01 apr '24

Tuinprincipe 4

220
door Herman Dierickx
April is de beste maand van het jaar om waterplanten in de poel of vijver te brengen. Ze zijn nu het vlotst verkrijgbaar in de handel. En als je ze meteen te water laat in geschikte wilgentenen of gegalvaniseerde korven is de kans groot dat ze mooi aanslaan.

In een waterpartij waar je veel leven in wil zien, is de soortenkeuze belangrijk. Ga voor de wilde soorten uit je regio in plaats van de sierplanten waar de natuur niet bij gebaat is wegens niet geschikt als voedselof waardplant voor talloze ongewervelden.

Om te beletten dat je ziekten meebrengt met de gekochte waterplanten zet je ze best een week apart en spoel je ze een paar keer af met regenwater. Laat ze goed uitlekken op het droge. Anders loop je het risico dat je ziektekiemen in de poel brengt, en dat is uiteraard niet de bedoeling. Ook het risico op het meebrengen van muggeneitjes of -larven is te groot als je ze van de winkel rechtstreeks in het water zet. Met het uitlekken, spoel je meteen de mogelijke problemen weg zodat je daar later geen omzien meer naar hebt.

De poel vullen met leidingwater is geen goed idee wegens te duur en niet geschikt. Regenwater is veruit de beste optie, en goedkoop. Om verzuring tegen te gaan, leg je best wat kalkzandstenen in het water die je bij aannemers of in de Gamma’s en de Brico’s van deze wereld voor een prikje kan kopen. Anders is het risico op verzuring te groot, en dat leidt al snel tot een verarmde leefgemeenschap.

Om uitdroging te voorkomen, is het aangewezen om een deel van het dakwater aan te sluiten op de poel of vijver. Als je eenzelfde dakoppervlakte neemt als de poel groot is, zit je gebeiteld. Dus op een poel van gemiddeld één meter diep en twintig vierkante meter groot sluit je een dakoppervlakte van twintig vierkante meter aan. Op het internet vind je informatie over de ideale profielen van zo’n poel, en hoe je hem eventueel isoleert met folie of kleimat als de bodem van het te droge type is. Water in de tuin brengt veel leven met zich mee.