Hoorn behoort net als pakweg fagot of trombone tot de minder gangbare instrumenten, maar Jonathan Van der Beek was direct verkocht. ‘Het wordt een moeilijk instrument genoemd, ook omdat kinderen hoge verwachtingen hebben en direct iets willen kunnen spelen’, zegt de beloftevolle muzikant, die eerder dit jaar door radiozender Klara als eerste hoornist ooit werd opgenomen in hun talentenpool van Twintigers. ‘Hoorn klinkt in het begin niet zoals je je had voorgesteld. Het duurt even voor je het onder de knie hebt.
Mijn trigger om ermee te beginnen, was een luister-cd van Peter en de Wolf. Mijn broers waren altijd bang van de wolven, vertolkt door de hoorns, maar ik vond ze zo mooi klinken dat ik er op mijn vierde al mee wilde starten.’ Intussen is hij na conservatoriumstudies in Brussel en Leipzig aan de slag als freelance hoornblazer en dat gaat hem opvallend goed af. Tussen opdrachten voor De Munt en Symfonieorkest Vlaanderen treffen we hem in zijn woonplaats Schaarbeek voor een gesprek over het hoornkwartet dat hij tijdens zijn studies in Brussel oprichtte.
Naar de roots van de hoorn en Wohlleben
Het idee om iets te doen in een bos, waar de roots van de hoorn liggen, bestond al langer. Na een try-out polste Van der Beek bij Jeugdorkest Nederland, waar hij toen deel van uitmaakte, of Korpus Kwartet kon deelnemen aan hun programma voor jonge ensembles. ‘Tijdens een residentie is de voorstelling geboren in samenwerking met de Nederlandse regisseurs Céline Hoex en Eva Traa, en componist Siebe Thijs, die ik gevraagd had om de muziek te schrijven.’ Zowel de enscenering als de compositie is gebaseerd op Het Verborgen Leven van Bomen van Peter Wohlleben. ‘Een sprookjesachtig boek over hoe bomen haast een sociaal netwerk vormen. Ik las er in dat als giraffen de blaadjes van een boom opeten die boom via chemische prikkels een signaal zendt naar bomen in de buurt om de chemische samenstelling van hun bladeren te wijzigen zodat ze giftig worden voor giraffen. Ook het feit dat één moederboom zelfs lang na de dood jongere bomen errond blijft voeden, sprak me aan.’
In Wald leggen de muzikanten niet zozeer uit hoe bomen met elkaar communiceren, maar proberen ze de achterliggende ideeën in muziek om te zetten. ‘Wohlleben zegt dat bomen een bepaalde frequentie hebben die te hoog is om met het menselijke oor waar te nemen. Die frequenties heeft Siebe gebruikt als basis voor de muziek. Zo worden wij als muzikanten als het ware bomen. In een turbulente compositie schemert dan weer het hoofdstuk over stormen en bosbranden door. De moederboom hebben we verwerkt door één hoornist in het midden te plaatsen met de drie anderen rond hem.’
Stiltewandeling voor bosconcert
Dat het thema opleeft, is niet vreemd in een tijdperk waarin alles gedeeld moet worden en men tijdens pop- of rockconcerten vaak aan het filmen is. ‘Zelfs bij klassieke concerten valt het me op dat mensen tot 30 seconden voor de voorstelling naar hun scherm turen, en 10 seconden na afloop is het weer van dat. Aan onze Wald-concerten gaat telkens een stiltewandeling vooraf waarop mensen zich kunnen loskoppelen van het dagelijkse leven. We voelen die nood om even ergens anders te zijn, ook al ligt die plek ver van hun comfortzone. Het kan zelfs een extra reden zijn om een ticket te kopen.
Het publiek zal kennismaken met muziek die in zaal misschien bevreemdend zou klinken, maar in een bos heel logisch is. Omdat de mensen telkens ook anders reageren, liet Siebe in zijn compositie genoeg ruimte voor improvisatie. Eigenlijk geeft hij ons de sleutels, maar wij beslissen wanneer we de deur opendoen. We kleven niet vast aan een partituur. Je kan de voorstelling vijf keer beleven en telkens iets anders horen. Dat vergt veel energie en aanpassingsvermogen, maar het is ontzettend dankbaar.’
Liefhebbers van muziek en natuur
De bosconcerten brengen twee soorten publiek samen. ‘We zien muziekliefhebbers die geregeld naar het cultureel centrum afzakken, maar ook natuurliefhebbers die aangesloten zijn bij Natuurpunt. Dat creëert een symbiose tussen muziek en natuur. Toch blijft het wat paradoxaal. Het beste dat je voor de natuur kunt doen, is ze met rust laten. Elke betreding is in feite een storing.
Op die dunne koord balanceren we, want de onderliggende boodschap is natuurlijk dat we meer zorg moeten dragen voor de natuur die ons omringt. Omdat we samenwerken met Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos en rekening houden met bijvoorbeeld het broedseizoen spelen we vaker in september, oktober dan in mei en juni. In Zaventem hebben we een klein stukje bos gevonden in de buurt van de luchthaven waar dat minder een issue is.’
Wald
ZA ● 14 JUN ● 20.00
Korpus Kwartet
Noskoem Boske, ontmoetingspunt: Sint-Lambertuskerk, 02 307 72 72