01 mrt '20

Boskapel

3257
door Tine De Wilde
Het begon rond 1658 met enkele vrome lieden die in het bos een houten Lieve-Vrouwbeeldje ophingen aan een oude eik en daar tot Maria baden. Op deze plek zouden vanaf dan wonderlijke, onverklaarbare dingen geschieden.

De 17e eeuw werd ook wel de ongelukseeuw genoemd. Het was een tijd waarin armoede heerste, oorlogen woedden en ziektes als pest en cholera woekerden. Mensen zochten troost en hoop bij Moeder Gods en moeder van alle stervelingen. Een grote stroom bedevaarders kwam op gang. De pelgrims verzamelden geld en bouwmaterialen om een stenen kapel te bouwen. In 1695 werd gestart met de bouw van de kapel Behoudenis der Kranken. De Spaanse stenen werden ter plaatse gebakken in een steenoven. Adellijke families droegen de Boskapel een warm hart toe en schonken  meubilair en kerkbenodigdheden. Boven het altaar bevindt zich een houten beeldhouwwerk dat de eik voorstelt met het eerste kapelletje. In de grote lichtblauwe eikenhouten drapering zijn zeven schilderijtjes opgenomen die de zeven smarten van Maria afbeelden. Tot op vandaag komen mensen hier op bedevaart of gewoon de stilte en schoonheid opzoeken. De kapel kreeg in 2015 een grondige restauratie en in 2019 werd een grondgeboorde warmtepomp geïnstalleerd waarvan de buizen meer dan 100 meter diep in de grond zitten waar het constant 10°C is. 80% van de warmte wordt geleverd door de ondergrond. Deze ecologische manier van verwarmen versterkte ook de ecologische missie van de pastorale zone KiemkrACHT Meise en Ecokerk; een oproep tot levenseenvoud, traagheid, consuminderen en zo meer bewustwording, levenskwaliteit en een groenere wereld betrachten.

 Meer info