01 dec '22

‘Tof verhaal met een
belangrijke boodschap’

1781
door Ines Minten
Van de jeugdliteratuur ben ik nooit afgekickt geraakt. Waarom zou ik? Een goed boek voor jonge lezers heeft even veel te bieden als goede literatuur voor volwassenen. Dat hoeft geen betoog, toch?

Je kunt je dus wel indenken dat ik in mijn nopjes was toen de 11-jarige Lucie Agier uit Grimbergen me haar lievelingsboek tipte: Mijn jaar in een tent van Tiny Fisscher. ‘Een tof verhaal met een belangrijke boodschap’, zegt Lucie. We hebben heel passend voor een boekenbabbel afgesproken in de bibliotheek van Grimbergen. De bib is vertrouwd terrein voor Lucie. Ze komt er vaak, ook al omdat ze al een jaar of drie lid is van de Leesjury. Mijn jaar in een tent zat vorig jaar in het Leesjury-pakket en is sindsdien haar favoriet. ‘Ik heb intussen nog goede boeken gelezen, maar geen enkel zo goed als dit.’

Zwaan heeft een voorstel

‘Het meisje over wie het boek gaat, heet Zwaan. Van de meester van de klas moeten alle leerlingen een challenge bedenken, ze moeten iets doen wat ze moeilijk vinden, en de opbrengst gaat naar een goed doel.’ Na wat bedenktijd komt Zwaan met een indrukwekkend voorstel. Ze is snel bang, weet ze. En daar wil ze vanaf. Dus wil ze een jaar lang in een tent in de tuin slapen. Wie wil, mag haar sponsoren. ‘Zwaan zamelt geld in voor vluchtelingenkinderen. Dat vind ik tof’, zegt Lucie. ‘Ons inzetten voor goede doelen is belangrijk. Het boek doet je tijdens het lezen ook stilstaan bij het lot van vluchtelingenkinderen. En op het laatst zegt de schrijfster dat ze een deel van de opbrengst van het boek ook echt aan vluchtelingenkinderen schenkt. Dat ze dat doet, vind ik heel goed.’

Zwaan beleeft een avontuur

Gemakkelijk is het niet, dat jaar in een tent, maar Zwaan leert er wel ontzettend veel van. Eerst en vooral past ze zich natuurlijk aan aan het leven in een tent, met alle donker en enge geluiden en ongemakken die daarbij horen (stel het je even voor: je bent bang in het donker en moet dan je tent uit omdat je nodig moet plassen… in een emmer of achter een struik nog wel!). Ze begint te bloggen en zelfs te vloggen. Ze krijgt te maken met zure mensen die het niet per se eens zijn met haar nobele doel. Zwaan groeit stap voor stap uit heel veel van de angsten waarmee ze kampt. Het is een mooie evolutie om te volgen.

Er zitten een paar ontroerende vriendschappen in de roman, daarover zijn Lucie en ik het eens. ‘Zwaan noemt haar beste vriendin altijd Dons, dat is een heel leuk personage. En dan leert ze ook een jongen kennen, die ze Bonk noemt.’ Dons en Bonk zijn er écht voor Zwaan, op de momenten dat zij hen nodig heeft. En vice versa. ‘Op het laatst leert ze ook een vluchtelingenmeisje kennen.’ Van haar leert Zwaan dat vriendschap ook kan als je niet dezelfde taal spreekt. Die heerlijk positieve sfeer gaat heel het boek mee en zorgt ervoor dat je weken later nog steeds met een prettig warm gevoel aan Zwaans avonturen terugdenkt.

‘Ik lees het liefst verhalen die echt gebeurd kunnen zijn’, zegt Lucie. ‘Ik heb dus liever niet te veel draken en elfen in mijn boeken. Dat soort fantasie is niets voor mij. Behalve gewone boeken, lees ik ook graag strips en manga. Nu ben ik bezig in De knaap, de knecht, de meid, de moord van Mark Tijsmans. Het is nog niet uit, maar tot nu toe is het al heel leuk.’ Tip genoteerd … 

Elke maand gaan we met een lezer in gesprek over hét boek (van het moment/aller tijden/dat jouw leven heeft veranderd). Heb je een goed verhaal? Laat het ons weten op randkrant@derand.be.