Als het goed is, zouden er deze maand heel wat dagpauwogen moeten rondvliegen in de Rand. Het gaat om de derde generatie van de dagvlinder. De jongste tijd stellen we echter vast dat er niet zoveel regelmaat meer zit in het aantal dagpauwogen. Het ene jaar barst het ervan en het andere zijn er zo goed als geen te vinden.
Dat heeft alles te maken met het klimaat. Wanneer het kurkdroog is op het moment dat de rupsen zich voeden met bladeren van de grote brandnetel, die zowat de enige waardplant is, is de kans groot dat ze de hongerdood sterven. In verschillende voorbije warme jaren was dat het geval. Maar als er voldoende vochtige jaren volgen, kunnen de aantallen zich flink herstellen.
Dat is niet zo uitzonderlijk voor een algemene soort als deze; het stemt wel tot nadenken. De verwachting is immers dat er na verschillende droge jaren wel eens geen herstel meer zou plaatsvinden. Dat is nu voor veel planten en dieren al het geval. Heel wat uitsterven is toch klimaat gerelateerd, zowel bij ons als wereldwijd.
Op dit ogenblik is de dringendheid om de klimaatcrisis aan te pakken wat op de achtergrond geraakt, maar de urgentie is er niet minder om geworden. Op veel plaatsen doen zich bijzondere weerfenomenen en -problemen voor die we enkel kunnen verklaren door naar het klimaat te kijken.
Het zal de dagpauwoog voorlopig niet beletten om hier nog dartel rond te vliegen, de vraag is alleen: hoe lang nog? Want ook deze vlinder zit in de hoek waar de klappen vallen. Waar ligt de ondergrens vooraleer uitsterven dreigt? Niemand die het weet. We nemen de huidige trends maar beter ernstig om ervoor te zorgen dat niet alle soorten verder de dieperik in duiken. Elk jaar wordt het erger, maar in mensenland is het verder gewoon business as usual.