01 feb '19

Klimaatverandering
voor je deur

1992
door Herman Dierickx
Het voorbije jaar werd door heel wat wetenschappers grondig gefileerd om na te gaan welke zoal de invloeden zijn van een warm en droog jaar op ons dagvlinderbestand. Een interessante oefening, want de verwachting is dat we meer van dat soort seizoenen gaan krijgen.

Het is altijd goed om weten hoe die aaibare insecten reageren op lange droge perioden. Blijkt dat sommige soorten het erg goed hebben gedaan, andere dramatisch slecht en nog andere er zowat tussenin.

Zonder te technisch te worden, kunnen we zeggen dat de voorspellingen van twintig jaar geleden over de impact van de klimaatverandering op het aantal vlinders redelijk correct waren. Intussen zijn de noden en levensvoorwaarden van de meeste soorten redelijk goed gekend en kunnen we dus enigszins voorspellen hoe ze op de verwachte weersveranderingen zullen reageren.

Zo is voorspeld dat nogal wat nieuwe soorten zich vanuit het zuiden bij ons zouden komen vestigen. Dat klopt, al gaat het sneller dan gedacht. Bijzondere soorten als braamparelmoervlinder, keizersmantel, staartblauwtje, scheefbloemwitje en kaasjeskruiddikkopje – ja zo heten die beestjes – hebben al vaste populaties in Vlaanderen of staan op de drempel om er te hebben. Als je weet dat de meeste van die soorten tien jaar geleden nog ettelijke honderden kilometers van ons verwijderd waren, besef je hoe dynamisch de natuur zich ontwikkelt onder invloed van wat zich in de leefomgeving afspeelt. Het stemt tot nadenken, want je kan meteen stellen dat ook veel andere soorten, dieren en planten zullen reageren op het veranderende klimaat. Dat gaat nog veel winnaars en verliezers opleveren en dat zullen we goed moeten documenteren met observaties op het terrein. Komende jaren zullen dan ook nog veel nieuwe inzichten bieden in deze boeiende materie. Zo bleek ook – en dat is misschien een troost voor velen onder ons – dat 2018 een bijzonder slecht jaar was voor naaktslakken. Veel te droog.