01 feb '24

Hoe groen en rust combineren
met drukte en bebouwing?

1243
door Luc Vanheerentals
De druk op de Rand neemt toe: meer inwoners, meer verkeer, meer bebouwing, meer economische activiteit, … En toch wil iedereen een groene Rand. Hoe valt dat te rijmen?

De hogere beleidsniveaus stimuleren lokale besturen om hun ruimtelijk beleid te verduurzamen. In het provinciaal plan Ruimte voor Vlaams-Brabant bijvoorbeeld is wonen, werken en leven in de kernen van steden en dorpen met behoud van de open ruimte ertussen de norm. De provincieraad keurde in december een subsidiereglement goed waarmee het lokale besturen wil stimuleren om hiertoe initiatieven te nemen. Enkele jaren terug waren er in de Rand al enkele opmerkelijke initiatieven zoals de beslissing van Sint-Pieters-Leeuw en Beersel om een bouwstop in te voeren voor nieuwe verkavelingen waarvoor wegen moeten worden aangelegd. Hoe gaan een aantal gemeenten uit de Rand nu met deze Catch 22-situatie om?

Kernen afbakenen

Beersel en Sint-Pieters-Leeuw maakten samen met de stad Halle en de provincie een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) op. Het plan bakent de stads- en dorpskernen in de Zennevallei af. Hierin ook de zones waar een verdere selectieve en kwalitatieve verdichting van het bestaande woonweefsel kan worden nagestreefd. Het plan voorziet daarnaast een ander ruimtelijk beleid voor woongebieden buiten de kernen en voor delen van woonkernen waar een sterke groei van het aantal woningen niet aangewezen is omwille van een beperkt openbaar vervoer en een lage aanwezigheid van allerhande voorzieningen. In dergelijke gebieden staat het versterken van de omliggende open ruimte voorop. Een dergelijk PRUP is volgens gedeputeerde Ann Schevenels (Open VLD) een noodzakelijke stap om meer te gaan wonen, werken en leven in de kernen van de steden en dorpen en de open ruimte ertussen te vrijwaren.

Afdwingbare voorwaarden

Ook Overijse, Hoeilaart, Sint-Genesius-Rode en Tervuren participeren aan de opmaak van een dergelijk Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. ‘Het plan bakent alle woongebieden af en bepaalt waar en onder welke voorwaarden er nog bijkomende verdichting en ontwikkeling kan komen. Het doel is de verdere uitdeining van woongebieden ten koste van open ruimte te stoppen en de bestaande bouwdichtheid te consolideren. Binnen de afgebakende woongebieden is bovendien nieuwe bebouwing enkel mogelijk volgens strenge normen inzake verharding/ vergroening en minimale perceelbreedte’, aldus Mark Charlier (N-VA), burgemeester van Tervuren. De gemeenten zullen met een eigen stedenbouwkundige verordening verdere verdichting kunnen afremmen op plaatsen waar zoiets minder wenselijk is, zoals bijvoorbeeld in linten en woonparken. In goed ontsloten centra met de meeste voorzieningen is verdere verdichting nog wel mogelijk. 

"Het doel is de verdere uitdeining van woongebieden ten koste van open ruimte te stoppen en de bestaande bouwdichtheid te consolideren." Mark Charlier, burgemeester Tervuren

Luc Deleu (Open VLD), schepen van Ruimtelijke Ordening in Dilbeek, maakt zich sterk dat zijn gemeente als een van de eerste een woonomgevingsplan (WOP) heeft uitgewerkt met afdwingbare normen voor welk type van woningen op welke plaats gebouwd kan worden. ‘In de straten die de verbinding vormen tussen de kernen worden meergezinswoningen beperkt. In de kernen zelf laten we meer toe. Op die manier creëren we open ruimte tussen de kernen en verhinderen we dat villa’s uit de jaren 60 op grote percelen vervangen worden door blokken van appartementen. Gekoppeld aan ons woonkwaliteitsplan, dat stipuleert aan welke kwaliteiten een woning of appartement moet voldoen, kunnen we normerend optreden zowel ten aanzien van de plaatsing van woningen als de kwaliteit ervan.’

In de hoogte

Ondanks het feit dat Machelen een van de snelst groeiende gemeenten van Vlaanderen is, met alle gevolgen van dien op vlak van woonbehoefte en flankerende maatregelen op vlak van scholen, kinderopvang, sociaal woonaanbod, hanteert het gemeentebestuur volgens de bevoegde schepen Steve Claeys (N-VA) ‘een slimme aanpak inzake ruimtelijke ordening met als doel de open, groene ruimte te behouden of zelfs nog extra vrije ruimte te creëren. Dit doen we onder meer door de bestemming van woonuitbreidingsgebieden te schrappen voor verdere bebouwing en delen van de open ruimte te bebossen. Daarnaast zet de gemeente in op verdichting in de kernen van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen waardoor de beschikbare ruimte niet verkleint en zelfs kan vergroten. In de hoogte bouwen betekent bijvoorbeeld een minder grote bebouwde voetafdruk op de grond. We focussen hierbij vooral op duurzame nieuwbouw met trage wegen en kleine buurtparkjes, bij voorkeur op percelen waar er verloedering, verkrotting of historische vervuiling aanwezig is.’