01 feb '20

Veel te weinig
huisartsen

11288
door Bart Claes
De 19 gemeenten in de Rand tellen samen 255 huisartsen. Dat zouden er 119 meer moeten zijn om de Vlaamse minimumnorm te halen. Die ligt op 9 huisartsen per 10.000 inwoners. Bovendien staan veel oudere artsen op het punt met pensioen te gaan, wat het probleem nog nijpender maakt.

Het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid duidde voor de periode juni 2019 - december 2020 de ‘huisartsarme’ gemeenten aan. Dat zijn gemeenten die de norm van 9 huisartsen per 10.000 inwoners niet halen. Artsen die zich in deze gemeenten vestigen, krijgen een aanmoedigingspremie van 20.000 euro. De Rand valt daar bijna integraal onder, alleen Linkebeek haalt de norm. Vilvoorde zou 40 huisartsen moeten tellen, maar komt amper op 21. Sint-Genesius-Rode telt 9 huisartsen, geen 17. Wemmel 7 in plaats van 15. Drogenbos telt zelfs geen enkele Nederlandstalige huisarts. Hoe komt dat?

‘Het tekort aan huisartsen beperkt zich niet tot de Rand, maar is een probleem in heel het land’, zegt Liesbeth Devreker, coördinator van de Artsenkring Zennevallei. De kring omvat de gemeenten Halle, Beersel, Pepingen, Sint-Pieters-Leeuw, Linkebeek, Drogenbos en Sint-Genesius-Rode. ‘Studenten geneeskunde kiezen vaker voor een specialisatie en niet voor een carrière als huisarts. De financiële kant speelt daarbij allicht een rol. Daardoor studeren er niet zoveel huisartsen af, al lijkt daar nu wel verandering in te komen.’

Tweetalige uithoek

‘In de Rand vormt de tweetaligheid een extra drempel voor jonge huisartsen. Al merk ik nu bij onze huisartsen in opleiding dat ze die tweetaligheid net als een verrijking zien. Onze ligging is ook niet ideaal. We zien dat veel jonge huisartsen ervoor kiezen om zich te vestigen in de gemeenten rond Leuven, niet ver van de plaats waar ze studeerden. Onze artsenkring ligt in een uithoek.’

Hetzelfde verhaal klinkt bij de Huisartsenvereniging Noordrand. Die verenigt de huisartsen van Grimbergen, Vilvoorde, Machelen, Meise, Wemmel, Kampenhout en Zemst. Coördinator Anja Van Nuffel verwacht dat het probleem de volgende jaren nog groter wordt. ‘Veel huisartsen gaan de volgende vijf jaren met pensioen. We hebben de oefening gemaakt, het gaat om ongeveer 30% van het totaal aantal huisartsen in onze kring. Vilvoorde telt vandaag 21 huisartsen, maar over vijf jaar zijn er dat nog amper 12. Als er geen nieuwe instroom is tenminste. In Wemmel zouden er nog maar 4 zijn, in plaats van 15 die nodig zijn. Dan wordt het probleem wel erg nijpend.’

Numerus clausus

Er zijn dus meer huisartsen nodig. Maar het aantal studenten geneeskunde aan onze universiteiten wordt beperkt om de kwaliteit van de opleiding te garanderen. Moet deze numerus clausus dan op de schop? ‘Het aantal studenten opdrijven dat tot de opleiding wordt toegelaten, is misschien één van de mogelijke oplossingen. Al zijn er ook artsen die daar niet voor te vinden zijn’, legt Anja Van Nuffel uit. ‘Een andere oplossing is het beter spreiden van de nieuwe huisartsenpraktijken, zodat niet alle jonge artsen voor een praktijk in de buurt van Leuven kiezen. Meer groepspraktijken vormen ook een deel van de oplossing. De oude garde artsen werkte bij wijze van spreken dag en nacht. Jonge huisartsen willen afgelijnde werkuren zodat ze werk en privé beter kunnen scheiden. Dat is beter te regelen in een groepspraktijk.’

Groepspraktijken

Dat merkt ook coördinator Liesbeth Devreker in huisartsenkring Zennevallei. ‘Vroeger had je vooral mannelijke artsen, vandaag zijn het vaak jonge vrouwen met een gezin. Zij bewaken de grens tussen privé en werk, wat absoluut noodzakelijk is.’

‘Maar op die manier maken die groepspraktijken het tekort ook groter’, stelt woordvoerder Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid. ‘Door de vergrijzing zijn er nogal wat oudere artsen die hun solopraktijk stopzetten. Die wordt dan niet altijd verdergezet door een nieuwe arts’, zegt hij. ‘Dit betekent echter nog niet dat er in al die gemeentes een reëel tekort aan huisartsen is of dat dat eventuele tekort toeneemt. We houden bijvoorbeeld geen rekening met hoeveel artsen er fulltime of parttime werken, hoeveel patiënten ze aannemen of wat de zorgnoden zijn in een bepaalde regio. Het aantal huisartsen in Vlaanderen stijgt trouwens gestaag. In 2016 waren er 8.621 erkende huisartsen, in 2018 waren er dat 9.267.’

Patiëntenstops en burn-out

Hoe dan ook, de gevolgen van het tekort zijn te voelen bij de artsen. Huisarts Wilfried Geeraerts uit Vilvoorde schetst de werkdruk. ‘Als een collega ziek is of met vakantie is de druk van patienten die een vervanger zoeken meteen voelbaar. De woon- en zorgcentra vragen ons om patiënten die niet uit onze gemeente komen op te volgen omdat de eigen huisarts de grotere verplaatsing niet meer doet. Dat is heel moeilijk om erbij te nemen. En dan heb je nog de patiënt zelf. Die is vandaag veeleisender geworden. Alles moet instant gebeuren, de consultatie moet in hun tijdsschema passen, ze komen niet opdagen door files… Dat maakt ons werkschema moeilijker en de druk verhoogt.’

Liesbeth Devreker, huisartsenkring Zennevallei: ‘Jammer genoeg valt er daardoor af en toe een huisarts weg wegens een burn-out. Gelukkig zijn we een heel collegiale regio waar de huisartsen elkaar helpen en inspringen voor elkaar.’

Meer ondersteuning nodig

Huisarts Wilfried Geeraerts pleit voor meer ondersteuning van de huisartsen vanuit de Vlaamse overheid om de druk te helpen verlichten. ‘Een administratieve of verpleegkundige ondersteuning kan mogelijk een aantal problemen verhelpen. Dat zou pasklaar aangeboden moeten worden, want de energie ontbreekt vaak om dat zelf te doen.’

Volgens Joris Moonens van het Agentschap Zorg en Gezondheid is die ondersteuning er al. ‘Er bestaat ondersteuning voor de administratie voor de individuele huisarts via het impulsfonds. Naast de 20.000 euro die een arts krijgt als hij zich in een huisartsarme gemeente vestigt, kan hij ook een tegemoetkoming krijgen voor een onthaal en administratief bediende of een medisch telesecretariaat. Ook huisartsenkringen krijgen werkingsmiddelen van de Vlaamse overheid.’

En wat doet Vlaanderen om geneeskundestudenten te overhalen om voor een carrière als huisarts te kiezen? ‘Om de zorgberoepen te promoten, doen we de campagne ‘Ik ga ervoor’. Daarin richten we ons vooral op de nog grotere knelpuntberoepen van verpleegkundige en zorgkundige. Wel is er een Vlaamse planningscommissie in de maak, die quota zal opleggen voor specialisaties van artsen. Met andere woorden, er wordt dus een maximumaantal opgelegd voor het aantal studenten die voor een bepaalde specialisatie kiezen. Dat kan de minder populaire specialisaties zoals huisarts of geriatrie een duwtje in de rug geven.’

De aanmoedigingspremie van 20.000 euro helpt trouwens het tekort in de Rand niet op te lossen. In heel Vlaanderen zijn er 227 huisartsarme gemeenten. De premie geldt dus bijna overal.