01 nov '18

‘Nieuwe mensen leren kennen’

6511
door Wim Troch
Op nog geen honderd meter van de Brusselse Ring is het Bosmuseum Jan van Ruusbroec een verrassende oase van rust. Eric Senelle en Myriam Van Damme werken als vrijwilliger in deze poort van het Zoniënwoud.

De grote witte vierkanthoeve langs de Duboislaan in Groenendaal geeft op het eerste zicht maar weinig van haar geheimen prijs. Allicht beseft slechts een fractie van de duizenden chauffeurs die op deze baan dwars door het Zoniënwoud rijdt wat er binnen te zien is. Nochtans is dat heel wat. In het Bosmuseum Jan van Ruusbroec vind je een overzicht van de planten en dieren die je in het bos kan vinden. Ook de geschiedenis van het bos komt aan bod, net als de beroepen die er vroeger werden beoefend. Het museum is ook het vertrekpunt van gegidste wandelingen en andere activiteiten in het bos.

TOEGANGSPOORT

Eric Senelle en Myriam Van Damme zijn twee van de achttien vrijwilligers die de bezoekers met open armen ontvangen. ‘Dit museum is één van de zeven grote toegangspoorten van het Zoniënwoud’, vertelt Myriam. ‘Dit is een infopunt van waaruit de gegidste wandelingen vertrekken. We krijgen veel scholen over de vloer. Zeker tijdens de Week van het Bos is het hier druk. Ook afgelopen zomer hebben we veel volk gezien. Tijdens de hittegolf kwamen heel wat mensen verkoeling zoeken in het bos. Iedereen is welkom. Ook andersvaliden kunnen hier terecht. Er is zelfs een wandelpad voor blinden en in het museum is er uitleg in braille.’

PAPIERSCHUUR

Eric uit Ottenburg is sinds februari vorig jaar vrijwilliger. ‘Ik zag toevallig een advertentie in De Streekkrant’, vertelt hij. ‘Ik ben gepensioneerd, dus ik heb wat tijd over. De natuur heeft me altijd aangesproken. Ik heb een cursus Natuurgids gevolgd, zodat ik wandelingen in het bos kan begeleiden. Daarnaast verzorg ik drie tot vier keer per maand de permanentie in het museum. In het weekend is het meestal het drukst. Dan halen we makkelijk vijftig bezoekers.’ 

Ook Myriam uit Huldenberg zag een advertentie die haar aansprak. ‘Ze zochten vrijwilligers om een leerpad (een thematische wandeling) te ontwikkelen. Ik werk deeltijds en ik wilde wel eens iets anders doen. Daarom heb ik me aangemeld. Na twee jaar kan ik zeggen dat dit een verrijking voor mezelf is. Ik heb veel nieuwe mensen en nieuwe dingen leren kennen. Elke gidsbeurt is anders.’ Eric vult aan: ‘De voldoening is groot. Je leert andere mensen iets bij, ook jezelf. Je kunt zeggen: Het is toch maar een bos, maar er valt veel over te vertellen. Over vroeger, zoals over de verschillende kloosters of de diverse beroepen die in het bos werden beoefend, en over vandaag. Hier lopen veel meer dieren rond dan je zou denken. En heel wat kinderen weten niet waar het papier waarop ze schrijven vandaan komt.’

BEUKEN VAN TWEEHONDERD JAAR

Het Zoniënwoud is uniek in verschillende opzichten. Niet alleen omdat het zich uitstrekt over de drie gewesten van ons land, maar ook omdat bepaalde delen Unesco werelderfgoed zijn. Je vindt er heel wat beuken van tweehonderd jaar oud. Het team van vrijwilligers in het Bosmuseum is divers. ‘Je hebt twintigers, maar net zo goed zestig plussers’, zegt Eric. ‘Sommigen zijn al twintig jaar gids. Als vrijwilliger moet je bereid zijn om in te vallen. Je hoopt dan dat je, net zoals een kat, op je pootjes valt. In een kleinschalig museum zoals dit moet je inventief zijn, het is soms wat improviseren en behelpen, maar dat is net het leuke eraan.’ 

Het museum bestaat meer dan twintig jaar. In de volgende jaren zal het Agentschap voor Natuur en Bos de onthaalpoort moderniseren. Het museum zal vanaf dan ook op meertalige informatie inzetten. ‘Als het goed weer is, zien we hier veel wandelaars en fietsers. Vooral mensen uit Brussel of de Rand. Dit is een belangrijke groene long voor onze hoofdstad. Af en toe zien we ook bezoekers die van verder komen. Het is een beetje een onbekende attractie, maar absoluut de moeite waard.’

 Het Bosmuseum Groenendaal is steeds op zoek naar vrijwilligers. Zin? Neem contact op met www.natuurenbos.be/vrijwilligerswerk