01 jun '21

‘Bier met hop
van hier’

4974
door Michaël Bellon
Geen bier zonder hop. Voor een bierland als België was de hopteelt eeuwenlang zeer belangrijk. Die verloren landbouwactiviteit leeft nu terug op dankzij de populariteit van streekbieren en de inzet van ambassadeurs zoals Hopcoördinator Joris Vanderveken.

Joris Vanderveken woont in Asse en is als Hopcoördinator actief in het Regionaal Landschap. De traditionele hopstreek strekt zich uit over verschillende gemeenten: Affligem, Asse, Opwijk, Dilbeek en Aalst zitten in de kern, maar omliggend gaat het van Gooik tot Grimbergen. ‘Asse was de pionier van de heropleving met het hopveld in Waarbeek waar het tien jaar geleden allemaal terug herbegonnen is. Ondertussen hebben we navolging gekregen in Opwijk, Steenhuffel, Kapelle-op-den-Bos, Haacht, Gooik en de Abdij van Grimbergen. Samen met de hopboeren in Dilbeek, Opdorp en Aalst zijn er ondertussen twaalf enthousiastelingen die terug 10 ha hop telen en verkopen aan streekbrouwerijen.

Hopduvel

In Asse is Vanderveken ook één van de sterkhouders van de Hopduvelfeesten. ‘Dat is oorspronkelijk een oogstfeest waarbij de Hopduvel, die al het slechte symboliseert van stormwinden tot plagen, overwonnen en verbrand wordt. Die folklore gaat terug op een geschiedenis van zeshonderd jaar hopteelt. In de 17e en 18e eeuw was Brabant belangrijk voor de hopteelt in Europa. In Vlaanderen brouwde men gruutbier op basis van kruiden die voor een langere bewaring moesten zorgen, of zure bieren zoals in de streek rond Oudenaarde. Brabant stond meer onder invloed van het Duitse rijk, waar de invoering van het Reinheitsgebot door de hertog van Beieren in 1516 het gebruik van hop voor het brouwen van bier verplicht stelde.'

Vandaag is hop nog steeds belangrijk voor de smaak, de aroma’s en de bewaring van bier, maar in België wordt de bittere klimplant al lang niet meer op grote schaal geteeld. Door de sluiting van de haven van Antwerpen ten tijde van Napoleon verloren we onze exportmarkten. Buitenlandse concurrentie en een dalende vraag naar inlandse hop zorgde in de jaren 80 voor de neergang. Hopteelt is bovendien heel arbeidsintensief. Zo was Vanderveken gisteren nog bezig de klimdraadjes te spannen waarop de plant moet groeien. ‘Het seizoen begint rond maart-april als de temperaturen boven de tien graden gaan en er op de wortels nieuwe keesten groeien tot hopranken die op de draadjes opklimmen. Tot de oogst in september moet je voortdurend aan gewasbescherming doen, de planten onkruidvrij houden en ziekten uit het veld bannen. Het zijn de vrouwelijke planten die de hopbloemen of hopbellen geven. De mannelijke planten moeten worden uitgeroeid om te vermijden dat ze de bloemen bestuiven met oliehoudende zaden, wat nefast is voor het bier.’

Nieuwe infrastructuur

De staken van zeven meter hoog of hoplochting zijn indrukwekkend. ‘Je ziet er steeds meer. Toerisme Vlaams-Brabant is fietsroutes langsheen de hopvelden aan het uittekenen.’ Die toeristische troeven zetten we op 19 september in de kijker met de Erembald-Kravaalhappening aan het drielandenpunt Affligem-Asse-Aalst. In oktober vorig jaar werd aan de Domentstraat in Affligem immers een nieuw hopveld ingericht met typisch Belgische hopvariëteiten zoals de Groene Bel, Record en Coigneau. Aan de nieuwe onthaalpoort aan de Abdij van Affligem zullen we, met de hulp van de provincie Vlaams-Brabant en Europa, mensen kunnen ontvangen om te vertellen over het abdijleven, de hopgeschiedenis, hopteelt en de hophandel.’

Maar naast het aanzwengelen van toerisme en folklore is het ook belangrijk om een dynamisch economisch landbouwverhaal te schrijven, vindt Vanderveken. Zo lag hij mee aan de basis van de vzw Orde van de Groene Bel, die met vrijwilligers en mensen in bijberoep aan hopteelt doen. ‘In een gebouw in Meldert, waar tot de jaren tachtig de hopcoöperatieve ASCO was gevestigd, heeft de vzw samen met de boeren een hoploods gebouwd waar de hopbellen geplukt kunnen worden met de nieuwe, mobiele plukmachine. Daar komt ook een droogast gebouw om de hopbellen te kunnen drogen. Daarna is het de bedoeling om deze hop te verkopen aan streekbrouwerijen die bier met hop van hier willen brouwen. Zo werken we met de vzw Groene Bel samen met brouwerij Affligem en brouwerij Grimbergen. Ook het Recordbier uit Dilbeek is met lokale hop gebrouwen.’

 

 

 

 www.ordevandegroenebel.be