengaan. Tot het einde met dank blijven kijken naar wat het leven heeft gegeven.’

Joris: ‘Ja, tot op het einde dankbaar blijven. Want ook al is het leven een strijd, ik blijf het tegelijkertijd wondermooi vinden. Al was het maar om ’s ochtends de vogeltjes te zien die aan mijn vetbolletjes komen eten.’

De eindigheid van het leven. Hebben jullie het daar moeilijk mee? Of zien jullie eerder oneindigheid?

Belcanto: ‘Of mijn muziek de tijd zal trotseren? Ik ben daar niet mee bezig. Als ik er niet meer ben, zal ik het trouwens niet weten. Als er iets van mijn ziel overblijft, zal het via mijn drie zonen zijn.’

Joris: ‘Ik hoop stiekem dat ik na mijn dood een engel word die mensen wat troost kan brengen. Mijn engelenvleugels heb ik trouwens al besteld bij iemand die theaterkostuums maakt.’ (lacht)

Jullie stemmen klinken doorleefd alsof jullie al heel wat meegemaakt hebben. Is dat het geheim van jullie overtuigingskracht?

Belcanto: ‘Je kan mensen alleen maar raken als je zelf ooit geraakt, gekwetst of mismeesterd bent geweest. Als je zelf nooit miserie hebt gekend, kan je moeilijk verdriet vertolken.'

Joris: ‘Een stem liegt niet. Zoals je aan een gezicht de ware intentie kan afleiden, zo kan je dat ook aan de trillingen van een stem. Sommige mensen kunnen perfect zingen en toch mis je iets. Anderen hebben dan weer geen perfecte stem, maar weten wel gevoelens over te brengen.’

Belcanto: ‘En daar gaat het om. Technische perfectie vind ik compleet oninteressant. Het communiceren van echte gevoelens des te meer.’

Welke stemmen kunnen jullie beroeren?

Belcanto: ‘Ik hou van oude blueszangers, zoals Son House. Ik val ook voor vrouwenstemmen zoals die van de zwarte gospel- en blueszangeres Odetta.’

Joris: ‘Ken je het nummer The Last Kind Words van Geeshie Wiley? Die stem blijft door mijn hoofd spoken. Dat nummer zou gaan over een vrouw die haar man, die haar mishandelde, vermoordt en dan een relatie met een vrouw begint.’

Belcanto: ‘Ken jij de Mexicaanse zangeres Chavela Vargas? Ze heeft nog een relatie gehad met Frida Kahlo. Zal ik eens een lied van haar laten horen?’ (Belcanto laat het nummer Luz de luna van Chavela Vargas horen).

Joris: ‘Ik kijk uit naar de dag dat ik ook zo’n oudere, kapotte stem heb.’

Belcanto: ‘Rook je?’

Joris: ‘Ik ben ermee gestopt.’

Belcanto: ‘Terug beginnen.’ (lacht)

BELCANTO: ‘Het is dwaas om altijd gelukkig te willen zijn, maar tot het einde wil ik met dank blijven kijken naar wat het leven heeft gegeven.’

Welke belangrijke levensles hebben jullie geleerd?

Belcanto: ‘Dat het dwaas is om altijd gelukkig te willen zijn. Als ik iets heb geleerd, dan is het om geen rekening te houden met wat ons voorgehouden wordt en nooit iets zomaar aan te nemen. Dat ik meer op mijn buikgevoel moet vertrouwen.’

Joris: ‘Stilaan begin ik te beseffen dat wat wantrouwiger in het leven staan misschien niet zo slecht is.’

Wat stoort jullie het meest in onze huidige samenleving?

Joris: ‘Ik mis empathie. Het maakt me triestig. Het ego wordt zo gepromoot. Het lijkt wel of je een eikel moet zijn om in deze ratrace te overleven. Het brengt me tot het liedje Cold Hard World van Daniel Johnston, dat ik coverde. Hij beschrijft de harde wereld aan de hand van kleine voorbeelden: blikjes die op straat blijven rondslingeren, de bibliothecaresse die hem niet ziet staan, mensen die contact weren en op zichzelf gericht zijn, …'

Belcanto: ‘Ik noem het graag het verdwijnen van de verbroedering. Ik heb nog de tijd gekend dat we samen op café gingen, samen dronken werden en muziek in onze band speelden zonder dat we bezig waren met carrière maken of heel de tijd op het schermpje van onze mobilofoon zaten te staren.’

Joris: ‘Jullie stonden dus buiten de wetten van de muziekindustrie? Eerlijk: met die industrie heb ik het moeilijk. Ik heb mijn eerste plaat uitgebracht, maar die is niet ontstaan vanuit commerciële doeleinden. Het is een hommage aan mijn overleden zus. Om zo van tranen parels te maken.’

Belcanto: ‘Een plaat die een hoger doel heeft dan geld maken. Prachtig. Van tranen parels maken, Chavela Vargas doet dat ook.

JORIS: ‘Ik mis empathie. Het maakt me triestig. Het ego wordt zo gepromoot. Het lijkt wel of je een eikel moet zijn om in deze ratrace te overleven.’

In een van je nummers zing je Rozen op de mesthoop van het leven. Jij blijft dus ook in het tranendal positief naar het leven kijken?

Belcanto: ‘Ik ben geen optimist, maar ook geen pessimist. Ik hoop dat ik kan blijven dromen. Gelukkig kan ik betoverd blijven. Een droom heb ik alvast waargemaakt: een huis met een ligbad. Het staat in de Pyreneeën op zo’n duizend meter hoogte. Ik verbleef er tijdens de eerste lockdown. Daar kan ik de wereld vergeten. Ik koester er mijn zelfgekozen eenzaamheid.’

Joris: ‘Mijn droom is dat we ooit een wereld kunnen realiseren waarin je niet voor alles hoeft te betalen. Waarin sommige nutsvoorzieningen gratis beschikbaar zijn. Waarin je eigenwaarde niet van je punten of maatschappelijke positie en bezittingen afhangt. Een wereld waarin iedereen een basisinkomen heeft.’

Belcanto: ‘De rijken die alleen maar rijker worden en de armen die nog meer moeten knokken. Als je over ongelijkheid begint na te denken, word je neerslachtig.’

Waarin vinden jullie schoonheid?

Belcanto: ‘In de natuur. Tijdens mijn laatste wandeling zag ik twee hertjes de weg over springen. Een dier in het wild maakt me zo gelukkig. In Frankrijk woon ik nog meer dan hier in de natuur. Je hebt daar nog een berenpopulatie. Dat is mijn laatste wens: een beer ontmoeten. En ik zou ook nog graag veel fietsen in de bergen. Het geeft me het gevoel dat ik naar de hemel fiets.’

Joris: ‘Een koffie drinken midden in de bergen geeft mij een euforisch gevoel. Die bergen stralen zoveel kracht uit. Ze hebben iets stabiels. Zij lopen niet van je weg. (lacht) Ze maken mij gelukkig. De zee, de sterrenhemel en de bossen kunnen dat ook. Tot nu toe waren mijn gelukkigste momenten wanneer ik alleen met mezelf in de natuur verbleef. Daar voel ik me vrij.’

Belcanto: ‘Daar besef je dat de mens niet de maatstaf der dingen is.’

Joris: ‘En dat het leven een mysterie is.'

 

Guido Belcanto

  • Werd geboren als Guido August Constancia Versmissen
  • Vlaamse zanger die bekend staat omwille van zijn authentieke vertolking van het levenslied
  • Bekende liedjes zijn onder meer: Plastic rozen verwelken niet en Toverdrank
  • Bracht in 2019 de cd Een zanger moet trachten de pijn te verzachten uit
  • In oktober 2021 verscheen zijn album In de kronkels van mijn geest
  • Heeft een passie voor het wielrennen


Naima Joris

  • Zong haar eerste nummer op haar 27e
  • Werkte eerst als backing vocal bij onder meer Isbells en Raymond van het Groenewoud
  • Was later gastzangeres bij haar vader, de bekende jazzmuzikant Chris Joris
  • Evolueerde met de jaren tot leadzangeres
  • Brak door tijdens de coronacrisis met een reeks quarantainecovers die viraal gingen
  • Bracht kort daarna haar eerste album uit met rouwliederen opgedragen aan haar overleden zus