01 mei '16

‘Inburgering is nieuwkomers kansen geven’  

11549
door Bart Claes
In 2015 telde Vlaams-Brabant 6.632 nieuwkomers, mensen uit een ander land. Zij krijgen de kans om in te burgeren. Maar wat is inburgering precies? En hoe zit het in de Rand?

inds 2015 is het nieuwe Agentschap Integratie en Inburgering bevoegd voor het Vlaamse inburgerings­ en integra­tiebeleid. Het Agentschap heeft drie permanente vestigingen in de Vlaamse Rand: in Asse, Vilvoorde en Halle. Daarnaast heeft het ook loketwerkingen in Dilbeek, Sint-­Pieters­-Leeuw en Zaventem. Van hieruit organiseert het Agentschap inburgeringscursussen, zoekt het een geschikte cursus Nederlands voor anderstaligen en helpt het lokale besturen, organisaties en diensten bij de integratie van nieuwkomers en personen van vreemde her­komst. Een gesprek met Dominique Claeys, regiomanager voor Vlaams­-Brabant.

Hoe werkt het Agentschap aan inburgering? ‘Mensen denken spontaan dat we nieuwko­mers cursussen Nederlands aanbieden, maar we doen veel meer dan dat. Naast het doorstu­ren van anderstaligen en nieuwkomers naar de voor hen meest gepaste opleiding Nederlands krijgen de nieuwkomers ook lessen over het leven in België en Vlaanderen. Dit noemt men de cursus Maatschappelijke Oriëntatie (MO), waarbij we de nieuwkomers wegwijs maken en hen onze waarden en normen overdragen. Een ander belangrijk onderdeel heeft te maken met hun professionele loopbaan. Daarvoor werken we nauw samen met de VDAB en stellen we een traject op maat op: kan de nieuwkomer meteen werk zoeken of kan hij beter eerst een opleiding volgen? Heeft hij een buitenlands diploma dat hier geldig is? Iedereen die zich inschrijft voor ons programma, heeft ongeveer een jaar de tijd om het traject te doorlopen. Op het einde ont­ vangen de deelnemers een inburgeringsattest.’

Over hoeveel mensen gaat het?
‘In 2015 was er in Vlaams-­Brabant een instroom van 6.632 nieuwkomers. De grote meerderheid (77%) heeft recht op een inburgeringstra­ject, de overige 23% is verplicht. Ongeveer een derde van deze 6.632 is een inburgeringstraject gestart. In 2016 verwachten we een stijging van ongeveer 1.125 mogelijke inburgeraars. Dat is het gevolg van een decreetwijziging. Tot 2015 moesten nieuwkomers, die zich eerst in Brussel of Wallonië inschreven en daarna naar Vlaande­ren verhuisden, geen inburgeringstraject meer doorlopen. Sinds 2016 is dat wel het geval als ze minder dan vijf jaar geleden in Vlaanderen aanbeland zijn. Wie verplicht is en zich niet aan­ meldt, riskeert een administratieve geldboete.’

‘Nieuwkomers die niet uit de EU komen, zijn verplicht een inburgeringtraject te volgen, de andere niet.’

Iemand van buiten de EU vestigt zich in een faciliteitengemeente in de Rand. Is die verplicht Nederlands te leren?
‘Ja, die is verplicht om een inburgeringscursus te volgen en Nederlands zit in het verplichte pakket. In 2014 werd het te behalen niveau Nederlands trouwens verhoogd. Nederlands is immers onontbeerlijk om zich goed te kunnen integreren. De lessen MO daarentegen verlopen doorgaans niet in het Nederlands, maar in een contacttaal of een eigen taal. We kiezen ervoor om het gesprek over de normen en waarden van onze samenleving aan te gaan bij het begin van het inburgeringstraject. Zo weten de nieuwko­mers meteen waar ze aan toe zijn. Omdat hun Nederlands in de beginfase vaak niet volstaat, geven we deze lessen in de taal die de mensen op dat moment het best begrijpen. Tezelfder­ tijd volgen ze Nederlandse lessen.’

Inburgering en integratie is niet hetzelfde. Wat betekent integratie en hoe werken jullie daaraan?
‘Gemeenten krijgen van de Vlaamse overheid de regiefunctie over hun lokaal integratie­ beleid. Het is hun taak ervoor te zorgen dat iedereen, ook personen van vreemde her­ komst, voluit de kans krijgt zich in te zetten voor de samenleving, door naar school te gaan, te gaan werken, mee een wedstrijdje te voetballen,… Het Agentschap ondersteunt hen hierbij. De gemeenten, de school, het ziekenhuis, het CAW, het OCMW, krijgen te maken met een sterk veranderende bevolkingssamenstelling. Wij bekijken samen met hen hoe ze daarmee kunnen omgaan.'

Hoe gebeurt dat concreet?
‘We adviseren gemeenten, bijvoorbeeld rond taalbeleid. Hoe ga je om met een inwoner die geen Nederlands kent? Op maat van de gemeente leggen we een traject af om het taal­ beleid vorm te geven. De gemeente kan haar dienstverlening taaltoegankelijk maken door te werken met pictogrammen, het gebruik van duidelijke taal, maar ook door het inzetten van sociale tolken die het Agentschap aanbiedt. We organiseren ook vormingen duidelijke taal. We werken hiervoor samen met onze bevoorrechte partner in de Rand, vzw ‘de Rand’. Daarnaast bieden we onder meer ook ondersteuning op juridisch vlak met een website en een helpdesk. We verdelen ook nieuwsbrieven om de bevolkingsdiensten op de hoogte te houden van de wetgeving op het vlak van vreemdelingenrecht.’

Krijgt de Rand specifieke aandacht? Hier is de instroom het grootst.
‘Het project Toeleiders in de Diversiteit bestaat alleen hier. De toeleiders zijn ervaringsdeskun­digen uit de doelgroep, die worden ingezet om andere nieuwkomers wegwijs te maken. Ze zijn belangrijk bij onthaalgesprekken waar ze voor een warm welkom zorgen, maar zorgen als dat nodig is ook voor meer begeleiding. Dit project van toeleiders wordt nu ook in Vilvoorde opgestart.’

‘Heel recent lanceerden we een experimen­ teel project in Sint­-Pieters-­Leeuw en Dilbeek, waarbij we de stroom nieuwe inwoners van vreemde herkomst nog beter zullen moni­toren. Dat betekent dat we grondiger kij­ken naar wie ze zijn, wat ze nodig hebben, hoe ze kunnen aansluiten bij het leven in de gemeente, bij scholen, welzijnsorganisaties en verenigingen. Als je daar een beter zicht op hebt, kan je de nieuwkomers in je gemeente gerichter onthalen. Na Sint­Pieters-­Leeuw en Dilbeek volgen Liedekerke, Vilvoorde, Zaven­tem en Machelen.’

Wat verandert er eigenlijk, met de oprichting van het Agentschap Integratie en Inburgering?
‘Het maakt dingen makkelijker voor de gemeen­ten. Vroeger moesten lokale besturen, onze partners en klanten telkens op een andere deur aankloppen. Voor vragen rond inburgering moesten ze bij een onthaalbureau zijn. Neder landse taalles? Dat was het Huis van het Neder­lands. Sociaal tolken? Daarvoor moesten ze bij Pasta zijn, en voor een traject binnen onderwijs bij het Provinciaal Integratiecentrum (PRIC). Nu is er één deur om aan te kloppen voor medewer­kers met verschillende expertises. We werken in multidisciplinaire teams, niet los van elkaar.’

 

DE CIJFERS

In 2015 telde Vlaams-­Brabant een instroom van 6.632 nieuw­ komers. Dat is een stijging van 5,5% tegenover 2014. Nieuwkomers zijn personen van vreemde afkomst, die zich onlangs in België vestigden. De meeste nieuwkomers in de Vlaamse Rand kwamen in 2015 uit Roemenië, gevolgd door Frankrijk, Polen, Portugal, Syrië en Nederland. Nieuwkomers die niet uit EU-­landen komen, zijn goed voor ongeveer 23%. Zij zijn verplicht een inburgeringstraject te doorlopen. In 2016 verwacht het Agentschap Integratie en Inburgering een stijging van 17% nieuwkomers. Het is gevolg van een decreetwijziging waardoor ook nieuwkomers, die zich na een tussenstop in Brussel of Wallonië in Vlaanderen komen vestigen, als nieuwkomer worden beschouwd.