Wat is je bijgebleven van jouw kindertijd?
De Caluwe: ‘Ik was vooral een blij kind. Ik groeide op in een warm gezin, met een zieke vader en een liefdevolle en zorgzame moeder. Daardoor werd ik me vroeg bewust van de fragiliteit van het leven. Het maakte mij dankbaar voor alle mooie momenten die op mijn pad kwamen. Op foto’s zie ik vaak een lachend kind dat iets wil geven. Eigenlijk ben ik nog steeds datzelfde kind, dat verhaaltjes wil vertellen en ervaringen wil delen.’
Van Daele: ‘Ik groeide op tussen drie oudere en drie jongere broers. Toen al zat ik in een middenpositie. (lacht) De leukste momenten waren onze zomeruitstappen naar Cadzand. De schepen die je daar zag binnenvaren, zetten mij aan het dromen. Minder leuk vond ik de periodes waarin het wekenlang regende. Dan kon ik niet naar buiten om met mijn vrienden kattenkwaad uit te halen. (lacht) Toch heeft die ervaring me er niet van weerhouden om met veel bewondering te genieten van het ballet Rain van Anne Teresa De Keersmaeker in de Brooklyn Academy of Music in New York.’
In welke mate leeft het innerlijke kind vandaag nog in jullie?
Van Daele: ‘In ieder van ons leeft nog een stukje kind. Het is de bron van onze creativiteit en flexibiliteit. Ook op latere leeftijd is het waardevol om regelmatig terug te denken aan je kindertijd, al was het maar om de intuïtieve lessen die je toen leerde niet te vergeten.’
‘Aan jonge diplomaten vertel ik altijd dat je de essentie van diplomatie al in het vierde leerjaar leert. Daar leer je hoe je met anderen omgaat, hoe je kunt manoeuvreren om mensen samen te brengen en gezamenlijke doelen te bereiken. Dan al ontdek je dat je alleen weinig kunt realiseren, maar dat je samen veel meer kunt. Dat inzicht had ik al op jonge leeftijd en is me mijn hele leven bijgebleven.’
De Caluwe: ‘Interessant dat jij daar een leeftijd aan kunt koppelen. Vroeger durfde ik alles: van bruggen, boten en de hoogste springplanken in het water springen. En dan merk je als dertiger, op een boot in Turkije, omringd door helderblauw water, dat je dat niet meer durft. Het is vreemd hoe de tijd die onbezonnen durf van vroeger blijkbaar aantast.’
‘Wat jij net beschreef – de ambitie om mensen samen te brengen – herken ik heel goed. Mijn broer en ik deden dat al van jongs af aan, met volleybal en voetbal, maar ook met zelfbedachte toneelstukjes die wij in de tuin opvoerden. Wij bouwden zelfs onze eigen praalwagens en trokken daarmee door de straten, met mijn broer verkleed als de heilige Madonna. (lacht) Samen creatief bezig zijn, is altijd mijn drijfveer geweest.’
Er is een groot onderscheid tussen gelijk hebben en gelijk kríjgen. Een ander fundamenteel inzicht is dat de voorbije 80 jaar van vrede en voorspoed die wij in Europa hebben gekend allerminst vanzelfsprekend zijn. Ze zijn het resultaat van menselijk vernuft en van het visionaire werk dat aan de basis ligt van de Europese Unie en de trans-Atlantische alliantie.
Frans van Daele
Wat zijn de belangrijkste inzichten die jij door de jaren heen als topdiplomaat hebt opgedaan?
Van Daele: ‘Diplomatie is een vak, geen vrijblijvende bezigheid. Net zoals in elke andere stiel vraagt het toewijding, inzet en ervaring. Wil je het verschil maken, dan zul je je in dat vak moeten verdiepen om het ambacht onder de knie te krijgen. Een van de belangrijkste lessen die ik heb geleerd, is dat er een groot onderscheid is tussen gelijk hebben en gelijk kríjgen. Diplomatie beweegt zich precies tussen die twee polen.’
‘Een ander fundamenteel inzicht is dat de voorbije 80 jaar van vrede en voorspoed die wij in Europa hebben gekend allerminst vanzelfsprekendheid zijn. Ze zijn het resultaat van menselijk vernuft en van het visionaire werk dat aan de basis ligt van de Europese Unie en de trans-Atlantische alliantie. Ik ben me ervan bewust dat die alliantie vandaag onder druk staat, en dat de EU op sommige vlakken verder had kunnen staan. Maar alles in overweging genomen, hebben wij als diplomaten mee gebouwd aan structuren die ons decennialang stabiliteit en welvaart hebben gebracht.’
‘Wanneer ik de kritiek op de EU hoor, denk ik vaak: laat ons vooral het kind niet met het badwater weggooien. Daarom blijf ik het belang van degelijk geschiedenisonderwijs benadrukken. Mark Twain verwoordde het treffend: History doesn’t repeat itself, but it rhymes. De geschiedenis herhaalt zich misschien niet letterlijk, maar ze rijmt wel. Wie de geschiedenis kent, weet dat machtspolitiek, geweld en oorlogen geen afwijking van de norm zijn. Het zijn net de afgelopen tachtig jaar van vrede in Europa die de uitzondering vormen.’
‘Het Russisch imperialisme is geen recent fenomeen. Het gaat terug tot de tijd van Peter de Grote en tsarina Catharina. Met andere woorden: Poetin zet een eeuwenoude politieke traditie voort. Het geniale van het Europese project schuilt net in het feit dat wij erin geslaagd zijn de rivaliteit tussen grootmachten om te buigen tot samenwerking. Het besef dat je beter bondgenoten kunt zijn dan vijanden is gegroeid uit de gruwelijke ervaringen van de wereldoorlogen.’
Wie de geschiedenis kent, weet dat machtspolitiek, geweld en oorlogen geen afwijking van de norm zijn. Het zijn net de afgelopen tachtig jaar van vrede in Europa die de uitzondering vormen.
Frans van Daele
Een cynische vaststelling: we lijken eerst de gruwel te moeten meemaken, voor we kunnen zeggen nooit meer.
Van Daele: ‘Ik hoop dat het ook anders kan, maar de werkelijkheid leert ons dat het helaas vaak zo gaat.’
De Caluwe: ‘De mens lijkt telkens weer het conflict op te zoeken, terwijl zijn diepste verlangen eigenlijk harmonie is. Wat je daarnet over geschiedenis zei, vond ik raak. Ik werk sinds kort aan een project rond Stefan Zweig, de Oostenrijkse schrijver van Die Welt von Gestern (De wereld van gisteren). Zweig groeide op in het fin de siècle-klimaat van Europa. In zijn boek blikt hij met een melancholische en lucide blik terug op het oude Europa van voor de wereldoorlogen. Het is een sleutelwerk voor iedereen die de Europese geschiedenis echt wil begrijpen.’
‘Het is duidelijk dat we niet in een vacuüm leven. Bepaalde patronen lijken zich telkens opnieuw te herhalen. Jij verwees daarnet al naar het gebrek aan historische kennis, en ik vrees dat dat één van de grootste drama’s van de voorbije decennia is. Vandaag is onderwijs vooral gericht op het aanleren van een vak. Want we moeten zo snel mogelijk kunnen functioneren binnen een productief, kapitalistisch systeem. Maar dat is een fundamentele denkfout. Want juist doordat we een breder historisch en menselijk kader missen, raken we het zicht kwijt op wie we werkelijk zijn en op hoe we ons tot de ander verhouden. In plaats van de ander te proberen begrijpen, zien we hem steeds vaker als een bedreiging. Dus bewapenen we ons, mentaal of fysiek, om de confrontatie uit de weg te gaan. Begrip vraagt moeite, maar precies daar begint de echte beschaving.’
‘De extreme gevolgen van zo’n benadering zien we bijvoorbeeld in de Verenigde Staten: openbare scholen verdwijnen, wetenschappelijk onderzoek wordt in twijfel getrokken en zelfs universiteiten komen onder politieke druk te staan. Onderwijs komt onder controle van de extreem religieuze zuilen of wordt enkel nog privé aangeboden.’
‘Vandaag is Poetin de vijand, morgen misschien Trump. Maar wat een onzin, want we zullen hoe dan ook met elkaar verder moeten en niet enkel vanuit defensief standpunt redeneren. Cultuur kan ons helpen elkaar beter te begrijpen en niet langer automatisch als vijand te zien. Voor mij zijn cultuur en onderwijs offensieve beleidsdomeinen. Door erin te investeren, zullen we op lange termijn besparen op defensie. Zo krijgt diplomatie opnieuw de ruimte om haar werk te doen. In plaats van te pronken met wapens, zouden we opnieuw moeten kiezen voor dialoog.’
In plaats van de ander te proberen begrijpen, zien we hem steeds vaker als een bedreiging. Dus bewapenen we ons, mentaal of fysiek, om de confrontatie uit de weg te gaan. Begrip vraagt moeite, maar precies daar begint de echte beschaving.
Peter De Caluwe
Van Daele: ‘Ook ik zou graag in een wereld leven waarin de wapens zijn neergelegd en diplomatie het laatste woord heeft. Maar de realiteit is helaas vaak anders. Als we onze veiligheid willen waarborgen, vertrekken we beter vanuit een positie van kracht dan van zwakte. Gelukkig beschikt de Europese Unie over andere middelen dan militaire macht om spanningen en belangenconflicten op te lossen. Het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg is daar een treffend voorbeeld van. Het bewijst dat rechtsstatelijkheid en dialoog krachtige instrumenten kunnen zijn in plaats van geweld.
De Caluwe: ‘Ik ben het helemaal met je eens, maar voor mij betekent jezelf wapenen vooral dat je je goed informeert over de ander en zijn geschiedenis probeert te begrijpen. Ik ben van nature een gewetensbezwaarde. Dat hele alfa-principe, waarbij de één de ander wil overheersen, vind ik onbegrijpelijk. Wat ik wel positief vind, is dat de invloed van vrouwelijke macht de afgelopen jaren duidelijk is toegenomen. Dat zie ik als een belangrijke stap vooruit.’
Wat is het belangrijkste inzicht dat jij hebt opgedaan tijdens je jaren als intendant van de opera?
De Caluwe: ‘Cultuurparticipatie helpt je om jezelf beter te leren kennen. De mooiste projecten ontstaan wanneer je niet als individu, maar juist als groep een stem krijgt, bijvoorbeeld door samen te zingen. Het is bekend dat kinderen die op jonge leeftijd samen zingen, vaak harmonieuzer in het leven staan.’
‘In voetbal draait het ook om samenspel met als doel doelpunten te scoren en de tegenstander te verslaan. In mijn vakgebied gaat het echter niet om winnaars en verliezers. Wij bundelen onze krachten om iets te creëren dat het individuele talent van iedereen overstijgt. Aan het einde van een voetbalwedstrijd klinkt vaak het lied You’ll Never Walk Alone, maar eigenlijk is dat lied misschien nog meer van toepassing op de operawereld.’
Wat betekent opera voor jou?
Van Daele: ‘Ik ben een grote liefhebber van Puccini. Vooral zijn vrouwelijke hoofdrollen in Tosca en La fanciulla del West vind ik fascinerend. Die verhalen van verzetsheldinnen kun je niet loszien van de emancipatiestrijd die vrouwen in die tijd hebben moeten voeren.’
De Caluwe: ‘Puccini had inderdaad een diepe bewondering voor vrouwen, zowel in zijn privéleven als in zijn muziek. Hij portretteerde krachtige, prachtige vrouwen. Dat sloot aan bij zijn tijd waarin het liberalisme in Europa opkwam. Opvallend is dat bijna al zijn heldinnen uiteindelijk sterven.’
In welke mate kan opera iets bijdragen aan onze samenleving?
Van Daele: ‘Dat is een klassieke kip-en-eivraag. Die krachtige vrouwenrollen konden opbloeien dankzij de liberale tijdsgeest, maar tegelijk heeft opera zelf ook bijgedragen aan die ontwikkeling. Juist die wisselwerking maakt het verhaal zo boeiend en fascinerend.’
De Caluwe: ‘Het maakproces van een opera is potentieel conflictueus. Zo is het bijvoorbeeld best een uitdaging om de librettist en de componist op één lijn te krijgen. Ook de samenwerking tussen dirigent en regisseur loopt niet altijd over rozen omdat ze, volgens het aloude adagio Prima la musica, poi le parole? (Eerst de muziek, dan de woorden) beide een andere prioriteit hebben. Soms leidt dat tot wrijving, maar juist uit die dynamiek ontstaat vaak iets moois.’
Van Daele: ‘Dat klinkt haast als een slagveld.’ (lacht)
De Caluwe: (lacht) ‘Ja, maar ik zie het proces van opera maken vooral als een model voor een harmonieuze samenleving. Als we conflicten kunnen omzetten in harmonie, deze harmonie ook binnenbrengen in het maakproces, kunnen we ook vreedzaam samenleven. Tegen de artiesten zeg ik vaak: Keep the drama on stage. Ik heb zelfs T-shirts met die tekst laten maken.’
‘Onze missie als operamakers is vooral het creëren van catharsis, iets wat onze maatschappij hard nodig heeft. Iedereen komt met een eigen verhaal de zaal binnen, maar gaat naar huis met het gevoel iets gemeenschappelijks te hebben beleefd. You shared a story and no longer feel alone with your troubles and pain. Die loutering is de kracht van cultuur en essentieel voor ons als mens.’
Hoe ben jij erin geslaagd om die harmonie als intendant tot stand te brengen?
De Caluwe: ‘Door mijn eigen harmoniemodel te ontdekken. Ik geloof niet zozeer in leiders, maar wel in leadership. Leiders zijn vaak vooral met zichzelf bezig, terwijl leadership draait om het beste uit mensen naar boven te halen. Sinds ik mijn opdracht bij de Munt heb afgerond, stuur ik geen team meer aan, en dat is wel even wennen. Ik verlang dan ook naar een nieuwe rol waarin ik op leadership kan inzetten.’
Jij hebt met en voor vele leiders gewerkt. Wat heb jij over leiderschap geleerd?
Van Daele: ‘Een leider zonder volgelingen is een kolonel zonder bataljon. Leiderschap houdt in dat je mensen rond een idee verzamelt. Dat kost tijd. Autocratische regimes lijken snel te kunnen beslissen, maar de geschiedenis toont dat ze zelden standhouden. Vroeg of laat komt het volk in opstand. Luisteren naar je mensen is je eerste plicht als leider. Doe je dat niet, dan ben je gedoemd te mislukken. Ik geloof sterk in de kracht van collectieve wijsheid.’
De Caluwe: ‘Ik merk dat er vandaag nog maar weinig beslissingen worden genomen waarbij echt de tijd wordt genomen om naar het team te luisteren. Terwijl het net zo essentieel is om voeling te houden met wat er binnen de groep leeft.’
Een leider zonder volgelingen is een kolonel zonder bataljon. Leiderschap houdt in dat je mensen rond een idee verzamelt. Dat kost tijd. Autocratische regimes lijken snel te kunnen beslissen, maar de geschiedenis toont dat ze zelden standhouden.
Frans van Daele
De Vlaamse Rand rond Brussel kent een grote culturele diversiteit. Hoe kunnen we die diversiteit omzetten in een harmonieus geheel?
Van Daele: ‘Je vraag suggereert dat diversiteit en harmonieus samenleven per se tegenstrijdig zijn, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Diversiteit vraagt vooral dat je ermee leert omgaan. In een land als het onze bestaan er nu eenmaal economische, religieuze en institutionele breuklijnen. Achter die lijnen schuilen groepen mensen die fundamenteel anders denken over belangrijke zaken. En toch zijn we er in België, ondanks die verschillen, vaak in geslaagd om samen iets op te bouwen.’
‘De situatie in de zes faciliteitengemeenten is nog een ander verhaal. In sommige van die gemeenten is geprobeerd om een dialoog tussen verschillende groepen tot stand te brengen. Soms lukt dat, soms niet. Maar de succesverhalen tonen aan dat het wél degelijk mogelijk is om in harmonie samen te leven, zolang men bereid is met elkaar in gesprek te blijven. It takes two to tango.’
De Caluwe: ‘Ik woon in Brussel. In een cirkel van 1 km word ik omringd door minstens 138 nationaliteiten. Dat fascineert mij. Ik maak misschien een wat vreemde vergelijking, maar in een supermarkt zien we diversiteit aan producten als een pluspunt. Waarom zouden we dat bij mensen dan niet zo kunnen zien? Ik ben heel tolerant ten opzichte van andere culturen. Het enige wat ik niet kan accepteren, is intolerantie.’
Welke vraag zouden jullie nog aan elkaar willen stellen?
Van Daele: ‘Welk boek ben jij nu aan het lezen?’
De Caluwe: ‘Malvina, een boek van Klara-presentatrice Sylvia Broeckaert. Het is een geromantiseerde biografie over de Vlaamse operadiva Vina Bovy. Op mijn nachtkastje ligt ook het gedicht Le Silence van Maurice Maeterlinck. Het gaat over terugkeren naar de kern van jezelf. Stilte, ik heb er steeds meer nood aan.’
De Caluwe: ‘Zou jij mijn job hebben willen doen? Jouw werk zegt me wel wat.’ (lacht)
Van Daele: ‘Ik heb altijd veel bewondering gehad voor wat jij en je team met opera doen. Zodra een operavoorstelling begint, word ik helemaal naar een andere wereld meegenomen. Maar ik denk niet dat ik over de juiste vaardigheden beschik om al die verschillende elementen die eigen zijn aan de operawereld aan elkaar te knopen.’
Denk jij dat Peter het in zich heeft om een bekwame en gerespecteerde diplomaat te zijn?
Van Daele: ‘Dat denk ik zeker.’
De Caluwe: ‘Ik zou het graag doen. Mensen samenbrengen heeft misschien geen directe economische waarde, maar het is des te waardevoller. Het vormt het fundament voor vrede.’