01 okt '22

‘Als je maar één identiteit hebt,
leidt dat snel tot extremisme’

3771
door Anne Peeters
In zijn nieuwste boek 'Tussen Oder en Zenne' verweeft schrijver Joseph Pearce zijn kleine familiegeschiedenis met de grote wereldgeschiedenis. Het is het verhaal van zijn Joodse grootvader aan de ene kant en zijn Vlaams-katholieke grootvader uit Vilvoorde aan de andere kant.

Het militarisme, antisemitisme en Vlaams nationalisme die uitmonden in de Tweede Wereldoorlog, brengen uiteindelijk hun zoon en dochter samen. Zij worden later de ouders van Pearce. De schrijver woont al een hele tijd in Antwerpen, maar blijft geworteld in Vilvoorde. Hij omhelst al zijn identiteiten. ‘Ik ben voorstander van inclusie.’

Op zijn veertiende komt Joseph Pearce te weten dat zijn vader eigenlijk Werner Peritz heet en niet Vernon Pearce. Dan pas verneemt hij dat zijn vader eigenlijk een Joodse Duitser is van geboorte en geen Engelsman van afkomst. Later gaat hij op zoek naar zijn Joodse roots, naar zijn verwanten die over de hele wereld zijn verspreid. Zijn debuutroman Land van belofte uit 1999 is het resultaat van die zoektocht. Het boek werd naar het Frans, Russisch en Pools vertaald en haalde de shortlist van de Prix Jean Monnet de littérature européenne. Koloniale Waren (2001) vindt zijn wortels in het verhaal van zijn familie langs moederskant uit Vilvoorde. Zijn katholieke grootvader Joseph Vandenbrande had een groothandel in koloniale waren en was overtuigd flamingant. In Vaderland (2008) graaft hij dieper in de geschiedenis van zijn Joodse familie. Wat zou er gebeurd zijn als Hitler de oorlog had gewonnen? En nu is er Tussen Oder en Zenne, een nieuw deel in de familiekroniek.

De grote wereldgeschiedenis vermengt met de kleine familiegeschiedenis is een belangrijk thema in jouw werk. Hoe kijk jij naar de manier(en) waarop iemand door zijn geschiedenis wordt wie hij is?

‘Geschiedenis en identiteit zijn met elkaar verweven. Je groeit niet enkel op in een gezin, maar ook op een welbepaalde plek, in een tijdsgewricht met zijn politieke, economische en sociale ontwikkelingen. Mijn wortels zijn in al die aspecten diep verankerd, ze zijn er constant door bevloeid geweest. Opgroeien in Vilvoorde, een industriestad die je al kon ruiken voordat je haar zag. Opgroeien in een drukke familiezaak, een groothandel in koloniale waren. In een gezin waar zowel de moeder als de grootmoeder honderduit over vroeger vertelde. In een Vlaamsgezinde familie, omdat je in een stad in de schaduw van Brussel vaak met Franstalige arrogantie te maken kreeg. Ontdekken dat je vader geen Engelsman was, maar een Duitser van Joodse afkomst. Hij had wel de Britse nationaliteit doordat hij enkele jaren na zijn vlucht uit het Derde Rijk het Britse leger had vervoegd. Ik heb ook zelf de Britse nationaliteit. En opgroeien in het besef dat talloze verwanten van mijn vader in de Shoah zijn omgekomen.’

‘Je groeit niet enkel op in een gezin, maar ook op een specifieke plaats in een welbepaalde tijd. Geschiedenis en identiteit zijn met elkaar verweven.’

Beschouw je jezelf met jouw bijzondere voorgeschiedenis als Brit, Belg, Antwerpenaar of Vilvoordenaar?

‘Ik ben het allemaal tegelijk. Mijn identiteit is een mozaïek van identiteiten, een amalgaam. Ik denk dat het gevaarlijk is als je maar één identiteit hebt. Dat leidt snel tot fanatisme of zelfs extremisme, tot een wij tegen zij-mentaliteit. Ik ben anglofiel, zelfs na de Brexit. Ik ben gefascineerd door de Joodse geschiedenis en de emancipatie van mijn Joodse voorouders. Ik voel me thuis in Vilvoorde, al woon ik al bijna een halve eeuw in Antwerpen. Ik voel me net zo goed thuis in Wrocław in Polen, het vroegere Breslau waar mijn Joodse grootouders en vader vandaan kwamen. Ik ben een Belg die houdt van de Belgische kust, van alles wat Brussel te bieden heeft, van de Vlaamse kunststeden en van de prachtige natuur in de Ardennen. Ik ben ook een Europeaan, ik geloof rotsvast in wat de Europese Unie probeert te bereiken. Ik ben een grote voorstander van inclusie, een noodzakelijke voorwaarde voor een goed functionerende democratie.’

Ook al woon je er al lang niet meer, toch blijft jouw band met Vilvoorde hecht. Over jouw familie langs moederszijde schreef je het boek Koloniale waren en Suikertantes, die eigenlijk ook een geschiedenis van de stad zijn. Beschouw je jezelf als een historicus, of eerder een kroniekschrijver dan een romanschrijver?

In Koloniale waren en Suikertantes heb ik me beperkt tot wat er zich binnen een familie heeft afgespeeld. Daar ben ik zowel familiekroniekschrijver als romanauteur. In Tussen Oder en Zenne heb ik geprobeerd een evenwicht te vinden tussen de grote geschiedenis en de geschiedenis die elk individu zelf schrijft, de geschiedenis van doodgewone mensen met de lusten en lasten die ze op hun levensreis tegenkomen. Op het snijpunt van die twee soorten geschiedenis krijg je dan als lezer hopelijk een goed inzicht in hoe een individueel leven door de politieke, economische en sociale omstandigheden wordt beïnvloed en soms meegesleurd. Daarom zit er in Tussen Oder en Zenne ook een boodschap. Ibn Khaldun, een Islamitische historicus uit de 14e eeuw, schreef dat er minder verschil is tussen het verleden en het heden dan tussen twee druppels water. Ik begrijp hem; hij bedoelt dat de mens fundamenteel altijd dezelfde blijft, in staat tot zowel het allerbeste als het allergruwelijkste.’

‘De Poolse schrijver Wiesław Myśliwski schreef dat het ontzettend moeilijk is om te beschrijven wat beschaving is, terwijl het helemaal niet moeilijk is om barbarij te definiëren. Een citaat vooraan in mijn boek is van Voltaire: Zij die je onzin laten geloven, kunnen je wreedheden laten begaan. Ik kom graag terug op mijn geloof in een inclusieve maatschappij. Dat is niet gemakkelijk, je moet die inclusiviteit kunnen waarmaken. Vandaag de dag is dat meer dan ooit nodig, want de populisten onder de politici vervloeken dat. Natuurlijk maakt die diversiteit onze maatschappij complexer. Toen ik op 2 september 1974 leerkracht werd op het Onze-Lieve-Vrouwecollege in Antwerpen, een jezuïetenschool, was het een zeer homogene groep van witte en vaak Franstalige leerlingen. Aan het einde van vorige zomer kwam ik voorbij mijn oude school en zag ik een lange rij staan voor de inschrijvingen. De hele wereld was er verzameld. Die diversiteit een kans geven, dat is de opdracht voor de toekomst.’

Over school en lesgeven schreef je in 2011 de roman Schoolslag. Fictie. Hoe kijk je aan tegen de huidige hervormingen in het onderwijs? Er wordt geklaagd dat de kwaliteit achteruit gaat. Ben je het daarmee eens?

‘Toen ik les begon te geven, werden de leerkrachten op mijn school niet door eindtermen en beleidsinnovaties om de oren geslagen of door onderwijsconsultants en managementexperts met wollig jargon de kast op gejaagd. Je had geen andere keuze dan op je eigen kompas te varen. De leerkracht werd vertrouwd, door zowel de directie, de ouders, de scholenkoepels als het ministerie van onderwijs. Een leerling die in het vierde jaar was gezakt vroeg me eens om hem naar zijn ouders te vergezellen, zo bang was hij voor hun reactie. Hij hoopte wellicht dat ik de pil zou kunnen vergulden. Uw zoon moet zijn jaar overdoen, zei ik tegen de vader. Dan is dat zijn eigen schuld, zei de man onbewogen. En daarmee was de kous af. Vandaag zijn leerkrachten bang om een leerling een onvoldoende te geven, een advocaat staat immers klaar om op vraag van de ouders protest aan te tekenen. Vertrouwen is een fundamentele voorwaarde als je als leerkracht je leerlingen iets wilt bijbrengen. Lesgeven is je passie uitleven. Het is niet aanleren wat leerlingen, de onderwijskoepels of het ministerie van onderwijs boeiend vinden, maar geven wat je zelf fascineert. Je wilt nieuwe horizonten openen en nieuwe inzichten creëren bij je leerlingen. Zodat je ze daarna de wereld in kan sturen, open voor alle nieuwe ervaringen en kennis die ze zullen opdoen. Vandaag worden leerkrachten in een keurslijf van regels en administratieve verplichtingen gedwongen, waardoor het hun vaak aan tijd ontbreekt om zich met de leerstof bezig te houden. Zeker in de taalvakken. Die staan onder zware druk. Iedereen kent Engels, nietwaar? En waarom nog Frans of Duits aanleren? Of waarom nog een boek lezen? Die kortzichtigheid zorgt er niet alleen voor dat de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat, maar dat ook de een bredere kijk op mens en samenleving onder druk staat.’ 

Het boek 'Tussen Oder en Zenne' van Joseph Pearce verscheen in april dit jaar bij uitgeverij Atlas Contact.