01 mrt '22

Vreugde vinden
in droevige momenten

6293
door Nathalie Dirix
Vreugde vinden in droevige momenten. Een illusie? Niet als je naar de drijfveren van Peter Piot en Geert Meyfroidt luistert. Twee mannen met een levensmissie: zieke mensen beter maken.

Hoe zijn jullie op het punt beland waar jullie vandaag staan?

Piot: ‘In mijn leven is er veel gebeurd dat niet was gepland. Ik ben opgegroeid in Keerbergen, in de tijd dat er witlof en asperges werden geteeld en er nog geen golfterrein was aangelegd. Ik vertoefde graag in de bossen, de ideale plek om micro-organismen in het water te onderzoeken. In die tijd was dat zowat het spannendste wat er in Keerbergen te beleven viel. Ik wist dan ook op heel jonge leeftijd dat ik er weg wou. Ik ben ingenieurswetenschappen gaan studeren aan de universiteit in Gent. Hoewel ik goed was in wiskunde, miste ik de link met de mens. Ik ben dan overgestapt naar geneeskunde en heb me later gespecialiseerd in infectieziekten. Een studiekeuze die mijn prof afraadde. Volgens hem koos ik voor een richting zonder toekomst. (lacht) Door zijn raad niet te volgen, zou ik later in het Tropisch Instituut en als ebola-onderzoeker en aidsdokter in Afrika terechtkomen. Het werd de basis voor mijn internationale loopbaan.’

Meyfroidt: ‘Zo gaat het vaak. Een samenloop van toevalligheden die bepalen hoe je leven loopt. Een beetje vergelijkbaar met wat ik tijdens de COVID-crisis meemaakte. Toen de pandemie uitbrak, was ik voorzitter van de Belgische Intensieve Geneeskunde. Uit onze contacten met China en Italië wisten wij vanaf het prille begin dat de bottleneck op intensieve dé grote uitdaging van de gezondheidscrisis zou vormen. Zo ben ik deel gaan uitmaken van het Hospital and Transport Surge Capacity Committee (HTSC) van de federale overheid om de capaciteit in de ziekenhuizen en op de intensive care-afdelingen te plannen. Het was eerder toevallig dat ik die rol heb gespeeld. Het had evenzeer gekund dat een andere intensivist op de voorgrond was getreden. Het voorzitterschap van de Belgische Intensieve Geneeskunde duurt slechts twee jaar. Het toeval wou dat ik in februari 2020 voorzitter was.’

Kan je toelichten wat een intensivist precies doet?

Meyfroidt: ‘Mensen met kritisch orgaanfalen komen bij ons terecht. Mochten ze niet op de intensieve afdeling liggen, dan zouden ze sterven. Met aangepaste machines en medicatie houden we ze in leven en behandelen we ze. Als intensivist heb je een vrij goed zicht op het algemeen functioneren van het hele menselijke lichaam. Wordt het echt complex, dan doen we een beroep op een specialist. Op dat vlak spelen we in Gasthuisberg in de Champions League. Voor elk orgaan hebben we een topspecialist in huis.’

Piot: ‘Als viroloog wil je je ook focussen op het hele lichaam, want een virus infecteert niet één specifiek orgaan. De besmetting heeft impact op het hele lichaam.

Waarom koos jij voor intensivist, een job waarin je je voortdurend op de dunne lijn tussen leven en dood bevindt?

Meyfroidt: ‘Ik ervaar het als een dankbare job. Je ziet vrij snel het resultaat van je werk. De sterftecijfers op onze afdeling liggen trouwens niet zo hoog. Op de afdeling chirurgisch intensieve ligt het sterftecijfer tussen de 7 à 8%. Er zijn dus heel wat mensen die onze afdeling levend verlaten. Natuurlijk word je ook vaak met de dood geconfronteerd. Wij kunnen helpen om dat zo menselijk mogelijk te laten verlopen. Het is ook onze taak om de boodschap dat iemand het niet zal halen zo menswaardig mogelijk te brengen.’

MEYFROIDT: ‘Hoe breng je slecht nieuws? Zeg de waarheid. Wees eerlijk en open en maak aan de patiënt en zijn naasten duidelijk dat er geen kans op herstel is.'

Hoe doe je dat?

Meyfroidt: ‘Door eerlijk en open te zijn, en aan de patiënt en zijn naasten duidelijk te maken dat er geen kans op herstel is. Je wil ook je betrokkenheid tonen en doen wat enigszins mogelijk is om de naaste familie waardig afscheid te laten nemen. Een belangrijke stap in het verwerkingsproces. Slopend? Ja. Onlangs had ik op één dag twee gesprekken met de families van twee jonge vrouwen die het niet gingen halen. ’s Avonds voelde ik me heel moe. Dan weet je dat je veel hebt gegeven.’

Piot: ‘Dat herken ik. Ik heb aan heel veel mensen moeten meedelen dat ze met hiv besmet waren. In die tijd stond dat gelijk met een doodvonnis; je wist alleen niet wanneer het zich zou voltrekken. Die gesprekken deden iets met mij. Daar kwam bij dat het geen neutrale ziekte was. Aids was beladen met een stigma. Het maakte heel wat los. Voor heel wat homo’s ging het gepaard met een coming out. Achteraf bekeken, waren die moeilijke situaties een goede leerschool. Ze hebben me later in mijn managementfuncties geholpen om slecht nieuws op een correcte en menselijke manier te brengen.’

Meyfroidt: ‘Mijn ervaring als boodschapper van slecht nieuws heeft me ook geholpen bij mijn communicatie naar een breed publiek. Ons uitgangspunt als intensivist is vaak een slechte situatie, maar daar laten we het niet bij. Wat kunnen we doen om de situatie van de patiënt te verbeteren, is wat ons bezighoudt. We houden voortdurend rekening met de culturele en sociale achtergrond van elke mens. Die is vaak heel verschillend en vraagt een andere benadering. Er is echter één gouden regel waar we ons altijd aan houden: zeg de waarheid.’

Wat zijn de vuistregels om slecht nieuws over te brengen?

Piot: ‘Zorg eerst en vooral dat je over de juiste informatie beschikt. Blijf bij de feiten en geef emoties niet de kans om in de plaats van de rede te treden. Ik heb altijd een scenario klaar waaraan ik me houd. Wordt de andere persoon emotioneel, blijf dan vooral rustig. Op zo’n momenten helpt het om het gesprek af te ronden en op een later tijdstip opnieuw samen te komen. Een moeilijke boodschap hoef je niet te vergoelijken. Het is wat het is. Toen ik aan het hoofd van UNAIDS kwam te staan, kreeg ik mediatraining. Daar heb ik geleerd dat de zin Let’s start with the conclusion vaak een conversatieopener is die werkt. Als wetenschapper was het aanvankelijk een zin die mij niet zo lag. Ik had de neiging om mijn punt nogal uitvoerig te willen argumenteren, maar dat belet je om to the point te komen. Mensen willen zo snel mogelijk weten waar ze aan toe zijn.’

Meyfroidt: ‘Ik start altijd met het slechte nieuws. Kan een patiënt niet meer gered worden, dan zal ik de familie dat onverbloemd zeggen. Pas daarna kan je overschakelen naar een genuanceerder verhaal. Die rechttoe rechtaan aanpak lijkt misschien hard, maar ik heb geleerd dat die veel menselijker is dan rond de pot draaien.

Tijdens de coronacrisis hebben we veel naar cijfers en curves gekeken, terwijl ze eigenlijk het individuele leed dat de ziekte veroorzaakt, maskeren.

Meyfroidt: ‘De curve was een manier om het hele plaatje te visualiseren. In de beginperiode hebben we bewust, omwille van het risico op besmetting, geen cameraploegen in de ziekenhuizen toegelaten. Achteraf bekeken hadden die beelden misschien wel kunnen helpen om de bewustwording over het COVID-gevaar te versterken.’

Piot: ‘In Groot-Brittannië ging het in de media ook heel de tijd over flatten the curve. Toen ik zelf getroffen werd door COVID, maakte dat me boos. Waarom was de kernboodschap niet: how to save lives? Ik ben dan met mijn verhaal naar buiten gekomen. Ik wilde mijn bekendheid gebruiken om de ernst van de ziekte in de kijker te plaatsen. Er was een honger naar informatie over wat de ziekte effectief met je doet. Dat soort info heb je nodig om mensen te sensibiliseren om maatregelen te respecteren. Dat heb ik vroeger ook bij hivpatiënten gezien. Hun verhalen hadden impact.’

Wat blijft jullie uit de hele coronacrisis het meest bij?

Meyfroidt: ‘Dat we altijd geweten hebben dat zo’n pandemie zou komen en we er toch niet op voorbereid waren. Onze menselijke geest is er blijkbaar heel goed in om een realiteit die ons niet zint weg te duwen, en onze wensen voor werkelijkheid te nemen.’

Piot: ‘Na de grote ebola-epidemie van 2014 in West-Afrika hield ik regelmatig een speech met als titel Are we ready for the next pandemic? Dan volgde een heel betoog dat neerkwam op het eenvoudige antwoord: nee. De COVID-pandemie roept heel wat tegenstrijdige gevoelens bij me op. In de beginfase was er sprake van een grote eenzaamheid, maar tegelijkertijd ook een sterke solidariteit. Met de komst van het vaccin werden we de getuigen van de triomf van de wetenschap, en tegelijkertijd doken er ook heel wat anti-wetenschappelijke gevoelens op in de samenleving. Het zijn allemaal contradicties. Maar de contradictie is de essentie van ons bestaan. Hoe kunnen we als mens met onze eigen contradicties leven? Dat we de voorbije vijftig jaar geen zware pandemie meemaakten, is een anomalie in de geschiedenis. Historisch gezien is wat we de voorbije twee jaren meemaakten normaal. Pandemieën komen en gaan. Het is belangrijk dat we dat historisch perspectief niet uit het oog verliezen.

Dat neemt niet weg dat wij als moderne mens zo’n pandemie niet meer gewoon zijn.

Meyfroidt: ‘In onze maatschappij hebben we het vooral heel moeilijk met het aanvaarden van onze sterfelijkheid. Het rijmt niet met de maakbaarheid van de wereld, waarin we zo graag willen geloven. De werkelijkheid leert ons nochtans dat we veel kwetsbaarder zijn dan we denken.’

Hoe sta je tegenover je eigen sterfelijkheid?

Piot: ‘Mocht ik vandaag 18 jaar zijn, dan zou ik waarschijnlijk voor neurologie kiezen in plaats van virologie. De hersenen fascineren me. Omdat we langer leven, zullen we nog veel meer dan vandaag met neurologische aandoeningen zoals Alzheimer en dementie te maken krijgen. Welk medisch antwoord kunnen we daarop bieden? Hoe kunnen we leven aan de jaren toevoegen in plaats van jaren aan het leven? Dat lijken me bijzonder boeiende vragen.’

‘De dood is iets dat we van nature ontwijken. Maar eigenlijk is geconfronteerd worden met de dood het beste wat je kan overkomen. Tenminste als je eraan ontsnapt en er goed uitkomt. Zelf heb ik het een paar keer meegemaakt. Het zet je aan het denken. Je vraagt je af: Hoe ga ik de tijd die me rest zo betekenisvol mogelijk invullen? Dan ga je ook beseffen dat we veel te veel energie besteden aan zaken die eigenlijk niet belangrijk zijn.’

‘Het overlijden van mijn moeder was een van de belangrijkste momenten in mijn leven. Zij had voor euthanasie gekozen. Het nemen van die beslissing voelde voor haar als een bevrijding. Tijdens de dagen voor haar dood hebben we, samen met haar kinderen en kleinkinderen, nog mooie momenten beleefd. Dat we op een waardige manier van haar afscheid hebben kunnen nemen, was voor mij een grote troost.’

Op intensieve heb je veel te maken met beslissingen over het einde van het leven. Ben je er voor jezelf achter wanneer het leven voor jou mag stoppen?

Meyfroidt: ‘Ik denk dat ik wil blijven gaan zolang ik over mijn intellectuele capaciteiten kan beschikken en met anderen kan communiceren. De interactie met anderen is cruciaal. Een andere grens is dat ik een meerwaarde voor anderen wil kunnen blijven betekenen. Belangrijk is ook om omringd te zijn door een liefhebbend gezin of mensen die je graag zien. Dat is de beste garantie op een liefdevol en menswaardig levenseinde. Ik zie het regelmatig. Bij families die in harmonie leven, verloopt het loslaten van een dierbare menselijker dan wanneer er spanningen zijn.’

Piot: ‘Het is belangrijk daarover op voorhand na te denken en het met je levenspartner over je levenseinde te hebben. Ook al zal dat einde waarschijnlijk heel anders verlopen dan je hebt gepland.'

Kunnen we van virussen iets over het leven opsteken?

Piot: ‘Een les die ik lang geleden van een van mijn leermeesters meekreeg: wil je een virus kunnen vatten, dan moet je eerst en vooral zijn beweegredenen begrijpen. Dus, beeld je even in dat jij een virus bent. Wat is dan je doel? In de eerste plaats wil je overleven en daarvoor heb je een gastheer nodig. Die wil je niet doden, maar liefst gebruiken om je nog meer te vermenigvuldigen. Eens je dat begrijpt, dan besef je dat COVID radicaal uitschakelen een utopie is. COVID leert ons ook dat virussen onvoorspelbaar zijn. Mijn vader zei altijd: Nooit niet verschieten. Hij had gelijk. Alles kan in het leven. Vandaag zit het mee, morgen kan het er helemaal anders uitzien. Een andere favoriete uitspraak van mijn vader was: Hoe zou je zelf zijn? Waarmee hij wilde zeggen dat je niet te snel over iemand mag oordelen, maar eerst moet proberen te begrijpen waarom iemand doet wat hij doet.

De essentie van het leven. Wat is die volgens jou?

Meyfroidt: ‘Heeft het leven een essentie? Misschien is de essentie wel dat we zelf invulling aan ons leven kunnen geven. Mensen veranderen niet, zei mijn grootmoeder vaak en deels is dat waar. Je fundamentele karaktereigenschappen zijn wat ze zijn. Maar je kan wel uit situaties leren en jezelf met de nieuwe inzichten vormgeven. Wat meer mededogen ten opzichte van jezelf helpt daarbij.’

Piot: ‘Inderdaad. Een belangrijke uitdaging in dit leven is je eigen contradicties leren managen. Met dat vat vol tegenstellingen dat we zijn, zo goed mogelijk leren omgaan. Zodat ze je niet ruïneren, maar helpen floreren. Jezelf graag zien, is belangrijk, maar ook weer niet té graag, en jezelf ook vooral niet te ernstig nemen.’ (lacht)

Meyfroidt: ‘Humor is essentieel. Het relativeert en ontwapent.’

Piot: ‘Klopt. Alleen werkt onze humor niet altijd bij andere culturen. Ik heb geleerd dat je daar best voorzichtig mee omspringt. Ken je de Indische schrijfster Arundhati Roy? In The End of Imagination schrijft ze dat het leven neerkomt op To find joy in the saddest places. Ik geloof daarin. Als je wil, kan je overal schoonheid in zien.'

Wat wil je nog doen met de tijd die het leven jou geeft?

Meyfroidt: ‘Ik ben op een punt gekomen dat ik heel wat ballast van me af wil gooien. Professioneel zou ik graag stappen vooruit willen zetten op het vlak van hersenmonitoring.’

Piot: ‘Ik ben nu 72 jaar en heb een bevoorrecht leven geleid. Als ik iets kan teruggeven aan de maatschappij, dan doe ik dat met veel plezier. Ik zal ervoor blijven ijveren dat we beter voorbereid moeten zijn op de volgende pandemie. Verder wil ik vooral geven en blijven leren. En niet te vergeten: ik zou graag gezond sterven.’

 

Geert Meyfroidt

  • Intensivist (UZ Leuven)
  • Professor intensieve geneeskunde (KU Leuven)
  • Voormalig voorzitter Belgische Vereniging Intensieve Geneeskunde
  • Voorzitter neuro-intensive care (European Society of Intensive Care Medicine)
  • Werd in december 2021 de Slimste Mens ter Wereld in het gelijknamige televisieprogramma

Peter Piot

  • Doctor in de microbiologie, arts en medeontdekker van het ebolavirus
  • Voormalig directeur van UNAIDS en assistent secretaris-generaal bij de Verenigde Naties
  • Voormalig directeur van het Institute for Global Health van het Imperial College in Londen
  • COVID-adviseur van de voorzitter van de Europese Commissie
  • Gastprofessor aan het Rega Instituut, KU Leuven
  • Gehuwd met Heidi Larson, oprichtster van het Vaccine Confidence Project