01 mrt '22

Kleine groene plekjes
tegen de hitte

1955
door Jan Haeverans
Er is een kentering aan de gang in de stedenbouw: de stad van staal en beton, decennialang de norm, wordt stilaan vervangen door een van water en groen. Steeds meer gemeentebesturen zijn ervan overtuigd dat natuur in de stad heilzaam is voor de levenskwaliteit.

In Athene gaan ze de strijd tegen vervuiling en oververhitting aan met miniparkjes, kleine ongebruikte stukjes grond worden onthard en met groen heringericht. Om zo extra schaduw, rust en ademruimte te creëren in de soms overkokende stad. Ook Barcelona kiest voor de aanleg van groene, autoluwe eilandjes midden in het drukke centrum, waar de bewoners kunnen bekomen van warmte en drukte.

Bij ons te België

Onlangs kwam Antwerpen in het nieuws met groen- of tuinstraten in onder andere Berchem. In plaats van auto’s komen er bomen, struiken en gevelbeplanting, zodat de mensen er weer vrijer en zorgelozer de straat op kunnen. Een proefproject dat later wellicht wordt uitgebreid. Ook Gent speelt met het idee van tuinstraten, en in de nieuwe wijk die momenteel vorm krijgt in de kanaalzone aan de rand van het centrum, is groen prominent aanwezig in de vorm van parkjes, gemeenschappelijke moestuinen en binnentuinen. Dichterbij, in Brussel, droomt (en kibbelt) de overheid dan weer van groene stadsboulevards. Zo zouden de E40 en de A12 bij het binnenrijden van de stad versmallen tot één rijstrook en omgevormd worden tot een groene promenade. Ook de voetgangerszone in het centrum vergroent zienderogen.

De voordelen van groen in de stad zijn niet min. Natuur zuivert de lucht. De Leuvense professor stadsecologie Martin Hermy noemde bomen ooit ‘stofzuigers voor fijnstof’. Groen brengt rust in een vaak overprikkelde omgeving. Sinds corona en de lockdown kennen we het belang daarvan. Zelfs het minste plukje groen trok hordes wandelaars en fietsers aan. Maar bovenal vlakt stadsnatuur de weersextremen af. In de zomer geraakt een beschaduwde stad minder snel oververhit, in een natte periode kunnen straten met minder verharding en meer beplanting veel meer water bufferen en zo wateroverlast tegengaan.

Flaneren in Vilvoorde

In onze regio sleept Vilvoorde nog steeds het imago van grauwe, vervuilde industriestad met zich mee. Niet onterecht, weet ook Barbara De Bakker (Groen), schepen voor mobiliteit, ruimtelijke ordening, milieu en natuur. ‘We zijn een van de dichtst bebouwde en meest verharde steden van Vlaanderen. Door de nabijheid van Brussel en de Ring liggen we ook nog eens onder een deken van uitlaatgassen.’ Maar enkele decennia geleden is de kentering ingezet. ‘Sinds 1995 zijn er veel inspanningen gebeurd om te zorgen voor meer groen dichtbij. De focus lag daarbij op stadsrandbossen. Er is in die tijd 90 ha natuur bij gecreëerd. Dat is meer dan in Halle en Leuven.’

Sinds kort is er in Vilvoorde ook aandacht voor echte stadsnatuur. ‘Deze legislatuur staan thema’s als klimaat en milieu hoog op de agenda. Extreme hittestress en wateroverlast kwamen de laatste jaren heel dichtbij. De aanleg van straten en pleinen moet dus fundamenteel anders worden aangepakt.’ Al sijpelt dat besef maar traag en niet bij iedereen door. ‘Het Broekplein werd in 2018 heraangelegd met zwarte baksteen en zonder groen. We hebben er nu al spijt van. Het trekt hitte aan, en er is nergens verkoeling. Daarom doen we nu in de straten en pleinen errond het omgekeerde. We werken met lichte kleuren, veel groen en wadi’s (poelen om water te bufferen en te laten infiltreren, JH). Zo zijn er bijvoorbeeld in de Laure Balotstraat plantsoentjes, is er schaduw en plaats voor infiltratie aan de straatkant, waar moerasplantjes groeien.’

Ook het Heldenplein, een belangrijk verkeersknooppunt, wordt vanaf deze zomer onder handen genomen. ‘De twee rotondes verdwijnen en worden vervangen door verkeerslichten. In de plaats van de parkeerplaatsen komen er aanplantingen en hittebestendige bomen, die zowel tegen droogte als pieken van vocht kunnen. Netto komen er 38 bomen bij. Het bekende paard van beeldhouwer Rik Poot, dat nu op de rotonde staat, verhuist naar een plek voor de kerk. Het Heldenplein is een kernplein van de stad en moet dus aangenaam zijn, met banken, groen en schaduw. Het moet weer een plek worden om te flaneren.’

Kleine groene plekjes in de stad kunnen de hitte dragelijk maken en water opslaan.

Groene ingrepen willen al eens weerstand oproepen, zeker als er parkeerplaatsen verdwijnen. Al zijn de bewoners achteraf wel vaak blij. De Bakker: ‘In de Wilgenstraat hebben we een onthardingsproject uitgevoerd. We hebben wadi’s aangelegd en stukjes moeras. Er stonden twee bomen, nu staan er zestien. We hebben de natuur daar een stuk wilder gemaakt, en we waren een beetje bang voor de reacties, want wilde natuur wordt vaak gezien als onkruid, maar veel mensen zijn ons er achteraf voor komen bedanken.’

Zenneweide

Aan de andere kant van Brussel, in Halle, koesteren ze eveneens grote plannen om meer groen in de stad te brengen. Al hebben ze ook hier plekken waar het niet zo wil lukken. Het plein rond het zwembad, nog maar enkele jaren oud, is één grote, kale steenvlakte. Aan de overkant van de straat, in de nieuwe wijk Nederhem, ziet het er al beter uit. Tussen het kanaal en de bebouwing ligt een brede strook met aanplantingen en wadi’s. En wat verderop is er een grote wadi langs de Zenne met groen errond. Van hieruit kun je zo een stukje wilde natuur in dat je tussen de Zenne en het spoor helemaal tot in deelgemeente Buizingen voert.

In de groenplannen van Halle neemt de Zenne een prominente plek in. Bram Vandenbroecke (Groen), schepen voor openbaar groen en milieu, droomt van een langgerekt park langs de oevers van de rivier. Stap voor stap. Zo wijst hij ons op een van de recentste projecten langs de Leide, in het centrum van de stad. Enkele tientallen parkeerplaatsen moesten er plaatsmaken voor een groenstrook die aansluit op het stadspark. Via grote stapstenen kun je er afdalen naar de rivier, die hier behoorlijk onstuimig stroomt. Een vleugje Ardennen midden in de stad. In deelgemeente Lembeek komt binnenkort het nieuwe natuurpark Zenneweide. Er zal onder andere een oude arm van de Zenne opnieuw worden opengemaakt, zodat er extra water kan worden gebufferd, maar ook het park zelf kan als waterbuffer dienen. Doordat er op het terrein meer vervuiling is aangetroffen dan verwacht, heeft de realisatie minstens een jaar vertraging opgelopen. De werken gaan dit jaar van start.

Het meest tot de verbeelding spreekt wellicht het project Klimaatwijken in Halle. ‘We werken momenteel in twee wijken: Don Bosco en Nieuw Rodenem’, zegt projectcoach Sarie Van der Aa van GroenLAB. ‘Momenteel zitten we nog in de droomfase. Concrete ideeën en een masterplan zijn er nog niet, wel veel voorstellen over meer bomen in de straat, meer gelaagd groen, meer waterinfiltratie en waterbuffering. Zeker dat laatste is van belang in een overstromingsgevoelige stad als Halle, waar de Basiliekstraat na een fikse hoosbui regelmatig blank staat. Van der Aa: ‘Zowel Don Bosco als Nieuw Rodenem liggen hoger. Als je daar maatregelen neemt om water te bufferen met wadi’s, groen en infiltratiestroken langs de weg, dan zal dat helpen. Vanuit Don Bosco gaan twee straten recht naar beneden het centrum in. Je kunt daar het verkeer vertragen door het te laten slalommen tussen watervertragend groen in plaats van met verkeerstechnische middelen. Op natuur gebaseerde oplossingen voelen echter nog vaak als nieuw en onwennig aan.’