01 okt '15

'Iedereen moet meedoen'

11128
door Wim Troch
Om de communicatie tussen verschillende taalgroepen te verbeteren, doen een aantal sportclubs in de Rand een beroep op een taalcoach. Het doel? Duidelijke communicatie, door iedereen te begrijpen, ongeacht afkomst of opleiding.

Helga Cornand van het Centrum voor Basiseducatie Halle-Vilvoorde is taalcoach bij voetbalclubs KFC Peutie en Sporting Club Vilvoorde en basketbalclub Bavi Vilvoorde. ‘Een taalcoach is iemand die op het veld en in de kantine mensen van de sportclub ondersteunt om duidelijk en correct in het Nederlands te communiceren. Dat kan zowel mondeling als schriftelijk of met het opstellen van een taalbeleid.’

MAATWERK

In principe kan iedereen een beroep doen op een samenwerking met het Centrum voor Basiseducatie. Zo is Helga Cornand ook taalcoach voor de gemeente Machelen en de Kringwinkel Televil in Vilvoorde. ‘Taalcoaching is op maat werken’, zegt Cornand. ‘Wat heeft een bepaalde club nodig? Is er nood aan het herwerken van de schriftelijke communicatie, of zijn er trainers die het moeilijk vinden om iets uitgelegd te krijgen aan anderstalige ouders of spelers?’

‘Het is ook altijd afwegen. Elke club heeft zo zijn eigen cultuur en de trainers, vrijwilligers en bestuur hebben hun eigen manier van werken. Als taalcoach kan je niet zomaar dingen opleggen, maar moet je die eigenheid respecteren en daarmee werken. Alles gebeurt altijd samen met de mensen van de clubs. Soms zal het resultaat niet altijd 100 procent voldoen aan duidelijke en correcte communicatie, maar het is een grote stap voor de clubs. Belangrijk is om de verwachtingen goed op elkaar af te stemmen.’

OUDE WOORDEN

Tijdens het coachingstraject komt heel wat creativiteit kijken. ‘Als het gaat over materiaalontwikkeling bijvoorbeeld. Denk maar aan het uitvergroten van een voetbalveld met de verschillende posities, of het inscannen van een foto van een goede speeloutfit, zodat de ouders zien wat de trainer van een sportuitrusting verwacht. Deze acties zijn overigens niet alleen gericht naar anderstalige ouders.’

'Taalcoaching is maatwerk. Wat heeft een sportclub nodig?'

Concreet bekeek Cornand de schriftelijke communicatie voor de drie sportclubs. ‘We hebben een aantal dingen hertaald naar een correct en duidelijk Nederlands. Het doel is dat de communicatie voor iedereen leesbaar is, ongeacht afkomst of opleiding. Dat gaat bijvoorbeeld over de inschrijvingsbrief, de brief met de trainingsafspraken of een affiche voor een activiteit. Die hebben we herwerkt. Niet omdat er fouten instonden, maar dikwijls omdat ze in een moeilijke taal geschreven waren en vaak bol stond van ouderwetse woorden, zoals desalniettemin of onzentwege.’

Bij basketbalclub Bavi werd ook de mondelinge communicatie bijgespijkerd. ‘Met enkele jeugdtrainers werden tips en richtlijnen overlopen om de mondelinge communicatie vlotter te laten verlopen.’

ENGAGEMENT

De problemen in de sportclubs gaan verder dan mededelingen die niet begrepen worden of moeilijkheden om een oefening uit te leggen. ‘Ik hoorde bij de verschillende sportclubs dat er een tekort is aan engagement van de ouders. Ze vinden steeds moeilijker vrijwilligers om te helpen tijdens eetdagen of om spelers naar wedstrijden te voeren.'

'Dat kan een taalcoach natuurlijk niet alleen aanpakken. Zulke problemen vragen een bredere kijk, maar we hebben dat toch even onderzocht. Tonen ouders geen engagement omdat ze het niet kennen, omdat ze niet weten wat er wordt verwacht of begrijpen ze de brieven niet?’ Bij Bavi hebben we een engagementsverklaring opgesteld. Dat is een korte tekst waarin staat dat de club ook iets verwacht van ouders, zoals komen opdagen op trainingen of wedstrijden.’

MERKBARE EFFECTEN

Cornand startte in januari met de begeleiding van de sportclubs. ‘Het nieuwe sportseizoen is net gestart en nu zitten we opnieuw samen om te kijken naar de effecten van onze inspanningen. Bij een van de clubs vernam ik dat er minder vragen worden gesteld over de inschrijvingen. Misschien was de brief dit jaar al wat duidelijker?’ (lacht)

‘Eén ding is duidelijk. Als je resultaat wil boeken, dan moet iedereen van de club achter het begeleidingstraject staan: bestuur, trainers, vrijwilligers. De club moet zelf de nood voelen en er iets aan willen doen, want als taalcoach kan ik wel allerlei dingen doorgeven, maar er moet enthousiasme en inzet zijn om dat toe te passen en uit te proberen.’