In Als de muren konden praten zong Will Tura in 1978 op een tekst van Nelly Byl over de eenzaamheid, het verdriet en de liefde verborgen achter onze gevels. Zonder het misschien te beseffen hebben regisseur Yves Degryse van theatergezelschap BERLIN en NTGent en scenarist Angelo Tijssens er een update van gemaakt; één die zich anno nu in de grootstad afspeelt. Met een anoniem appartementsblok als het echte hoofdpersonage openen individuele levensverhalen zich als vensterramen. Het publiek – koptelefoon op, omhoog turen – krijgt een inkijk in de levens die zich in zes verschillende flats afspelen.
Wat of wie is je thuis?
Tijssens noemt Here, een graphic novel van Richard McGuire, een inspiratie. Zijn compagnon verwijst naar Het leven een gebruiksaanwijzing van de Franse schrijver Georges Perec. ‘Bij elke mozaïekvertelling is Magnolia de logische referentie’, zegt Tijssens. ‘De verhalen in de film van Paul Thomas Andersen zijn vervlochten en hebben een gedeelde kern: de vraag wanneer het te laat is om iets te veranderen en of spijt een oplossing is. Wij probeerden onze verhalen een kern te geven: wat of wie is je thuis? Is dat het huis waarin je woont, het lichaam waarin je zit of de mensen rondom jou? Alle appartementen geven een mogelijk antwoord op die centrale vraag.’
Kleine en grote tragedies
Volgens Tijssens was het belangrijk om zowel lineaire verhalen te vertellen, zoals een verhuis naar een woonzorgcentrum, als verhalen die hetzelfde blijven, zoals dat van een moeder die nachtshifts draait en haar kind ’s nachts alleen moet laten, of dat van jonge mensen die een Deliveroo-account delen, maar voor de rest niet zo gek veel, want ook dat is het leven.
‘Het zou fout zijn om zes begin- en eindverhalen naast elkaar te presenteren. Ik ben een grote fan van Bruegel. In het schilderij Landschap en De val van Icarus is Icarus ook niet meer dan twee kleine witte beentjes die nog net uit het water steken, terwijl het leven rond hem gewoon doorgaat: de boer ploegt voort, de herder hoedt zijn schapen, een schip vertrekt. De wereld staat niet stil als wij onze kleine en grote tragedies beleven. Ik zou het zelfs de essentie van samenleven durven noemen, of dat nu in een appartementsgebouw, een stad of een land is.’
Meer dan Playmobil-figuren
Voor Tijssens is zo’n appartementsblok de ideale metafoor. ‘Telkens er iemand vertrekt, komt iemand anders in de plaats. Zo wordt een einde automatisch een nieuw begin. Die cyclus is onverbreekbaar. De voorstelling gaat tegelijk over de stad. Koeriers zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld en toch weten we niet wie ze zijn. Mensen vallen als Playmobil-figuren samen met wat ze dragen, zoals piloten, verpleegsters of vuilnisophalers.'
'In Brussel zien we de problemen buiten, maar krijgen we amper inzicht in wat er zich achter de gevels, laat staan in de hoofden en de harten afspeelt. Ik kan niet weten wat 1,2 miljoen mensen denken en voelen, maar ik wil wel dat we daar met zijn allen wat meer aandacht voor hebben. Iedereen heeft nood aan een thuis.’
Om de band tussen buurt en verhaal te versterken, wordt er op elke speelplek beroep gedaan op een 20-tal lokale dubbelgangers voor de vaste acteurs, die via projecties van vooraf opgenomen scènes aanwezig zijn. Een logistieke uitdaging die een extra poëtische dimensie toevoegt. De dubbelgangers krijg je enkel te zien als ze vanuit het decor de echte stad instappen.
'Als kijker voelt het misschien bevreemdend, maar het toont hoe graag we willen meegaan in de fictie, zelfs als de dubbelgangers er fysiek niet uitzien als hun personages. Tijdens de première in Gent was iemand bijna een halve meter groter dan zijn schermpersonage. Filmcriticus Roger Ebert had gelijk toen hij cinema een motor voor empathie noemde. Zelfs als we mensen maar een beetje kennen, voelen we mee.'
Eerst inhoud, dan vorm
Samen met Lukas Dhont schreef Tijssens eerder de scenario’s van Girl en Close. De draaidagen van een derde gezamenlijke film zijn net begonnen en ook Julian, het debuut van de Brusselse regisseur Kato Custers waarvoor hij het scenario schreef, gaat deze maand in première in Toronto.
Na De randen en Het einde van de straat verschijnt binnenkort ook zijn derde boek Beginnen. ‘Ik ben een aanhanger van de Amerikaanse architect Louis Sullivan, die stelde dat vorm zich aanpast aan inhoud. Ik begon romans te schrijven om iets te vertellen dat niet geschikt was voor film of theater. Ik voel me verwant met een bakker. Die bakt brood, maar ook croissants en taarten. De basis is bloem, maar met genoeg kennis over zijn oven, ingrediënten en rijstijden kan hij van alles uitproberen.’
Living Apartment Together
4, 5, 6 EN 7 SEP ● 21.00
Yves Degryse, Berlin & NTGent/ Periferik
Brussel, op locatie: Papenvest, 02 307 72 72