01 okt '24

Van Groenendaal naar Tervuren

161
door Gerard Hautekeur
Vandaag staat de tweede etappe van de GR Groene Gordel door de Brabantse Wouden op het wandelprogramma van Willemien en Gerard. Ze stappen van het station Groenendaal over Hoeilaart en Jezus-Eik naar de markt van Tervuren. Een traject van 17,2 km dat makkelijk haalbaar lijkt op een dag.

De herinrichting van de stationsomgeving is in een ver gevorderd stadium en is veel belovend voor de opwaardering van de stationsbuurt. Kers op de taart moet de herbestemming van het vervallen, beschermde Station Groenendaal worden. Het is trouwens de eeuwenoude toegangspoort tot het Zoniënwoud. Vanaf het station duiken we het bos in. Eerst lopen we langs de IJse, overdekt met kroos, door drassig grasland, volgen daarna het diep ingesneden Konijnenwandelpad en beklimmen de steile flank van het Varkensgat. De ups en downs zorgen voor een afwisselend parcours. Het valt ons meteen op dat de paden in dit deel van het Zoniënwoud veel smaller zijn dan de majestueuze paden vóór Groenendaal. Op onze weg ontmoeten we Myriam en Daniël, die met hun hond Jeroom dagelijks in hun ‘achtertuin’ komen wandelen. Ze zijn vertrouwd met ieder plekje van het bos. Ze vertellen over de zeven Koningsvijvers, waar mensen vroeger kwamen zwemmen, maar die vooral fungeerden als kweekvijvers voor vissen. Ze maken ons ook attent op de aantasting van de boomschors van vele dennenbomen. En inderdaad, we zien dennen met klimop overwoekerd, die op sterven na dood zijn. Het gepensioneerde koppel maakt zich zorgen over de ziektesymptomen van hun geliefde Zoniënwoud.

Nero

Na een dik uur stappen, zijn we toe aan een koffie en maken ons op voor de kennismaking met de beroemdste burger van Hoeilaart. Stripfiguur Nero maakt zijn opwachting aan het voormalige tramstation van Hoeilaart, dat nu alom bekend staat als het Nerocafé. In het fraai heringerichte station staat alles in het teken van de talrijke albums, die striptekenaar Marc Sleen en zijn geesteskind Nero onsterfelijk maakten. Voor het album De verschrikkelijke tweeling nam stripfiguur Nero zijn intrek in het tramstation, dat ook in andere stripverhalen een rol speelde. Uitbater David Crustein is in zijn nopjes met de grote belangstelling van bezoekers van overal uit Europa. In zijn café serveert hij het Nerobier dat voordien exclusief werd gebrouwen voor de Stichting Marc Sleen. Hij prijst ook zijn menu voor groepen wandelaars aan, die wel vooraf moeten reserveren. In het nabijgelegen park zijn elektriciteitskastjes opgesmukt met graffitikunst, die vanzelfsprekend ook striptekeningen van Sleen in de picture zetten.

Glazen dorp

Net buiten het centrum volgen we het erg steile pad Felix Sohie. Naar ons aanvoelen heeft het een stijgingsgraad van meer dan tien procent. Helemaal boven worden we beloond met een prachtig uitzicht op het dorp in het dal. In 1865 bouwde hovenier Sohie de eerste druivenserre in Hoeilaart; een halve eeuw later waren de hellingen van de IJse-vallei overdekt met glazen kassen. Telers uit Overijse, Huldenberg, Duisberg en Terhulpen volgden het voorbeeld van het glazen dorp. Allen vonden een gretige afname voor hun druiven in het naburige Brussel, en ook in en buiten de Druivenstreek. De tafeldruif is een uniek streekproduct, maar vanaf de jaren 1960 begon de gestage achteruitgang van de druiventeelt. Op onze wandeling langs het Beemdekensveld zien we sporen van oude constructies of serres die op instorten staan, andere die als opslagplaats worden gebruikt of voor een andere teelt dienen.

Toch zijn er uitzonderlijk nog doorzetters van het eerste uur. We kloppen aan bij de 96-jarige Norbert Vanheerentals. ‘In mijn gloriejaren kweekte ik druiven in vijftien serres. Met mijn Royal en Muskaat druiven ging ik tot ver buiten de streek op de markt staan. Nu heb ik nog één serre voor de thuisverkoop.’ Norbert noemt zich een echte Hoeilander, die de verfransing van zijn dorp betreurt, maar ondervond dat de Hoeilanders graag zelf uitpakten met hun kennis van de Franse taal. Hij is een minzaam man met zin voor humor, die een stevige band heeft en had met streekgenoten, zoals Marc Sleen. Met trots vertelt hij dat weerman Armand Pien ieder jaar zijn druiven op het tv-scherm liet zien.

Na dit bijzonder aangename intermezzo vervolgen we onze route langs het Koedaalbos dat werd aangeplant tijdens een actie van de Stichting Kom op tegen Kanker. Zes houten ligstoelen staan naast elkaar aan de rand van de Koedaalstraat. Ze nodigen wandelaars uit om er tot rust te komen of te picknicken. Vanop die plek heb je een verrassend uitzicht op het glooiende landschap.

Daarna volgt een pittige wandeling naar Jezus-Eik, aan de overkant van de zeer drukke E411. De zon prikt ongenadig hard. We zijn blij dat we het geraas van de snelweg achter ons kunnen laten en in de cafetaria van gemeenschapscentrum de Bosuil een langere pauze kunnen nemen. Onder een parasol in een groen kader komen we weer op krachten. Net achter de Bosuil volgen we de kaarsrechte bosdreven die ons naar het Arboretum van Tervuren loodsen.

Wereldreis

De GR Groene Gordel volgt nu de Koninklijke Wandeling door de 120 ha van het Arboretum. ‘Wat ons onderscheidt van de rest van het Zoniënwoud is dat we ons hier bevinden in een privaat kroondomein, dat wordt opengesteld voor het publiek en is aangelegd onder koning Leopold II’, vertelt boswachter Kevin Knevels. ‘In dit deel van het Zoniënwoud tref je geen beukenkathedralen aan, maar een mengeling van wel 800 boomsoorten. Met zijn initiatief voor het planten van een bomencollectie van een diverse geografische samenstelling, was Leopold II vrij vooruitstrevend. Hij ging in tegen de trend van die tijd om op grote schaal bomen van eenzelfde soort voor de houtkap te planten. In het arboretum maak je op een halve dag tijd een wereldreis, van de oude wereld (Europa) naar de nieuwe wereld (Amerika). Bomen uit Noord-Amerika vind je in de zone van het eerste deel van het pad. En voorbij de Kapucijnendreef vind je de zone met beuken- en naaldbomen. De prachtige Kapucijnendreef met rode beuk is genoemd naar het voormalige Kapucijnenklooster dat hier heeft gestaan’, vertelt Kevin.

Volgens de boswachter is het huidige arboretum een van de zeldzaamste plekken in België waar je de invloed van de klimaatverandering van zo nabij kunt observeren. ‘Met eigen ogen kun je ontdekken hoe bomen onder de opeenvolging van extreme weersomstandigheden hebben te lijden. Denk aan de hete zomers van de afgelopen drie jaar, gevolgd door de recente, zeer natte periode. Soms krijg je enorme temperatuurschommelingen op een paar uur tijd, van meer dan 30 naar amper 19°C. Alle bomen voelen hiervan de impact, maar uitheemse boomsoorten die hier nog niet ten volle verankerd zijn, hebben er sterker onder te lijden. Je kunt er niet naast kijken dat gigantische, oude bomen doodvallen. Met de klimaatverandering staan we voor een reusachtige uitdaging om het bos duurzamer te maken.’

Opgejaagd wild

Nog voor we het arboretum achter ons hebben gelaten, horen we in de verte gedonder. In een mum van tijd wordt de hemel boven ons pikzwart. De vogels verstommen. Het bos lijkt zijn adem in te houden voor wat komen moet. Het is drukkend warm. Plots steekt een flinke windvlaag op en Willemien en ik zijn lichtjes in paniek. We vrezen dat we een hevige onweersbui op ons dak zullen krijgen. Nergens staan er schuilhutten. We verdapperen, voelen ons op dat moment als opgejaagd wild. De eerste druppels klateren naar beneden, maar dan valt de wind stil en de hemel klaart helemaal op. Oef, we zijn veilig! We bevinden ons nu in een meer open landschap.

Voerbronnen Aan de Voerbronnen lassen we een pauze in. De recent uitgegraven vijvers in het natuurgebied zijn een trekpleister voor allerlei watervogels. Het is een idyllische oase. We treffen er Gui Plezier aan, die hier nagenoeg iedere dag een uur komt wandelen. Dit jaar is hij opgetogen over de kalmte in het bos. In dezelfde periode vorig jaar werd hij vaker geconfronteerd met een kudde everzwijnen. Met een klein hartje vertelt hij hoe hij op een dag werd achterna gezeten door een groot everzwijn. Hij was bang voor een fatale aanvaring met het beest, dat op het laatste nippertje voor hem uitweek. Als hij het pijnlijke avontuur vertelt, vraagt Gui zich luidop af of het voor het everzwijn misschien gewoon een spel was.

Als we vertrekkensklaar zijn, zien we dat de lucht opnieuw aan het betrekken is. We zetten er stevig de pas in, volgen een heel eind de Voer en halen opgelucht adem als we de markt van Tervuren bereiken, het eindpunt van onze tweede etappe. We zitten nog maar goed en wel op de snelbus naar Brussel wanneer het onweer in alle hevigheid losbarst. Nadien vernemen we dat het onweer lelijk heeft huisgehouden rond Brussel. De Grote Routepaden volgen, blijft een belevenis.

 


 

Grote Routepaden Groene Gordel

Wandelen in de Vlaamse Rand is heerlijk. Zeker ook als je de GR Groene Gordel volgt. Dat traject werd onlangs hertekend en er werd een meer uitgebreide en handige Wandelgids bij gepubliceerd. De route is opgesplitst in acht etappes, geclusterd in drie delen: de Brabantse Kouters, de Brabantse Wouden & Noord-Dijleland, en het Pajottenland & Zennevallei. Ze brengen drie typerende landschappen in de Groene Rand rond Brussel in beeld. In acht opeenvolgende edities van RandKrant delen Gerard Hautekeur en zijn vrouw Willemien van Miltenburg hun ervaringen en impressies met de lezer. Ze maken dankbaar gebruik van de tips van de dienst Toerisme Vlaams-Brabant.