01 mrt '23

‘Het geeft veel voldoening om
mensen te kunnen helpen’

7384
door Anne Peeters
De afgelopen jaren waren behoorlijk pittig voor dokter Elisabeth DeWaele, die je misschien kent uit de televisiereeks Topdokters. Corona hakte erin en als intensiviste in het UZ Brussel stond Sabeth in de frontlijn. Ze schreef er, samen met haar neef en journalist Filip Van derElst, een boek over: Intensief. Tussen leven en dood op Intensieve Zorg.

Waarom heb je voor geneeskunde gekozen?

‘Voorbeschikt misschien, wie weet? Mijn vader was arts-chirurg in het UZ Brussel. Op mijn zesde mocht ik in het weekend mee als hij zijn rondes deed. Toen zat ik al te kleuren op afdeling 41. Naarmate ik ouder werd, vond ik het heel mooi om te zien hoe mijn vader effectief mensen kon helpen.’

Aanvankelijk koos je voor chirurgie, maar je stapte over naar de specialisatie intensieve. Waarom?

‘Goh, dat was niet zo overdacht. Je moet dat niet overanalyseren. Ik ben nogal go with the flow. Ik besloot voor die bijkomende erkenning te gaan omdat ik dacht dat het me een betere chirurg zou maken. Toen ik naar intensieve geneeskunde overstapte, bleken er daar meer mogelijkheden om aan wetenschappelijke onderzoek te doen. En ik ben nieuwsgierig van aard. Ik kreeg de kans om te doctoreren en ben er uiteindelijk gebleven.’

Tijdens de corona-epidemie kregen de afdelingen intensieve zorgen de volle laag. Altijd omringd door de dood: wat doet dat met een mens?

‘Het is een dagelijkse realiteit. Je moet een goed evenwicht vinden tussen menselijk blijven en je professionele rationaliteit. Zelfs in die koele, hoogtechnologische omgeving moet je de patiënt als persoon blijven zien, tussen alle buisjes en draden door. Ik heb ooit een ingenieur, die een saai grijs medisch toestel had ontworpen, gezegd om een lichtgroene bekisting te gebruiken. Veel positiever en aangenamer voor de patiënten in die klinische omgeving. Het risico is dat je gaat depersonaliseren en de mens niet meer ziet. Dan ben je fout bezig. Ik heb er al veel over nagedacht. Het verdriet dat gepaard gaat met een overlijden, is op zich geen negatieve emotie, zoals jaloezie bijvoorbeeld. Het is een uiting van liefde, een pure emotie. En er is natuurlijk ook altijd de blijdschap als iemand het wél haalt. Dat geeft een enorme voldoening. Wat de uitkomst ook is: wat wij doen, is de patiënt een eerlijke kans bieden onder de omstandigheden zoals hij is. De uitkomst? Die is wat het is. Zo heeft het moeten zijn.’

In het boek vertel je hoe de pandemie door het UZ Brussel raasde. ‘We lagen vaak voor op de officiële aankondigingen; als er een golf werd aangekondigd was die er vaak al.’ Was dat in alle ziekenhuizen het geval? Of heeft het UZ Brussel een ander profiel, een ander publiek, een andere rol in een diverse wereldstad?

‘Absoluut. Brussel speelt een specifieke rol. Ervaringen van collega’s uit andere ziekenhuizen waren soms helemaal anders, zij hadden veel minder te lijden onder de pandemie. In een grootstad heb je meer patiënten. Mensen leven er dichter op elkaar, er zijn meer contacten, meer besmettingen. Bovendien werden sommige ‘zware gevallen’ vanuit bijvoorbeeld Halle, Aalst en Vilvoorde naar ons doorgestuurd. Daarvoor hebben we hier alles in huis. Maar: we konden ook minder zieke patiënten doorsturen naar Knokke of Eeklo bijvoorbeeld. We hebben er als UZ Brussel voor gekozen om te helpen, om de taak op te nemen. Met mens en macht. Dit ziekenhuis is samen met de universiteit een power machine met 4.000 medewerkers. Onze flexibiliteit is tot het uiterste opgerekt. Het was hier een war zone. Er is heel veel gevraagd van onze mensen. Soms dacht ik: we gaan het niet halen. Maar telkens opnieuw werd er met de nodige creativiteit een oplossing gevonden en zetten onze mensen zich daar keihard voor in. Wat hier gepresteerd is, daar ben ik trots op.’

Jouw band met het UZ Brussel is sterk. Nooit gedacht om elders te werken en te wonen?

‘Die vraag heeft zich nooit gesteld. Ik kreeg hier mooie kansen en daaruit volgde de rest. De VUB en het UZ Brussel passen bij wie ik ben als persoon en als arts. Mijn man is van Gent en werkt ook in het UZ Brussel; het was dus evident dat we in de buurt gingen wonen. Het is Strombeek-Bever geworden. De familie van mijn moeder komt uit Neder-over-Heembeek, ik heb nog een tante in Laken. De kant van mijn vader komt uit Sint-Stevens-Woluwe. Ik heb dus stevige wortels in de Rand. Strombeek is een ideale locatie. Je bent snel in de natuur, in de velden, maar op tien minuten sta je ook in de stad met haar architectuur, musea, en alles wat daar te beleven valt. We gaan graag naar de plantentuin in Meise of hier vlakbij wandelen in het park rond het Atomium. De Japanse Toren en het Chinees Paviljoen hebben een bijzonder plek in mijn hart.’

Overgewicht bleek een duidelijke risicofactor bij Covid-19. In jouw wetenschappelijk werk leg je een bijzondere interesse voor het vakdomein nutritie aan de dag. Obesitas is een grotere epidemie dan Covid. Hippocrates zei meer dan 2000 jaar geleden: laat voeding uw medicijn zijn, niet medicijnen uw voeding. Het is een onderbelicht facet in de huidige geneeskunde. Waarom?

‘Da’s vooral een lokaal probleem. In Frankrijk heb je bijvoorbeeld medisch nutritionisten, in België bestaan die niet. In de opleiding geneeskunde is wetenschappelijke kennis over voeding een lacune. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat voeding in de verkeerde hoeveelheid en de verkeerde samenstelling de grootste bedreiging vormt voor onze gezondheid, samen met een gebrek aan beweging. Onze geneeskunde is vooral curatief, maar preventie is zo belangrijk. Verkeerde voeding ligt aan de basis van veel gezondheidsproblemen. Gelukkig groeit de aandacht hiervoor; vorig jaar is de eerste groep van 64 Franstalige artsen afgestudeerd aan een postgraduaat klinische nutritie.’

In een heel vroeg stadium van de pandemie heb je zelf Covid gehad. ‘Altijd al een fashion victim geweest’, formuleer je het zelf nuchter. Op dat moment waren er nog geen vaccins. Hebben de vaccins van Covid een virale infectie gemaakt die vergelijkbaar is met de griep?

‘De vaccins hebben heel goed gewerkt. Ze hebben een grote verandering teweeg gebracht, maar we zijn er nog niet. We weten nog niet wat dit virus op lange termijn voor gevolgen heeft. Over long Covid, en de effecten ervan op het lichaam, moeten we nog veel leren. Ik vind het wel positief dat deze pandemie ons veel bewuster heeft gemaakt. De relevantie van handen wassen, voorzichtig zijn met kwetsbare mensen, zeker als je zelf symptomen van een infectie hebt, … Dat blijft belangrijk, ook na corona.’

Je moet de patiënt als persoon blijven zien, tussen alle buisjes en draden door.

Het was extreem hard werken in Covid-tijden in een job die sowieso al veeleisend is. In een universitair ziekenhuis komt daar ook nog eens wetenschappelijk onderzoek bij. Hoe hou je dat vol?

‘Het is een zeer fysieke stiel. Je moet ook ’s nachts en in het weekend werken. Maar: het geeft enorm veel voldoening als je mensen op een acuut moment kan helpen. Qua worklife balans merk je dat de tijden veranderen. De tijden van vroeger zijn voorbij. Net zoals in de huisartsenpraktijk, waar je steeds meer groepspraktijken ziet waardoor de werkdruk beter wordt gespreid en niet langer één huisarts dag en nacht patiënten ziet, terwijl zijn vrouw de telefoon aanneemt. Da’s voor iedereen een goede zaak. Iedereen heeft maar 24 uur in een dag, maar je kan ze zelf invullen. Je moet keuzes maken. Ik heb een dochter en twee zonen. Voor de kinderen gaat bij ons kwaliteit boven kwantiteit. Als ik thuiskom, ben ik er helemaal voor hen. Als ze in bed liggen, klappen mijn man en ik onze laptop weer open. Je kan me ook al eens betrappen dat ik met een oog tv kijk en met het andere nog wat studies doorneem. Toch heb ik graag dat ons huis er goed bijligt en dat we gezond eten. Dankzij onze goed betaalde jobs kunnen we gelukkig een aantal klussen uitbesteden.’

Zou je jouw kinderen adviseren om arts te worden?

‘Absoluut. Het is en blijft een van de mooiste beroepen ter wereld. Je kunt er zo veel kanten mee uit: wetenschappelijk onderzoek, techniek, contact met mensen, … Er zijn zo veel verschillende aspecten aan. Het vraagt veel inzet, maar je krijgt er ook veel voor terug.’

Info: Intensief. Tussen leven en dood op Intensieve Zorg van prof. dr. Elisabeth De Waele en Filip Van der Elst werd uitgegeven bij Pelckmans.