01 mei '20

Volgende zaak!

1930
door Dirk Volckaerts
Politierechtbank, zitting in strafzaken. Aanwezig: politierechter, procureur des Konings, griffier, advocaten en gedagvaarden.

(…)

 - Meester, u hebt het woord.

- Dank u, mevrouw de voorzitter. Het is heel eenvoudig. Mijn cliënte betwist ten stelligste dat ze in volle coronacrisis op een lockdownparty aanwezig was.

- Het proces-verbaal van de politie zegt iets anders. Uw cliënte is die dag naar de Botermarkt gegaan.

- Dat ontkent ze niet. Maar dat was de schuld van Katootje!

- Katootje? Wie is Katootje?

- De aanstookster van dit alles, mevrouw de voorzitter. Zij dacht te kunnen maken wat ze wou. En ze geraakt er nog mee weg ook! Terwijl mijn cliënte…

- …uw cliënte had niet mogen meegaan naar de Botermarkt, meester. En niet aan die lockdownparty mogen deelnemen.

- Maar dat was geen lockdownparty!

- Ik citeer het proces-verbaal: ‘waren verder aanwezig: een dominee, een wafelvrouw, een kastelein, een toverheks, een barones, een dikke meid, een oude heer en een lichtmatroos’. Dit was duidelijk allemaal goed gepland.

- Ja, maar door Katootje zoals ik al zei, mevrouw de voorzitter. Vraag het maar aan Kee!

- Kee? Wie is dat nu weer?

- Haar zuster, mevrouw de voorzitter.

- Haar zuster? Die heet Kee?

- Ja, zij is…

- Uitspraak over twee weken. Volgende zaak!

 

(…)

- Uitstel wegens ziekte? En u heeft een dokters briefje? Hoe is de naam?

- Kortjakje, mevrouw de voorzitter.

- Kortjakje?

- Ja, mevrouw de voorzitter.

- En u wil dat ik de zitting op doktersbevel naar een zondag verplaats? Dat gaat niet.
De politierechtbank zetelt midden in de week, maar ’s zondags niet. Volgende zaak!

 

(…)

- Getuigen oproepen? Het is hier geen Assisenhof, hé meester. Wie zijn die getuigen?

- Jan, Piet en Joris, mevrouw de voorzitter.

- Die daar met hun baard?

- Ja, mevrouw de voorzitter.

- De zaak is anders duidelijk genoeg. Uw cliënt Corneel had beter moeten weten. Te kaap’ren varen is géén essentiële verplaatsing. Uitspraak over twee weken. Volgende zaak!

 

(…)

- Uw cliënt had zijn wagen volgeladen, zegt u. Waarmee? Met oude wijven? En wist uw cliënt niet hoe gevaarlijk dat was? Nooit van social distancing gehoord? En dan nog zo een kwetsbare groep…

- Ja, maar…

- Werkelijk, ik heb er schoon genoeg van. Al die excuses. Dat is nu al de hele dag hetzelfde. Daarstraks ook: drie schuintamboers, die kwamen uit het oosten. Zomaar! Niet eens met twee, neen: drie! En niet om te sporten hé. En één van die drie blijkt dan nog eens de zoon van de Groothertog van Castilië te zijn. Die zou toch beter moeten weten! Zoals die bende die daar zogezegd ergens ‘tussen Keulen en Parijs’ de weg naar Rome aan het zoeken was. Wat voor een belachelijke uitvlucht is me dat. Nooit gehoord van het reisverbod? En dan die andere slimmeriken: in groep emmertjes water halen. Emmertjes pompen. Op klompen begot, en de jongens op een houten been! Denkt u dat dàt een essentiële verplaatsing was? Of die Joepie Joepie, die dat meisje had meegenomen. En dat Mieke in de takken van de mast. En die oude vrouw in de Kei-, in de Kei-, in de Keizerstraat! Wat deed die daar? Wat rondlummelen? Moest die niet thuiszitten? En dan maar klagen dat de quarantainemaatregelen zo lang duren. Maar zelf enige verantwoordelijkheid opnemen? Ho maar. Volgende zaak!