01 nov '18

Sociaal

2274
door Tine De Wilde
Na de Eerste Wereldoorlog kwam, als reactie op de verpaupering en prangende woningnood de sociale huisvesting op gang. Op een klein perceel, vandaag verdrongen tussen hypermarkten, doorgangswegen en nieuwe appartementsblokken, ligt de tuinwijk Bouvier-Washer.

Begin jaren 20 van de vorige eeuw werd ze gebouwd in het niets, te midden van de velden. Deze kleine wijk met veertig woningen werd aangelegd door de Association sans but lucratif au profit des mutilés de guerre, een vzw die zich inzette voor de oorlogsinvaliden. Grote maatschappijen zoals het Gemeentekrediet, de Société Générale konden hier als mecenas voor 10.000 Belgische frank een woning kopen voor een oorlogsinvalide. Op de herdenkingsplaten aan de voorgevels kan je nog steeds de naam van de mecenas aflezen. Oorlogsinvaliden van WOI, voordien opgevangen in het Edmond Parmentierpark van Woluwe, mochten hier gratis hun intrek nemen. Ze kregen een bescheiden gezinswoning met basisvoorzieningen en een mooie tuin. Anders dan de omgevende tuinwijken in art-decostijl van die periode was deze tuinwijk geïnspireerd op het Engelse cottagemodel. Groene hagen bakenen de aaneengeschakelde eengezinswoningen in rode baksteen af. Sierankers, overluifelde deuren en steunberen op de hoeken zorgen voor een landelijk karakter. Hier leefde een kleine gemeenschap van lotgenoten die elkaar kenden en hielpen en die sfeer heerst er nog steeds, zegt één van de bewoners. De afgelopen decennia gebeurden er heel wat verbouwingswerken. Ook de straten en het pleintje werden heraangelegd. De nieuwe straatlantaarns buiten proportie zijn van een ongehoorde lelijkheid en doen afbreuk aan dit kleinschalig en mooi sociaal project.