Kerkhof Dieweg ★★★★☆
Troeven
- Een onvoorstelbare mix van grafstijlen
- Veel verrassende, verwilderde natuur van een rotsachtig milieu; elk seizoen heeft zijn specialiteiten
- Rust en stilte
- Makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer
Wat die natuurlijke begraafplaatsen betreft spant Engeland ongetwijfeld de Europese kroon. Het is ongelooflijk wat je daar terugvindt aan natuurlijke begraafplaatsen, een mens zou er zo een teraardebestelling willen reserveren. Je zou denken: eens een saaie stenen begraafplaats altijd een saaie stenen begraafplaats, maar dat klopt niet.
Om dat met eigen ogen te bekijken, zak je best af naar het oude, al lang uit gebruik genomen kerkhof aan de Dieweg 95 in Ukkel. Tussen 1867, toen een zware cholera-epidemie woedde, en 1927 kregen daar meer dan 53.000 mensen hun laatste rustplaats. Later kregen er ook nog slechts twee bekende doden hun laatste rustplaats, onder wie striptekenaar Hergé in 1983. Jammer dat diens graf helemaal niet spoort met de stijl van de omgeving, maar passons.
Belevenis
Hoe dan ook: een bezoek aan dit drie hectare grote kerkhof is een belevenis. Zoveel vervallen zerken heb je gegarandeerd nog nooit samen gezien. Je komt er alle denkbare stijlen tegen, en het Joodse kerkhof vormt een bijzondere entiteit die een heel aparte sfeer uitstraalt.
Een goede raad: neem je tijd om alle wandelgangen van het dambordpatroon te doorkruisen, want je vindt overal wel iets speciaals of kenmerkends. Bedenk dat de zerken intussen zo ver zijn verweerd dat ze dienst doen als vervanger van oude rotsformaties. Dat kan je goed zien aan de begroeiing en aan de aanwezige insecten en andere ongewervelden.
Verwilderde natuur
Tijdens ons bezoek omstreeks half september was er grote bedrijvigheid van wilde bijen, zweefvliegen en vlinders. Er stonden nog heel wat planten in bloei, terwijl de vele klimopsoorten er net waren aan begonnen. Putje werkweek was het er kalm, maar een wandelaar wist te vertellen dat er op mooie weekends heel wat begankenis is.
Veel grafonderhoud komt er niet meer aan te pas, maar als stil wandelgebied zal dit stadsgroen je zeker bekoren. Met extra aandacht voor de verwilderde natuur heb je nog een bijkomende troef om hier elk seizoen eens te passeren.
Dit kerkhof toont met verve hoe je een intens versteend gebied kan laten evolueren naar een speciale, groene oase waar veel soorten hun weg vinden. De soortenrijkdom gaat dan wel achteruit, maar er valt nog zoveel te zien.
De redenen van die achteruitgang kan je zo waarnemen: achterstallig beheer bevoordeelt de ruigtesoorten zoals guldenroede en klimop, en die verdringen de al of niet frêle fijnproevers als echt duizendguldenkruid en rapunzelklokje.
Dat proces heeft een weerslag op de aanwezigheid van insecten, want die zien hun voedsel- en waardplantaanbod verschralen. Dat is dan in het voordeel van de soorten die met alle soorten bloemen tevreden zijn; zeg maar de generalisten.
Verrassende bezoekers
Als je de soortenlijsten van pakweg dertig jaar geleden vergelijkt met die van vandaag blijft nog minder dan de helft over. Een meer gericht beheer is intussen aan de orde, wat een nieuwe soortenvermeerdering in de hand moet werken.
De gemeenschappelijke inspanningen van de gemeente Ukkel en Leefmilieu Brussel werpen traag maar gestaag hun vruchten af. Hierbij noemen we enkele voorbeelden van aanwezige soorten die je er niet zou verwachten. Hou er wel rekening mee dat die gezien zijn in september 2025. Op andere momenten van het jaar zijn ze er misschien niet meer of fleuren andere soorten de plek op.
Twee soorten die je zeker het jaar rond ziet, of minstens hun sporen, zijn de vos en de torenvalk. Vind je een hol van de eerste? En zie je de tweede bidden boven de Joodse begraafplaats, of gewoon overvliegen? Daar vloog trouwens ook een icarusblauwtje, een van onze dappere dagvlinders die in 2025 een goed jaar kende. Een andere soort die het veel beter deed dan in voorgaande jaren was de klimop(zijde)bij.
De wijfjes halen stuifmeel van deze wintergroene struik om aan hun larven te voeden, en de mannetjes vlogen volop rond de nesten waar de wijfjes hun eerste vlucht maakten. Wat een schouwspel! Ook de blauwe glazenmaker, een grote libellensoort, was de hele tijd op jacht in de halfschaduw van het kerkhof.
Opgelet: we moeten vermelden dat het verboden is om foto’s te maken. Dat wordt duidelijk kenbaar gemaakt aan de ingang van het kerkhof. De reden hiervoor is niet echt duidelijk, maar als iemand van het personeel je ziet fotograferen, mag je een uitbrander verwachten.