01 mrt '18

‘Vrijwilligers zijn
de smeerolie van de maatschappij’

7194
door Wim Troch
Sinds de herfst van 2015 ontfermt werkgroep De Herberg in Asse en Dilbeek zich over het lot van vluchtelingen die in ons land een nieuw bestaan uitbouwen.

Zomer 2015. De beelden van het Maximiliaanpark aan het Noordstation in Brussel blijven op het netvlies gebrand staan. Elke dag stroomden honderden mensen toe – toen vooral Syrische oorlogsvluchtelingen – in de hoop op een veiliger leven. De omstandigheden waarin dat in de eerste dagen gebeurde, waren niet fraai. Opeengepakt in simpele tenten, doelloos wachtend in onzekerheid tot wanneer hun dossier behandeld zou worden. En dus stonden overal mensen op, vastberaden om de uitgeputte vluchtelingen niet aan hun lot over te laten. Zo ook in het dekenaat Asse-Dilbeek. Deken Marc Boulanger lanceerde een oproep om in de regio een werkgroep op te starten om nieuwkomers op weg te zetten naar een menswaardig leven in ons land. Dat bleef niet zonder gehoor. Werkgroep De Herberg ging in oktober 2015 van start.

HELPEN WAAR KAN

Samen met een aantal vrijwillige buddy’s leggen de vluchtelingen een traject af op zoek naar huisvesting, werk en administratieve plichtplegingen. Deken Marc Boulanger, Piet De Bisschop en Charlie Eylenbosch zijn drie van de vrijwilligers die zich inzetten voor de werkgroep. ‘De naam toont dat iedereen welkom is’, zegt Boulanger. ‘We hebben niet alleen een internationale taak, maar ook de morele plicht om mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld op te vangen.’

‘De Herberg kent een tweeledige werking’, legt De Bisschop uit. ‘Enerzijds het buddyproject, waarbij we vluchtelingen die pas in onze gemeente zijn komen wonen, proberen te ondersteunen. Anderzijds kunnen we ook op vrijwilligers rekenen die instaan voor de praktische zaken, zoals hulp bij een verhuis of het bestuderen van nieuwe wetgeving of regels. De buddy’s kunnen ervaringen uitwisselen en we kunnen bij professionele organisaties zoals Orbit of Vluchtelingenwerk Vlaanderen aankloppen voor tips en ondersteuning.’

BEVRIENDE FAMILIE

Het grote knelpunt, nog altijd, is huisvesting. ‘Voor de kleinste studio in Dilbeek betaal je makkelijk 500 euro per maand. Dat is niet weinig, zeker niet voor een vluchteling. Op de reguliere privémarkt is het onbegonnen werk om een goede, betaalbare woning te vinden. Er zijn sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren, maar hun aanbod is ontoereikend en niet flexibel. Gelukkig is er sinds kort een nieuwe regel, waarbij je een deel van je huis kunt verhuren aan nieuwkomers, zonder dat je allerhande vergunningen moet aanvragen. Dat is bijvoorbeeld ideaal voor mensen van wie de kinderen het huis hebben verlaten.’

‘Er is de wet en er is het menselijke aspect. Die twee staan soms loodrecht tegenover elkaar.’

Een buddy doet meer dan vluchtelingen helpen in de zoektocht naar een plaats om te wonen. Eylenbosch: ‘Een buddy is zoiets als bevriende familie. Wat je als buddy doet, kies je eigenlijk voor een groot stuk zelf. Sommigen houden zich enkel bezig met wonen en werken, anderen maken ook uitstappen met de vluchtelingen.’

DEMOTIVEREND BELEID

De Herberg telt een twintigtal buddy’s. ‘Aanvankelijk werd er goed gereageerd op onze oproep’, vertelt Boulanger. ‘Makkelijk is het echter niet. Het is behoorlijk tijdsintensief, dus de meeste van onze vrijwilligers zijn gepensioneerden. Er is de taalbarrière. Er is het feit dat het behoorlijk ontmoedigend kan zijn om tijdens een zoektocht naar een appartement tientallen telefoons te doen die tot niets leiden. Ook de gemaakte beleidskeuzes van de overheid zijn bijwijlen demotiverend.'

En toch zijn de drie overtuigd dat hun werk als vrijwilliger broodnodig is. ‘Ambtenaren kunnen niet doen wat wij doen’, klinkt het stellig. ‘De staat kan niet voor alles en iedereen zorgen, maar vrijwilligers maken de mazen van het net kleiner. Er is de wet en er is het menselijke aspect. Die twee staan soms loodrecht tegenover elkaar. Professionals moeten werken naar de letter van de wet. Het is dan aan het middenveld om het wettelijke en het menselijke met elkaar te verzoenen.’

NIET PRATEN MAAR DOEN

Waarom doet iemand aan vrijwilligerswerk? Is het een roeping of zit het in de genen? ‘Voor een stuk krijg je dat van thuis uit mee. Mijn moeder was enorm barmhartig’, vertelt Eylenbosch. ‘Veel mensen zullen van dat woord waarschijnlijk geen goede definitie meer kunnen geven, maar via haar heb ik gezien wat het is om je te ontfermen over mensen die het moeilijk hebben. Later was ik actief bij KAJ en ging ik naar de sociale school. Niet praten, maar doen. Het omzetten van mooie idealen in daden, dat is zo’n beetje de rode draad.’ ‘Vrijwilligers zijn de smeerolie van de maatschappij’, besluit De Bisschop.