01 nov '15

Zes maanden wachten op hulp

8145
door Tina Deneyer
Heeft een inwoner van Halle-Vilvoorde even veel kans op goede hulpverlening als elders in Vlaanderen? Uit het recentste rapport van de provincie Vlaams-Brabant blijkt alvast van niet.

Sinds 2006 is er niets fundamenteel veranderd aan de verhoudingen. Het welzijnsaanbod is nog altijd ontoereikend en dat is onaanvaardbaar’, zegt Monique Swinnen (CD&V), deputeerde voor Welzijn. In haar nieuwste rapport vergelijkt de provincie Vlaams-Brabant voor de vierde keer in negen jaar tijd het welzijnsaanbod met dat van de andere provincies.

Het povere aanbod, zeker in Halle-Vilvoorde, is een oud zeer. En dat is het dus blijkbaar nog altijd. Swinnen is niet mals voor de Vlaamse Regering. ‘Ondanks beloftevolle verklaringen in de laatste twee regeerakkoorden is de toestand nog altijd slecht. Inspanningen die eerder werden gedaan, worden soms zelfs in volgende besparingsrondes weer teniet gedaan. Het is de taak van de overheid om te zorgen voor de zwaksten, en daar schieten we schromelijk tekort.’

ALGEMENE ACHTERSTAND

‘Vooral in het arrondissement Halle-Vilvoorde zijn de cijfers ronduit slecht’, zegt Tine De Rijck van de Sociale Planning Vlaams-Brabant. ‘Daar hebben we een achterstand in bijna alle welzijnssectoren: personen met een handicap, bijzondere jeugdbijstand, buitenschoolse kinderopvang, geestelijke gezondheidszorg, noem maar op.’ Halle-Vilvoorde hinkt nog een flink stuk verder achterop dan het arrondis- sement Leuven. ‘Er is weliswaar een inhaalbeweging ingezet, maar die is absoluut onvoldoende’, zegt gedeputeerde Swinnen.

‘Ik raad alle gemeentebesturen en welzijnsorganisaties aan om hun stem te laten horen en te blijven kloppen op de deur van de Vlaamse overheid. Het is hoog tijd dat men daar beseft dat een echte inhaalbeweging alleen maar kan als er een meer regionale benadering komt, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke karakter van de Vlaamse Rand.’

8 VERSUS 429

De cijfers uit het rapport spreken voor zich. Welgeteld acht modules kreeg Vlaams-Brabant er sinds 2012 bij voor de bijzondere jeugdbijstand. De andere vier provincies samen kregen er 429. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap geeft jaarlijks 150 euro subsidie per inwoner van Vlaams-Brabant aan de ondersteuning van mensen met een beperking. In Vlaanderen is dat gemiddeld 200 euro per inwoner.

'Het is al niet makkelijk om de stap naar hulpverlening te zetten, als je dan moet zeggen dat mensen zes maanden moeten wachten op hulp, dan is dat ronduit verschrikkelijk.'

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen (CD&V) ontkent niet dat de Vlaamse Rand nog altijd te kampen heeft met een historische achterstand, maar volgens de minister zijn er de voorbije jaren belangrijke inspanningen geleverd. ‘Zo houdt het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap al een aantal jaar bij de verdeling van de middelen over de provincies rekening met de achterstand in Vlaams-Brabant’, zegt Vandeurzen.

‘Ook op het vlak van jongerenwelzijn wordt de capaciteitsverschillen in alle regio’s gelijkmatig kleiner. In ons thuiszorgbeleid krijgt de Vlaamse Rand extra aandacht. Dat is trouwens ook het geval bij de gezinszorg. Ook de situatie van de Centra voor Algemeen Welzijnswerk wordt op de voet gevolgd. We werken momenteel aan een model om in de toekomst bijkomende middelen op een objectieve manier te spreiden.’

SCHRIJNEND

Dat moet het Centrum Algemeen Welzijnswerk van Halle-Vilvoorde als muziek in de oren klinken. Want de toestand daar is schrijnend volgens het rapport. En dat kunnen de hulpverleners jammer genoeg alleen maar beamen. ‘We komen aan een budget van 7,40 euro per inwoner. Dat is nog niet eens de helft van sommige andere provincies. Over heel Vlaanderen gezien, moeten wij het doen met 40% minder. Dat heeft zware gevolgen voor onze personeelsbezetting. We werken met 72 voltijdse equivalenten, maar eigenlijk hebben we er 120 nodig’, zegt Karen Elskens van het CAW Halle-Vilvoorde.

‘Mensen komen pas naar ons als ze echt in de problemen zitten: financiële moeilijkheden, maar ook geweld, verslaving, misbruik, enzovoort. Het is al niet makkelijk om de stap naar hulpverlening te zetten, als je dan moet zeggen dat mensen zes maanden moeten wachten op hulp, dan is dat ronduit verschrikkelijk. Zo’n boodschap wil je als hulpverlener niet brengen.’