01 dec '21

‘We hadden niet veel anders
dan fietsen en voetballen’

11780
door Michaël Bellon
Een mens moet het soms niet te ver zoeken. Het hele leven van Paul Van Himst, de meest succesvolle Belgische voetballer van de twintigste eeuw, heeft zich nagenoeg volledig afgespeeld tussen afrit 8 richting Heizel en afrit 15 richting Anderlecht en Sint-Pieters-Leeuw.

De voetbalcarrière van Paul Van Himst hoeven we niet na te vertellen. Toch dit: Van Himst debuteerde op zijn zestiende in het eerste elftal van Anderlecht, waarmee hij acht keer kampioen van België werd. Zelf won hij vier keer de Gouden Schoen en was hij 81 keer Rode Duivel, onder meer op het EK 1972 waarop België derde eindigde. Als trainer van Anderlecht haalde Van Himst twee Europacupfinales. Als bondscoach leidde hij de nationale ploeg naar het WK 1994 in Amerika. Ook altijd leuk om te vermelden, is de Amerikaanse oorlogsen voetbalfilm Escape to Victory uit 1981, waarin Van Himst aantreedt naast Sylvester Stallone en Pelé. Wanneer hij niet met de club of het land op verplaatsing was, hield Van Himst het graag dichtbij huis.

Buitenkant voet

‘De witte Pelé’ met zijn befaamde ‘buitenkant voet’ werd op 2 oktober 1943 geboren. Zijn ouders woonden in de Felix Wittouckstraat in Negenmanneke, een gehucht van Zuun, deelgemeente van Sint-Pieters-Leeuw, op de grens met Anderlecht, vlakbij waar nu de IKEA staat. Vader Jozef Van Himst was afkomstig uit Stekene bij de Nederlandse grens. Hij werd veehandelaar nadat zijn ouders in Anderlecht waren komen wonen. Van Himst: ‘Vader ging de baan op om beesten op te kopen. Hij verkocht ze door aan het Slachthuis van Anderlecht. Tijdens de vakantie ging ik wel eens mee met de camion om de beesten op te halen.’

Ondertussen ontfermde moeder Hortense Carlier zich over de kleine Paul, zijn oudere zus Marie-Louise en zijn jongere broer André. Moeder was afkomstig uit Mekingen, een ander gehucht van Sint-Pieters-Leeuw. ‘Daar woonden nog zusters van mijn moeder die een boerderij hadden met dieren en fruitbomen, naast het café de Smis van Mekingen dat nog altijd bestaat. Als kind hadden we niet veel anders dan fietsen en voetballen. Ik heb vroeger dus ook veel gefietst, de koers heeft me altijd geïnteresseerd. Ik ben een leeftijdsgenoot van Eddy Merckx. Toen we jong waren, heb ik nog koffie verkocht aan zijn ouders die in Woluwe een groentewinkel hadden. Ik heb hem nog bij de beginnelingen weten rijden toen ik in het eerste elftal van Anderlecht speelde. Sindsdien zijn we elkaar blijven zien.’

Van Negenmanneke naar Anderlecht

De naam Negenmanneke zou verwijzen naar het tolgeld dat in de 16e eeuw moest worden betaald om van Sint-Pieters-Leeuw Anderlecht binnen te kunnen. Voor de jonge Paul zou die overgang veel makkelijker verlopen. Van Himst: ‘Mijn vader was supporter van Anderlecht. Vooral van spits Jef Mermans, die er in de jaren vijftig voor zorgde dat Anderlecht kwam opzetten. Wij gingen naar alle thuismatchen kijken. Met de auto over de Bergensesteenweg en dan het Astridpark door. Dat was een feest.’ De rest van de week speelde Van Himst zelf voetbal, vooral in het Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht, net buiten de Ring tegenover de IKEA, waar ook Frank Vercauteren, Dennis Praet, Youri Tielemans en Leander Dendoncker later school hebben gelopen. ‘De school was ook al in mijn tijd gekend van het voetbal. Rik Coppens heeft er nog op internaat gezeten. Ik woonde vlakbij en speelde in de schoolploeg.’

De witte Pelé met zijn buitenkant voet is altijd dichtbij huis gebleven.

Van het verhaal over de manier waarop Van Himst bij Anderlecht terechtkwam, bestaan verschillende versies. We laten het hem zelf vertellen: ‘Toen ik 8 jaar was, ging ik met mijn neef Lucien voor de eerste keer mee naar Anderlecht. De latere voorzitter Constant Vanden Stock was toen jeugdverantwoordelijke. Hij twijfelde eerst aan mijn kwaliteiten tot ik een keer mocht invallen. Toen mochten mijn ouders direct een affiliatie tekenen. In 1959-1960 ben ik in de eerste ploeg van Anderlecht gekomen. Ik was zestien jaar. Jef Mermans was net weg en er kwam een nieuwe lichting met veel jongens van bij ons, zoals Jef Jurion (Sint-Pieters-Leeuw), Jean Cornelis (Lot), Georges Heylens (Etterbeek) en Jean Trappeniers (Vilvoorde).’

Koffie achteraf

Om te gaan voetballen, moest Van Himst de Ring niet eens over, want die bestond nog niet. ‘Die is gebouwd toen ik al in Bijgaarden woonde. Toen ik in 1965 ben getrouwd (met zijn inmiddels overleden vrouw Arlette, red.), hebben we daar gebouwd. Ik ben er altijd blijven wonen. Het is niet ver van Anderlecht, de Heizel en de koffiezaak (eerst in Zellik nadien in Relegem). Als je dat uitrekent, zijn dat veel verplaatsingsuren die je wint. Dat de regio ondertussen sterk is veranderd, stoort me niet. Je wordt aan alles gewoon.’

Hoe belandde het boegbeeld van de club in de koffie? ‘In 1990 heb ik Brésor overgenomen van Georges Denil. In die jaren wist ik nog niet of ik in de voetbalwereld zou blijven of niet. Maar al van lang daarvoor, vanaf mijn achttiende, verkocht ik koffie. In de voormiddag werkte ik in de zaak, daarna ging ik naar de training.’ Koffiebranderij Brésor – een samentrekking van ‘Brésil’ en ‘or’ of ‘het goud van Brazilië’ – betrekt zijn bonen uit Santos in Brazilië, de streek waar ook Pelé vandaan komt. Het is nog altijd een familiezaak met een sterke lokale verankering. Zoon Frank en dochter Claudia werken er. En Paul komt nog bijna elke dag langs in Relegem.

Vandaag amuseert Van Himst zich nog altijd met voetbal en koers. Op televisie en dit seizoen hopelijk ook opnieuw in levende lijve. ‘Eddy Merckx is ondertussen een boezemvriend geworden. Fietsen kan ik zelf niet meer na een operatie aan de rug, maar we spreken regelmatig af om iets te eten en bij te praten. Daarnaast zijn mijn weken gevuld met het voetbal van de kleinkinderen. Eéntje speelt bij Grimbergen, één bij Wambeek en één bij de beloften van Anderlecht.’