Als je terugdenkt aan je kindertijd, welke beelden komen dan spontaan bovendrijven?
Broeckhoven: ‘Ik denk dan aan onze zomervakanties. Ik zie de zon, heb mijn schooluniform in de kast opgeborgen, mijn zomerjurk aangetrokken en geniet van het zomergevoel. Mijn broer en ik verveelden ons geen seconde. Met een gordijn en een touw maakten wij een tent. In de tuin speelde ik poppenkast voor de kinderen van de buren. Mijn ouders waren daar ook ergens, op de achtergrond. Een onbezorgde tijd.’
Spit: ‘Gek wat de tijd met ons doet. Ook bij mij verschijnen spontaan de goede herinneringen. Alsof de tijd een soort van sepiafilter op je herinneringen legt. Achter ons huis was een plek waar een tuincentrum zijn groenafval in de fik kwam steken. Mijn broer en ik trokken er graag naartoe om vuurtje te stoken. In de winter bouwden wij er dammetjes om op het ijs te lopen. Wij deden daar dingen die net niet mochten. Dat maakte die tijd zo mooi. (lacht) Buiten de lijntjes kleuren, gaf een gevoel van vrijheid. Het deed je beseffen dat je, los van je ouders, ook iemand kon zijn.’
Wat heb je het meest gemist tijdens je jeugd?
Broeckhoven: ‘Het gevoel erbij te horen. Ik verlangde er in stilte naar mezelf te kunnen zijn en tegelijkertijd deel uit te maken van het geheel. Mochten mijn ouders dit nu kunnen horen, zouden ze van hun stoel vallen. Toch voelde ik me een vondeling. Wat ik ook deed, het was verkeerd. Mijn moeder nam mij zelfs mijn veelvuldig ziek zijn kwalijk. Nu vermoed ik dat ik een koemelkallergie had. Maar ik moest en zou pudding eten, ook al maakte het me ziek. Nog steeds krijg ik een krop in de keel als ik eraan denk.’
Spit: ‘Ik miste vooral een gevoel van basisveiligheid en onbezorgdheid. Echt kind zijn, kon ik als ik buitenshuis was of bij vriendjes ging spelen. Thuis was ik altijd op mijn hoede. Ik zag mijn ouders worstelen met het leven en voelde me verantwoordelijk voor hun mentaal welzijn. Ik wilde zo graag dat het hun goed ging.’
‘Zaken waarover ik me schaamde of die me onzeker maakten, deelde ik niet met mijn ouders. Kinderen met gelukkige ouders die het leven aankunnen, kunnen dat wel. Het helpt je als kind om je gevoelens op een gezonde manier te kanaliseren. Als je dat niet kunt, krijgen gevoelens van schuld en schaamte de ruimte om te groeien.’
Wat je beschrijft, doet denken aan wat in de psychologie parentificatie wordt genoemd.
Spit: ‘Het is inderdaad een proces dat ontstaat als je als ouder je kinderen met je mentale gezondheid belast. Als kind ga je denken dat het jouw taak is om voor je ouder te zorgen. De liefde van een kind voor een ouder is veel onvoorwaardelijker dan die van een ouder voor een kind. Bij een kind leeft de angst dat als de ouder verdwijnt, je alleen achterblijft. Je moet die ouder in leven houden, wil je zelf blijven bestaan.’
Broeckhoven: ‘Het valt mij op dat jouw generatie geleerd heeft om dat soort dingen te verwoorden. In mijn generatie hadden ouders altijd gelijk en moest je vooral gehoorzamen. Daarvan afwijken was niet mogelijk. Ik heb me zelf nooit verantwoordelijk gevoeld voor het welzijn van mijn ouders. Ouders stonden boven jou en jij had ze te volgen.’
Schrijven heeft een helende functie. Dankzij mijn boeken voel ik mij gezien en gehoord.
Diane Broeckhoven

Spit: ‘Die zorgzame reflex naar onze ouders zie ik ook bij mijn broers en zus. Wij zijn ontzettende pleasers, bang van conflict. Altijd in de weer zodat de andere het goed heeft. Het is het typische profiel van mensen die een burn-out krijgen. Ze luisteren te weinig naar hun gevoelens.’
Broeckhoven: ‘Zelf heb ik dat pas in mijn latere leven geleerd. Ik was jaloers toen ik in jouw boek las hoe goed jij en je broers en zus met elkaar communiceren. Thuis leefden wij allemaal in totaal afzonderlijke werelden. Dat maakte het afscheid van mijn broer, die vijf jaar geleden overleed, zo pijnlijk. Tijdens zijn laatste dagen heb ik meermaals geprobeerd met hem een gesprek over palliatieve zorg aan te gaan. Hij bleef het deskundig ontwijken. Nochtans was hij een vlotte prater die heel grappig uit de hoek kon komen. Alleen heeft hij nooit geleerd over de essentiële dingen van het leven te praten. Hoe raar het ook mag klinken: het afscheid van mijn moeder koester ik als een mooi moment. Ik heb toen gehuild van ontroering. Haar hand in de mijne voelde als een soort van verzoening.'
In welke mate is het jou gelukt je moeder met woorden nog écht te bereiken vooraleer ze stierf?
Spit: ‘Wij hebben dat afgedwongen. We gaven haar een boekje waarin ze allerlei vragen over zichzelf kon beantwoorden. Of zij ergens spijt van had? Welke mooie herinneringen zij koesterde? In het begin sputterde ze tegen. Tot het moment kwam waarop zij begon te praten en dingen zelfs scherp begon te formuleren. Zo kenden wij haar niet. Hoewel ze goed was met taal, had ze nooit geleerd haar gevoelens te uiten. Uit angst om iets verkeerds te zeggen. Op het einde van haar leven vielen die remmingen weg. De twee laatste weken wilde ze, zonder al te veel bezoek, sterven. Wij vroegen de mensen die tijdens haar leven dicht bij haar stonden, een afscheidsboodschap te schrijven. Bij het lezen van die teksten was zij verwonderd over al het positiefs dat men over haar schreef. Had ik eerder geweten dat mensen zo van me hielden, ik had een heel ander en gelukkiger leven geleid, zei ze. Tijdens haar laatste dagen zagen we mijn moeder openbloeien. Ik herinner mij hoe ze tegen de verpleegkundige vertelde dat wij, haar kinderen, haar levensmanagers waren.’
Broeckhoven: ‘Dat is toch prachtig dat jullie op die manier afscheid hebben kunnen nemen! Mijn moeder trok alleen naar de overkant.’
In welke mate heeft jullie moederdochterrelatie invloed op wie jullie vandaag zijn?
Broeckhoven: ‘Het heeft zeker mijn schrijven beïnvloed. Dankzij mijn boeken voel ik mij gezien en gehoord. Ergens ben ik mijn moeder daarvoor zelfs dankbaar. Doordat ik mij thuis niet gehoord voelde door haar, moest ik een andere manier zien te vinden om mezelf te tonen. Tijdens haar leven heeft mijn moeder nooit haar waardering voor mij uitgesproken. Bij het opruimen van haar appartement ontdekte ik dat ze alle krantenknipsels die over mij verschenen, verzamelde.’ (lacht)
Spit: ‘Doordat mijn moeder zo weinig taal had om zich uit te drukken, deden wij ons uiterste best om toch maar manieren te vinden om dichter bij haar te komen. Van mijn moeder houden, was als een haven bouwen voor water dat nog moest komen. Zodat zij haar sloepje zou kunnen aanmeren en wij haar zouden begrijpen.’
‘Onlangs tijdens een lezing drong het tot mij door: al die mensen zijn hier omdat ik mij al die jaren door mijn eigen moeder niet gezien en begrepen voelde. Blijkbaar heb je dan later heel de wereld nodig om te bevestigen dat je iets waard bent. Mijn schrijven was een soort van ontsnappingsroute uit een relatie die me beklemde. Hoewel zij mijn boeken las, heb ik nooit geweten wat ze ervan vond. Soms gebeurde het dat ze me na een lezing een berichtje stuurde: Heb jij nu niets anders om aan te trekken? Dat soort passief-agressieve communicatie heeft zijn sporen nagelaten.’
Wanneer wist je dat je wilde schrijven?
Broeckhoven: ‘Al op jonge leeftijd vond ik letters iets magisch hebben. Geweldig toch dat je met 26 letters je gedachten en gevoelens kan uitdrukken. Ik had een boekje waarin ik mooie woorden verzamelde. Als Mère Antoine in de kantlijn van mijn schrift Puik! had geschreven, kon ik een hele dag gelukkig zijn met dat ene woord. Ik was acht jaar toen ik liet vallen dat ik schrijfster wilde worden. Het werd weggelachen. Schrijven was toen iets voor gepensioneerde leerkrachten.’ (lacht)
Spit: ‘In de lagere school schreef ik al romannetjes die ik aan de juffrouw liet lezen. Eentje ging over een ontvoering van een jongetje. Ik schreef het tijdens het Dutroux-tijdperk. Ik hield ook van opstellen schrijven. Op een dag begreep ik dat je niet hoeft te wachten met schrijven tot je een opdracht krijgt. Je kan gewoon zelf beginnen schrijven over iets wat jou bezighoudt.'

Heeft schrijven een therapeutische werking?
Broeckhoven: ‘Het heeft ongetwijfeld een helende functie. Schrijven is mijn tweede natuur geworden. Ik doe het haast elke dag. Het maakt mij een compleet mens. Het brengt opnieuw harmonie in mijn soms verbrokkelde gedachten. Achter mijn laptop een verhaal zien groeien, bezorgt mij heel vervullende momenten. Hoewel het een solitaire aangelegenheid is, voel ik mij niet eenzaam.’
Spit: ‘Mooi dat je het woord ‘helend’ gebruikt in plaats van ‘therapeutisch’. Je hebt namelijk een bepaalde afstand ten opzichte van je onderwerp nodig om erover te kunnen schrijven. Het helende bestaat erin dat je al schrijvend een overweldigende situatie herbeleeft en ze zo bevattelijker maakt. Schrijven heeft iets geruststellends. Mocht ik niet over het verlies van mijn moeder hebben kunnen schrijven, zou ik gek geworden zijn van verdriet.’
Wat wil je de lezer met jouw boek Autobiografie van een lichaam meegeven?
Spit: ‘Ik toon wat trauma met je zelfbeeld en lichaam doet. Met taal probeer ik de lezers inzicht te geven in dat proces, zodat ze kunnen benoemen wat het met hen doet.’
Broeckhoven: ‘Met je mooie woorden en rake omschrijvingen geef jij de lezer een spiegel waarin hij zichzelf herkent.’
Spit: ‘Dat vind ik een goede samenvatting. Ik wil de lezer inderdaad een spiegel aanreiken zodat hij zichzelf en relaties met anderen beter gaat begrijpen.’
Welke essentie wil jij met jouw boek Wat voorafging doorgeven?
Broeckhoven: ‘Het boek is zeker geen afrekening met mijn moeder. Ik heb vooral mijn liefde voor haar willen uitdrukken en begrip voor haar vaak onhebbelijk gedrag willen vragen. Niet dat haar moeilijke jeugd alles goedmaakt, maar toch… Ik wilde ook tonen dat je van iemand kunt houden, ook als die persoon jou de hele tijd de duvel aandoet.’
Kunnen we jouw boek niet vatten in één zin: mama, ik hou van jou?
Broeckhoven: ‘Nu je het zegt, ik had mijn boek tot één zin kunnen herleiden: Mama, ik hou van jou. (lacht) Maar voeg deze zin er nog aan toe: Ik weet dat ook jij, niettegenstaande je misprijzen, van mij houdt.’
Spit: ‘Mijn boek zie ik niet meteen als een liefdesverklaring, ook al zag ik mijn moeder graag. Na haar overlijden werd ik niet langer verzwolgen door de stilte. Tijdens haar leven probeerde ik haar de hele tijd al zwijgend te sparen. Het was alsof ik haar niet wilde schofferen met mijn geluk.’
Het lijkt wel alsof jullie liefde voor je moeder helemaal openbloeit nu zij er niet meer is.
Broeckhoven: ‘Mijn liefde voor haar krijgt nu inderdaad meer ruimte. Ze krijgt natuurlijk niet langer de kans om mij voortdurend te onderbreken of kleineren. (lacht) Over de grenzen van de dood vallen kleinzieligheden weg. De essentie blijft over. Ik denk nog elke dag aan haar. En gelukkig vooral aan de mooie momenten.’
Spit: ‘Ik ben vooral verlost van een schuldgevoel. Het woog op mij dat mijn moeder gevangen zat in alcoholisme en een slecht huwelijk en het daardoor moeilijker had dan ik. Dat gevoel was nog sterker de laatste twee jaar van haar ziekte. Nu zij er niet meer is, voel ik mij verlost van mijn misplaatste verantwoordelijkheidsgevoel. Ik blijf verdrietig dat het voor haar zo gelopen is, maar ben wel opgelucht dat zij nu een mooie plek in mijn leven inneemt. Een heel aantal van haar keukenspullen zijn bij mij terechtgekomen. Koken was haar manier om haar liefde te uiten. Het is fijn om haar op die manier bij mij te hebben. Eigenlijk begrijp ik mijn moeder nu beter en sta ik dichter bij haar dan toen ze nog leefde.’
Nu mijn moeder er niet meer is, voel ik mij verlost van mijn misplaatste verantwoordelijkheidsgevoel.
Lize Spit

Broeckhoven: ‘Dat gevoel van verlossing herken ik. Mijn moeder was 94 toen zij overleed. De laatste jaren kon ze behoorlijk tiranniek zijn. Dat je afscheid van je ouders moet nemen, hoort bij het leven. Als je dat soort einde harmonieus kunt afronden, dan heeft dat zelfs iets moois. Daarom vind ik in jouw boek de stroom van liefdevolle aandacht voor je moeder zo ontroerend.’
Kunnen we het even hebben over de liefde? Wat bracht en brengt ze in jullie leven?
Spit: ‘Mij bracht ze veel. Ik ben nu bijna zeven jaar samen met Rob. De man van mijn leven met wie ik twee jaar geleden getrouwd ben. Onze relatie biedt mij in de eerste plaats een veilige thuishaven. Het is de plek waar ik helemaal mezelf mag zijn, niet spannend hoef te blijven en mij voor niets hoef te schamen. Wij deinzen er niet voor terug om elkaar te laten weten dat wij elkaar graag zien. En we delen ook een grote gemeenschappelijke liefde voor taal.’
Broeckhoven: ‘Ik begin bijna een beetje jaloers te worden. (lacht) Naar zo’n relatie heb ik heel mijn leven verlangd. De man met wie ik drie kinderen heb, is op een bepaald moment bij mij weggegaan. Dat was heel hard. Ik was hem niet alleen kwijt, maar ook meteen al mijn illusies over de liefde. Toch zijn wij erin geslaagd een warme band met elkaar te behouden.’
Heb jij de liefde nodig om gelukkig te zijn?
Broeckhoven: ‘Zeker weten. Maar liefde vind je ook in liefdevolle vriendschappen of in de puurheid van je relatie als grootouder met je kleinkinderen.’
Welke levensvraag zouden jullie elkaar willen stellen?
Spit: Diane, jij bent 79 en nog steeds zo positief en jong van geest. Hoe doe je dat?
Broeckhoven: ‘Het zit deels in mijn aard. Wat ook helpt, is dingen te doen die je leuk vindt en met mensen van alle leeftijden om te gaan. Het houdt je geest open. Met ouder worden ben ik alleen maar gelukkiger geworden.’
Wat hoop je dat het leven jou nog brengt?
Broeckhoven: ‘Een bucketlist heb ik niet, en al evenmin plannen om uit een vliegtuig te springen. (lacht) Alles wat op mij afkomt, zal ik met open handen ontvangen. Wat voor mij bestemd is, zal zijn weg naar mij wel vinden.’
Lize, in welke mate heeft jouw laatste boek jou en je lichaam geheeld?
Spit: ‘Door mijn ervaringen neer te schrijven, hebben ze bestaansrecht gekregen. Dat helpt mij om los te laten. Ik definieer mezelf nu minder door mijn verleden, en heb veel meer de behoefte om vooruit te kijken. Of ik nu alles helemaal verwerkt heb? De kloof tussen je hoofd en je lichaam dichten, blijft een werk van lange adem.’
Diane Broeckhoven
- Geëngageerde auteur die op een toegankelijke manier over essentiële levensthema’s schrijft.
- Schreef een oeuvre van meer dan vijftig boeken bij elkaar waarvoor ze diverse literaire prijzen kreeg.
- De buitenkant van meneer Jules (2001) werd een bestseller en zorgde voor haar internationale doorbraak.
- Was als eerste Vlaamse auteur lid van de vakjury van de Gouden Boekenuil (2013).
Lize Spit
- Schrijfster die meteen met haar debuutroman Het smelt (2016) doorbrak.
- Kreeg meerdere literaire prijzen.
- Schreef de veel gelezen boeken: Ik ben er niet (2020), De eerlijke vinder (2023) en Autobiografie van mijn lichaam (2024).
- Gastdocent creatief schrijven aan het RITCS.
- Columnist bij de krant De Morgen.