01 nov '16

Zorgen

3383
door Dirk Volckaerts
Dirk Volckaerts was negen jaar hoofdredacteur van het weekblad Brussel Deze Week. Momenteel werkt hij voor de Europese Commissie. Voor RandKrant schrijft hij afwisselend met Joris Hintjens, Fatima Ualgasi en Tom Serkeyn de column mijngedacht.

In een meertalige regio als de onze is het niet altijd evident om in je eigen taal naar de dokter te gaan. Dat is niet alleen het geval voor Australiërs, Oostenrijkers of andere expats, maar - zeker in het Brussels Gewest - ook voor Nederlandstalige inwoners. Niet dat het altijd een kwestie van leven en dood is. Steeds meer hulpverleners in Brussel zijn meertalig. De kans dat je op een spoedgevallendienst met een beenbreuk binnengaat en met een omzwachteld hoofd weer buiten stapt omdat de spoedarts je niet begreep, is relatief klein geworden. Vroeger gebeurde dat wel meer, zo vertellen onze voorouders. Wie bijvoorbeeld het ongeluk had enkel West-Vlaams te spreken en in Brussel op de spoed terecht kwam, werd niet zelden na één volzin in een dwangbuis gehesen en een maand in de gesloten psychiatrie gestoken.

Kortom, het is volkomen normaal dat wie op doktersvisite moet, dit het liefst in zijn/haar thuistaal doet. Dat is in Brussel ook perfect mogelijk, maar je moet er wat meer creativiteit voor aan de dag leggen dan in grote Vlaamse steden. Meertalige dokters - zeker de specialisten - zijn in Brussel overbevraagd. De wachttijd voor een consultatie is vaak twee, drie maand. Dat is lastig. Wie dringend naar de specialist moet en een afspraak maakt, is vaak al lang vanzelf genezen als hij eindelijk na honderd dagen wachten aan de beurt is. Waardoor de dokter denkt dat je een hypochonder bent die zijn (kostbare, vraag maar aan Maggie De Block!) tijd aan het verprutsen bent.

Oplossing drie: op zoek gaan naar een dokter in de Rand. Het is tegenwoordig een favoriete optie van veel Brusselaars die zorg in de eigen thuistaal willen.

Wat moet de zieke Nederlandstalige Brusselaar dan doen? Oplossing één: zijn ziektes beter op voorhand plannen, liefst een drietal maanden voor de eerste symptomen opduiken. Of meteen bij het begin van elk jaar vier vaste doktersafspraken maken bij verschillende specialisten, en ook alleen op die ogenblikken ziek worden of tandpijn krijgen. Oplossing twee: alternatieve kanalen aanspreken, zoals bijvoorbeeld le professeur Amadou, grand voyant medium of één van zijn talloze collega’s met hun minuscule pamfletjes. Ze zijn niet alleen gespecialiseerd in het remediëren van gebroken harten of financiële troebelen, maar ook van allerlei andere problemen met lijf en leden. 100% succes verzekerd, maar er zijn nadelen: het Riziv doet steevast moeilijk over de terugbetaling van hun honoraria, die soms zeer hoog kunnen oplopen.

Oplossing drie: op zoek gaan naar een dokter in de Rand. Het is tegenwoordig een favoriete optie van veel Brusselaars die zorg in de eigen thuistaal willen. Maar evident is het ook niet altijd, zeker niet voor stadsbewoners zonder eigen auto. Dokters openen hun praktijk immers niet in de Rand omwille van de gemakkelijke bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Nee, ze resideren meestal in weidse verkavelingen, verafgelegen villawijken of vruchtbare valleien. Geraak daar maar eens, zwaar ziek en te voet! Dat is overigens geen nieuw probleem. Al in 1568 portretteerde Pieter Bruegel de Oude Nederlandstalige zorgzoekers die in groep naar de oogarts in het Pajottenland trokken en daarbij met zijn allen in de gracht vielen.

Het moet gezegd: de laatste twintig, dertig jaar is er veel verbeterd. Weet u nog hoe we vroeger een afspraak bij een nieuwe dokter maakten? Eerst rondbellen met de vaste telefoon (met draaischijf) bij vrienden en familie om goede tips te krijgen. Dan het adres en telefoonnummer van de arts opzoeken in de witte telefoongids. Bellen. Afspraak vastleggen in de papieren agenda. Adres opzoeken in de Grote Stratenatlas van Brabant, de bladzijde kopiëren of overtekenen en de route inkleuren. Dienstregeling van de oranje bus van de NMVB opzoeken in het vuistdikke dienstregelingenboekje en uitrekenen of er nog genoeg lege vakjes op de Z-kaart staan. Nieuwe Z-kaart gaan kopen. Naar de bank gaan om voldoende Belgische franken af te halen. Boekje van het ziekenfonds en kleefbriefjes zoeken. Een dag verlof nemen. Lectuur en proviand voorzien. Hopen dat alles goed gaat.

Nu vragen we tips via Facebook, maken een afspraak online, zoeken het adres, de route en de busrit op met onze smartphone en kopen een sms-ticket. Alleen: hopen dat alles goed gaat, dat is nog niet veranderd.

REAGEREN

Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels.