01 jun '18

‘Ik wil constant verrast worden’

11953
door Ines Minten
De vierkantshoeve in Overijse waar zanger en muzikant Daan Stuyven vijf jaar geleden neerstreek, is een magische plek voor hem. ‘Het was liefde op het eerste gezicht.’

Ik heb de streek rond Overijse altijd feeëriek gevonden. Dat baantje van Leuven naar hier, al die heuvels,… Ik vind het altijd spijtig als het ergens helemaal plat is. Ik hou van reliëf, van groen en van verschillende soorten huizen door elkaar. En ik hou van dingen die al een beetje geleefd hebben, waar een beetje geschiedenis aan hangt.’ Hij wijst op een witte gevel van de boerderij. ‘Als je daar ’s nachts een spotje op zet, komen er ineens twintig oude deuren tevoorschijn. Deze plek bestaat al 250 jaar en is al honderd keer veranderd. Dat geeft me het gevoel dat ze niet van mij is, maar dat ik ze een tijdje leen, om ze dan weer aan een volgende bewoner door te geven.’

Daan Stuyven woont graag op zijn magische plek in het groen, maar bezorg hem vooral niet het gevoel dat hij er vastzit. ‘Mocht je me vertellen dat ik tot het eind van mijn dagen alleen maar muzikant kon zijn, ik zou direct een andere job willen. Als je ’s avonds voor duizend man speelt, met alle chaos en lawaai van dien, dan is het zalig om thuis te komen in de stilte, met de ramen open te slapen en alleen de vogels te horen. Mja, er is een leeftijd voor alles’, lacht hij. ‘Ik heb zoete herinneringen aan mijn zotte jaren, waarin ik dag en nacht raasde. Het kon niet druk genoeg zijn. Maar zo’n leven is topsport, hè. Daar heb ik nu minder behoefte aan.’

CHAOS EN SCHIZOFRENIE

‘Ik hou van een beetje schizofrenie. Ik kom graag verschillende versies van mezelf tegen.’ Dat weerspiegelt zich in de boerderij. De ene kant gebruikt hij voor muziek, de andere om te tekenen. ‘Ik switch constant tussen wat ik doe en wie ik ben. Zelfs als ik het gras maai, leg ik er geen systeem in. Dat zou logisch zijn, maar toch begin ik er elke keer anders aan, chaotisch. Alleen zo blijft het plezant. Ik wil constant verrast worden.’

Het is ook de reden waarom hij zo veel aspecten van zijn werk zelf behartigt. Teksten schrijven, muziek producen en mixen, een videoclip maken of de hoes voor een cd ontwerpen. ‘In die ene job van zanger zitten er wel vijf-zes andere, die ik allemaal graag doe.’ En die hem – eerlijk is eerlijk – ook geregeld hartsgrondig doen vloeken. ‘Nu ben ik bijvoorbeeld teksten aan het schrijven voor een nieuw project waar we ergens in het najaar mee naar buiten zullen komen. Ik word er zot van: tien uur aan een stuk tegen de muren oplopen, nóg een kop koffie zetten, tot ik er echt heel ambetant van word. En dan ineens komt het: vijftig flarden tekst rijgen zich in een lange sliert aaneen.’ Een haat-liefderelatie noemt hij het. Maar toch is teksten schrijven voor hem het belangrijkste aspect van zijn creativiteit. Met de teksten begint alles.

EEN GOED GESPREK

‘Op mijn telefoon heb ik stukjes tekst, woorden en interessante gedachten staan. Als ik iets tegenkom, noteer ik het. Ik neem ook audiofragmentjes op. Middenin een gesprek kan ik iemand vragen wat hij net heeft gezegd. Secondje! Even opnemen, en het gesprek kan weer verder gaan. Zo reiken mensen me zonder het te weten vaak goede titels of stukken tekst aan.’

‘Mensen reiken mij vaak zonder het zelf te weten goede stukjes tekst aan.’

‘Idealiter is een lied een boeiend, intens gesprek met de luisteraar. In dat gesprek herken je elkaar, je bereikt een gedeelde gevoelstoestand of je krijgt een gevoel op een andere manier te zien. Maar je bent aan het communiceren’, benadrukt hij. ‘Je doet het niet zomaar voor jezelf.’ Artiesten die dat beweren, slaan volgens hem de bal mis. Je brengt je muziek naar een podium en terwijl je je zinnen zingt, kijk je het publiek in de ogen. Dan kun je maar beter menen wat je vertelt. ‘Het komt sowieso terug in je gezicht: veel mensen confronteren je met fragmenten, details, zinnen of momenten waarop ze met een bepaald nummer iets hebben gedaan. Het gaat soms een heel eigen leven leiden.’

Dezelfde nummers van Daan zijn al op trouwfeesten, doopsels, begrafenissen en politieke congressen gedraaid. ‘Zodra je je muziek uit handen geeft, kun je zelf niet langer bepalen wat ermee gebeurt. Ik zoek die verschillende interpretaties ook wel op, hoor. Ik probeer nooit gewoon triestige muziek te maken of een simpel happy nummer. Als ik iets schrijf wat vrolijk klinkt, zitten er ook altijd addertjes onder het gras. Ik maak graag van dat soort kruisdingetjes, dus ik nodig mensen uit om ze te interpreteren. Alleen wanneer ik aan het zappen ben en ik opeens een welgemeend triest streepje muziek van mezelf onder een of andere scène van een onnozele reality show hoor, krullen mijn tenen.’

ALLES BEVAT SCHOONHEID

Het was al vroeg duidelijk dat Stuyven een creatief beroep zou kiezen. ‘Mijn vader is schilder. Ik had dus altijd het idee dat volwassen mannen een eigen ruimte hebben, waarin ze op de een of andere manier creatief bezig zijn. Dat er ook bankdirecteurs en tandartsen bestaan, besefte ik niet.’ Zijn vader wees hem op de schoonheid van de dingen. ‘Dat kon de kleur van de hemel zijn, maar ook de omheining van een tuin of de onbeduidende klank van een riviertje. Als kind werd me ingelepeld dat alles schoonheid bevat en dat alles creatief en spiritueel te interpreteren valt. Mijn vader heeft me ook geholpen om de twee kanten van alles te bekijken. Daar ben ik hem heel dankbaar voor.’ Van zijn moeder erfde hij de liefde voor oude dingen en reizen. ‘Als kind heb ik met haar veel rommelmarkten afgeschuimd. Nog altijd ben ik verslaafd aan objecten met karakter.’

‘Ik kom graag verschillende versies van mezelf tegen.’

Zijn eigen kinderen (10 en 18 jaar) wil Stuyven vooral vrij laten. ‘Mijn dochter leest en schrijft graag. Dat vind ik natuurlijk heel tof, maar ik laat ze vooral hun eigen passies ontdekken. Met pushen kun je veel kwaad doen. Mijn ouders wilden vroeger dat ik naar het conservatorium zou gaan om een instrument te leren, en ik heb dat altijd geweigerd. Tot het moment waarop ik van mijn zus een gitaar heb geleend. Nog voor ik kon spelen, was ik al nummers aan het schrijven, in heel slecht Engels. Kinderen moeten zich wat tegen hun ouders kunnen afzetten. Ik gun de mijne dat ook van harte. Maar zodra ze vragen om gitaar te leren spelen, hebben ze er binnen de vijf seconden eentje in hun handen.’

GITAAR SPELEN OP EEN RACKET

Van alle creatieve beroepen sprak muziek de jonge Stuyven het meest aan. ‘Muziek liet mij het hardst wegdromen. Het is een expressievorm waar je alles in kwijt kunt, ook de kwade of slechte dingen. En dat dan ook nog eens met een publiek kunnen delen… het leek me een droomjob.’ Hij begon ermee zoals elk kind: met een badmintonracket als imaginaire gitaar. Vervolgens de bandopnemer kapen, een eerste gitaar,… ‘Ik wist meteen dat ik vooral nummers wilde schrijven, niet gitarist of drummer worden, nee, ik wou iets maken.’

Eerst was er wat schroom. Was rockmuzikant worden wel een nobel doel? ‘De perceptie is intussen veranderd, maar in de jaren 80 waren er nog maar weinig groepen in ons land. Je had De Kreuners en Arno en dan was je zowat rond.’ Na enkele eerste projecten met wisselend succes, bracht hij een plaat uit met een groep die Volt heette. ‘Het werd een gigantische flop en dus besloot ik dat ik me voortaan nergens meer als zanger kon vertonen.’ Tijd voor een diploma en een ‘echte’ baan. En dus werd hij grafisch vormgever en ontwierp hij de ene cd-hoes na de andere. ‘Daar werd ik op den duur zot van’, vertelt hij, ‘want ik wou natuurlijk liever zélf die platen maken.’ Op een dag besloop een burn-out hem, en hij bedacht: ‘Ik heb intussen geleerd om zowat alles te verkopen. Misschien wordt het tijd om nu eens mezelf te verkopen.’ Hij was nooit helemaal gestopt met muziek.

Eind jaren 90 had hij bijvoorbeeld een behoorlijke reputatie in alternatieve circuits met Dead Man Ray, een groep die nu al vijftien jaar op pauze staat, ‘maar die nooit is gesplit’ en waar ook Rudy Trouvé (ex-dEUS) deel van uitmaakt. De echte doorbraak kwam er echter in 2002 met Bridge Burner, de tweede plaat van zijn groep DAAN, waarmee hij de grenzen tussen alternatief en commercieel met veel plezier opblies. Op die plaat stond het nummer Swedish Designer Drugs. De rest is geschiedenis, maar wel geschiedenis in volle gang.

 Daan heeft een goed gevulde festivalzomer. ‘We hebben geen nieuwe plaat, dus brengen we vooral nummers waar we zelf het meest zin in hebben. We spelen deze zomer met acht man. We vullen de groep aan met drie blazers. Zo’n blazerssectie achter mij, dat hebben we nog nooit gedaan. Het wordt tof.’

www.daan.be