01 sep '21

Van Gillebeek
naar Kesterbeek

2464
door Herman Dierickx
In de lagere school leerden we ons land beter kennen aan de hand van grote rivieren, beken en valleien. Maar zeg nu zelf: wist jij tijdens de laatste overstromingen nog waar de Vesder ligt? Wij gaan in de Rand op ontdekking naar beken en valleien, en zien wat de toestand is.

De Rand telt een groot aantal beekvalleien. Sommige zijn tot een kilometer lang, andere ettelijke tientallen. De winterdijken kunnen dan weer enkele kilometers uit elkaar liggen. De Kesterbeek in Grimbergen en Zemst is 6 km lang, aan de monding nabij de Zenne vier meter breed en heeft een winterbed tot 2 km breed.

In de helft van de 16e eeuw startten in Grimbergen graafwerken voor wat nu het Zeekanaal is. Daardoor werd de oorspronkelijke beek doorgesneden. Dat is de reden waarom je in de Gerselarendries geen bron(nen) vindt. Het stroomopwaartse deel in Grimbergen is de Gillebeek. Het afwaartse deel ligt nog even op Grimbergen. Verder richting Zemst heet ze de Kesterbeek. Het gaat om een open riool waar de huizen en kmogebouwen afvalwater in lozen. Zuivering is aan de orde, maar laat op zich wachten.

Vijf jaar droog

In Zemst stroomt de Kesterbeek door landbouwgebied, in open ruimte van het uitgeklede type. Hagen en houtkanten zijn grotendeels verdwenen, en met de voorbije droge jaren is er onvoldoende water. Droogstanden van meer dan acht maanden per jaar zijn geen uitzondering. 2021 was de eerste keer in vijf jaar dat er in juli nog water in de beek stond. De Kesterbeek blijft kwetsbaar voor droogte. Weinig afstromend regenwater door droogte betekent weinig water in de beek. Ter hoogte van de Haverenblok/Heusstraat komt er een tweede arm bij, met een brongebied(je) één kilometer oostwaarts. De kwelwerking is beperkt, de beek valt regelmatig droog. Zware mestvervuiling zorgt voor problemen. Sanering is een must, maar het komt er voorlopig niet van. De schaarse stengels van de grote valeriaan en de grote wederik zijn de laatste der Mohikanen uit een bloemrijk verleden, die binnen een paar jaar ook zullen verdwijnen door verruiging.

Verder stroomafwaarts ligt een mooi natuurlijk overstromingsgebied van een hectare groot. Van op de Heusstraat zie je een oase van populier en wilg. Ter plaatse gaat het om een prachtige waterpartij met verdronken bomen die uitgroeien tot stevige monumenten. Onlangs nam een bever er zijn intrek. Deze locatie verdient alle bescherming en zelfs uitbreiding, het is een echt pareltje.

Weinig ruimte

Dan stroomt de Kesterbeek door bewoond gebied, maar ze krijgt weinig ruimte. Hier en daar ligt een verwaarloosd perceel met ondoordringbaar wilgenstruweel, elders grenzen kortgeknipte tuinen aan de oevers. Het biedt een wat saai traject, er zijn veel verbeteringen mogelijk. Ecologische tuinen zouden een goed begin zijn, natuurlijke oevers zouden voor meer leven kunnen zorgen.

Ter hoogte van de Schaliënhofstraat loopt de beek tussen oude en nieuwe bewoning, met aan de Bosstraat een eerste zuiveringsstation van Aquafin. Het gezuiverde water loopt door weidecomplexen die een natuurmozaïek vormen. Natuurlijke graslanden wisselen af met overbemeste en besproeide weiden. Zal het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) , dat hier onlangs grond aankocht, verbetering brengen voor mens en natuur?

Opnieuw krijgt de beek af te rekenen met bemestings- en pesticidenproblemen, al stroomt ze door een aantrekkelijk landschap van akkers en graslanden. Gezonde landbouw is goed voor dit leefgebied, maar met de intensieve bedrijfsvoering blijft er voor mens en natuur te weinig over om zich duurzaam te handhaven.

Overbemesting blijft een probleem

Iets verderop, aan de Kapelsestraat, ligt al een volgend zuiveringsstation, grenzend aan een tweede prachtig overstromingsgebied. Overbemesting vormt alweer een prangend probleem. Vorig jaar dreven er vele honderden dode vissen op het water. De mest van paarden, varkens en schapen vervuilt dusdanig dat dringende sanering nodig is. Want ook het overstromingsgebied deelt in de klappen: het water is troebel en zit vol algen. Sanering en een natuurlijke inrichting kunnen wonderen doen. Besprekingen hierover met de bevoegde instanties zijn aan de gang. Enkele honderden meters verder ligt het zuiveringsstation van de Grote Parijsstraat, dat mooi werk levert. Maar ook hier krijgt de gezuiverde waterloop meteen te maken met ernstige bemestings- en pesticidenproblemen en daar kan dat station niets aan veranderen.

Tussen hier en de monding waren tot de jaren 1990 nog schitterende houtkanten en hagen aanwezig, maar die zijn nu allemaal verdwenen. Grootschalige ruiming met zware machines eisen hun tol en zorgen voor een kaal landschap in een al bij al mooie regio met veel wandelaars.

Nabij de monding ligt de Eglegemvijver, en dat is meteen het natuurlijkste deel van de vallei. Het is een echt wandelgebied waar mensen rustig verpozen. De uitloop in de Leibeek ligt verscholen in ruige vegetatie, maar het gebied heeft een grote recreatieve waarde. Ook deze waterpartij is intussen het leefgebied van de bever. De vallei van de Kesterbeek staat model voor vele andere valleigebieden in Vlaanderen: van alles wat, veel bedreigingen, maar minstens even veel troeven.