01 mei '22

Nieuw pleidooi voor een centrumregio

4911
door Liesbeth Bernolet
Het Toekomstforum, de denktank die de 35 gemeenten van het arrondissement Halle-Vilvoorde samenbrengt, heeft een lijvig document voorgesteld dat aantoont waarom Halle-Vilvoorde als centrumregio erkend moet worden en extra middelen van de Vlaamse overheid verdient.

Onze regio evolueert pijlsnel en kampt met tal van grootstedelijke problematieken. Dertien Vlaamse steden zijn erkend als centrumstad en krijgen daardoor middelen om met dergelijke uitdagingen om te gaan. Wij niet. Onze cijfers maken duidelijk dat Halle-Vilvoorde ook extra aandacht nodig heeft’, aldus Koen Van Elsen (CD&V), burgemeester van Asse en voorzitter van het Toekomstforum. 

In de nieuwe nota gaat het Toekomstforum een stap verder dan een document uit 2018. Cijfers over bevolkingsgroei, anderstaligheid, mobiliteit, welzijn en criminaliteit worden vergeleken met andere Vlaamse arrondissementen en gemeenten. Ook met de centrumsteden. ‘Onderzoek van het Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum BRIO toonde eerder al aan dat de gemeenten in de Vlaamse Rand een specifieke identiteit hebben door de nabijheid van Brussel’, legt Van Elsen uit. ‘Die identiteit deint uit naar almaar meer andere gemeenten in Halle-Vilvoorde. Dit is een pleidooi voor alle 35 gemeenten van onze regio.’

Hoog tijd

‘We willen dat de definitie van de Vlaamse Rand wordt herbekeken’, zegt Jo Discart, stafmedewerker van het Toekomstforum. ‘De Vlaamse Rand bestaat nu uit 19 gemeenten die aan Brussel of aan een faciliteitengemeente grenzen. Daar zijn de grootstedelijke uitdagingen inderdaad het sterkst, maar we stellen vast dat die problematieken uitdeinen naar de tweede gordel rond Brussel, de andere gemeenten van Halle-Vilvoorde. Het is belangrijk daar nu op in te zetten, want nu kunnen we voor een stukje nog preventief te werk gaan.’ Volgens Discart zijn ook de onderzoekers van BRIO zich bewust van de druk en geven zij daarom zelf aan ook onderzoek te willen voeren in die tweede ring.

Van Elsen merkt ook een geografische manco op en haalt de middelen aan die sinds 2020 worden vrijgemaakt voor de gemeenten in de Denderstreek. ‘Ninove, Geraardsbergen, Zottegem en Denderleeuw krijgen extra financiering om hun grootstedelijke problemen aan te pakken; het aangrenzende Liedekerke met dezelfde problemen, maar dat tot Halle-Vilvoorde behoort, valt uit de boot. Net zoals de andere gemeenten tussen de Vlaamse Rand en de Denderstreek.’

Grote stap nodig

Met de oprichting van het Vlaamse Randfonds is er erkenning gekomen voor de Vlaamse Rand als uitzonderlijke regio, maar ‘dat is slechts een klein stapje’, vindt Van Elsen. ‘De Vlaamse Rand bestrijkt niet de hele regio die elke dag de druk vanuit Brussel voelt. Bovendien zou dat fonds ook middelen moeten uitreiken voor andere projecten dan die rond vergroening en taalstimulering. Ik denk bijvoorbeeld aan integratie.’ Discart vult aan: ‘Als kenners van onze regio zijn wij vragende partij om een grotere stem te krijgen bij het toekennen van die middelen. Projecten rond welzijn bijvoorbeeld, daar zou het Vlaamse Randfonds ook een broodnodige rol in kunnen spelen, want de achterstand in Halle-Vilvoorde is enorm.’

Dat brengt ons bij een aantal cijfers die in de nota verzameld staan. In bijna alle aspecten van de welzijnssector is een structurele achterstand vast te stellen in Halle-Vilvoorde. Zo werd het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW) met 8,70 euro per inwoner in 2018 structureel minder gefinancierd dan andere Vlaamse CAW’s. ‘Die cijfers vallen voor de Vlaamse overheid niet altijd goed op omdat zij de provinciale gemiddelden bekijkt’, legt Discart uit. ‘Als je dan weet dat het CAW Oost-Brabant (Leuven) toen 14,60 euro per inwoner kreeg, brengt dat het gemiddelde van de provincie Vlaams-Brabant op 11,30 euro per inwoner. Da’s nog altijd weinig in vergelijking met de andere provincies, maar minder dramatisch dan in onze regio.’

Vergelijkbaar profiel

Het Toekomstforum maakt in de nota vaak vergelijkingen tussen het arrondissement HalleVilvoorde als regio en de 13 centrumsteden, waaronder Antwerpen en Gent. Doelbewust. ‘Je zou kunnen zeggen dat we na de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde de boot hebben gemist’, stelt Van Elsen. ‘Tot dan was Brussel eigenlijk onze centrumstad. Toen op bestuurlijk niveau veel banden met Brussel zijn doorgeknipt, hadden wij een eigen erkende centrumstad moeten vragen. Nu voelen we nog altijd de invloed van Brussel, maar staan daar weinig of geen diensten meer tegenover. Terwijl onze regio de buffer voor Vlaanderen is.’

Met de oprichting van het Vlaamse Randfonds is er erkenning gekomen voor de Vlaamse Rand als uitzonderlijke regio, maar ‘dat is slechts een klein stapje’.

Jo Discart vervolgt: ‘Ik ben ervan overtuigd dat wanneer we alle arrondissementen met elkaar vergelijken zonder de invloeden van de centrumsteden, dat we als Halle-Vilvoorde voor de meeste stedelijke problematieken nog altijd hoog scoren.’ Concreet bekijken we de cijfers van anderstaligheid in het onderwijs. In Halle-Vilvoorde spreekt ruim 1 op de 3 leerlingen (38,6%) uit het basisonderwijs thuis geen Nederlands. Het arrondissement Antwerpen volgt met 30,6%. Zonder de cijfers van de centrumstad Antwerpen, waar 46,3% van de leerlingen thuis geen Nederlands spreken, zou het percentage voor de regio veel lager zijn. ‘Dit toont aan dat onze regio, zonder een centrumstad, vergelijkbare stedelijke problematieken ondergaat als de erkende centrumsteden. Een regio scoort normaal gezien minder sterk dan een centrumstad, waar de stedelijke problematieken zich intenser manifesteren. Dat is in Halle-Vilvoorde niet het geval. Geef ons dus ook bijkomende middelen, zodat wij op een correcte manier actie kunnen ondernemen. Als de stad Antwerpen het niet zonder financiële steun kan, dan kunnen wij dat ook niet.’

Blijvende inspanningen

De mogelijkheden om extra financiering te krijgen voor de centrumregio Halle-Vilvoorde zijn legio, menen Van Elsen en Discart. ‘Kijk naar het Plan Samenleven van Vlaams minister van Samenleven Bart Somers (Open VLD)’, geeft Discart als voorbeeld. Dat plan ondersteunt rechtstreeks 28 lokale besturen met een hoge concentratie inwoners met een migratieachtergrond, onder andere om hen via projecten toe te leiden naar Vlaamse organisaties, verenigingen en clubs. In Halle-Vilvoorde komen acht gemeenten in aanmerking voor deze subsidies. ‘Als we bekijken hoe het plan moet worden ingevuld, zien we vooral een context van centrumsteden naar voren komen’, vindt Discart. ‘Terwijl in onze regio veel mensen met een migratieachtergrond hun weg al hebben gevonden naar bijvoorbeeld een sportclub of vrijetijdsverenigingen. Wij zouden vanuit dat plan dus vooral middelen moeten krijgen om de organisaties waarbij zij zich aansloten beter te kunnen ondersteunen.’ Ook hierin ziet Discart opnieuw een pleidooi om erkend te worden als centrumregio. ‘Daarom niet zoals de centrumsteden, want we zijn nu eenmaal een regio en geen stad. Maar er moet extra rekening worden gehouden met de specificiteit van Halle-Vilvoorde.’ Van Elsen onderstreept dat er structurele middelen nodig zijn. ‘Om terug te komen op het Vlaamse Randfonds: het is onduidelijk wat daar de volgende legislatuur mee zal gebeuren. Wij willen de zekerheid van terugkerende en blijvende inspanningen.’

Bevolkingstoename

Van alle cijfers is Van Elsen het meest geschrokken van de bevolkingsaangroei in HalleVilvoorde. De jongste dertig jaar nam de bevolking in de regio met 20,7% toe. Heel Vlaanderen kende een gemiddelde groei van 15,3%. Gemeenten zoals Machelen (+40,5%), Vilvoorde (+38,7%) en Zaventem (+35,5%) staan op kop in het klassement. ‘De jongste tien jaar lijkt de bevolkingsaangroei in onze regio nog meer te versnellen. Het explodeert. Wist je dat de buslijn Brussel-Aalst, die ook Asse doorkruist, de tweede drukste lijn van Vlaanderen is?’

Van alle Vlaamse arrondissementen is Halle-Vilvoorde ook koploper wat de groene druk betreft. Dat is de verhouding van het aantal -19-jarigen ten opzichte van de 20 tot 64-jarigen, de mensen op arbeidsleeftijd. ‘Met een percentage van 42,5% heeft onze regio de grootste groene druk, wat wijst op een groot toekomstperspectief, maar ook op de nood aan investeren in bijkomende voorzieningen zoals onderwijs, welzijn, de opvang van anderstaligen en het uitwerken van een sociaalcultureel aanbod’, aldus Discart. ‘Sommige zaken kunnen lokale besturen zelf aanpakken, maar voor veel thema’s moet je als regio in alle solidariteit een antwoord kunnen bieden.’

Solidariteit. Een sleutelwoord binnen het Toekomstforum. ‘We willen duidelijk maken dat de 35 lokale besturen van Halle-Vilvoorde samen aan uitdagingen willen werken, maar daarvoor hulp nodig hebben. Wij fungeren zowat als de politieke vakbond van de hele regio en gaan samen voor die erkenning als centrumregio’, besluit Van Elsen.