01 mrt '22

Van steengroeven tot
waardevolle natuur

4819
door Herman Dierickx
Onze vorige verkenning van de Groene Wandeling eindigde aan het kerkhof van Sint-Agatha-Berchem. Vanaf daar volgen we verder in de richting van de Kerselaarstraat en de Kerseboomstraat. Deze keer scheren we rakelings langs de gewestgrens.

We stappen door het moerassige natuurgebied van de Kattebroek. De grens met het Vlaams Gewest loopt evenwijdig met het wandelpad. In Brussel vind je hoofdzakelijk de natuurrijke graslanden, in Vlaanderen bestaat de voornaamste biotoop uit gemengd bos. Op dit traject vind je verschillende volkstuintjes, veelal gezellig druk. Dat is hier ook het geval, ter hoogte van de Kattestraat.

Prachtige Zavelenberg

De Molenbeek ziet er redelijk proper uit. Dat heeft te maken met de saneringswerken die Leefmilieu Brussel hier een vijftiental jaar geleden uitvoerde. Tevoren was het een open riool, nu zit er heel wat leven in het water. In de nabije toekomst zal de waterhuishouding verder worden geoptimaliseerd, in samenwerking met Vlaanderen.

Dan lopen we in een boog om het Hunderenveld heen en steken die afgrijselijke Gentse Steenweg over. Via de Zavelenberggaarde, met alweer wat volkstuintjes, kom je in een prachtig groengebied: de Zavelenberg. Toen we er passeerden lag het aan de ingang vol afval, een echte smet op het knappe blazoen. Op een zonnige weekdag flaneerden veel kijklustigen door het gebied, al dan niet vergezeld van al dan niet aangelijnde viervoeters. We schrijven ‘viervoeters’, want er liepen zelfs twee aangelijnde katten. De aangelijnde peuters (écht!) laten we gemakshalve even buiten beschouwing, vanwege ‘tweevoeters’.

Jawel, twee moerassen

Via het Guy Demanetpark komen we in Ganshoren aan, waar je de eerste spoorweg kruist en via de Bosstraat het Moeras van Ganshoren betreedt. Dezelfde Molenbeek van het Kattebroek vind je weer in dit Moeras en ook in dat van Jette, dat er mooi op aansluit. Hier vormt ze de propere levensader van dit langgerekte gebied. Na de kruising van de tweede spoorweg beland je onder het afgesloten Poelbos en het toegankelijke, drukke Laarbeekbos. Daar liggen de restanten van oude steengroeven van de Balegemse zandsteen. Voor de nieuwsgierigen onder ons: ter hoogte van de Thaborberg en de Wolfsputten in Dilbeek vind je nog overblijfselen van zandsteengroeven uit dezelfde bodemlaag, ook al liggen ze hier een 15 km vandaan.

Ter hoogte van het Moeras van Ganshoren en Jette liggen enkele tientallen grote en kleinere bronnetjes die allemaal afwateren naar de Molenbeek. In deze buurt vind je de enige populatie van de ringslang in het Brussels Gewest. Het is zeker dat dit iconische reptiel hier vele jaren geleden is uitgezet, maar de soort doet het erg goed. Een beetje hallucinant toch, als je op de onmiddellijke achtergrond de enorme appartementsblokken ziet die je in de verste verte niet zou associëren met deze bijzondere natuur. Het wordt nog hallucinanter, als je de recreatieve infrastructuur bekijkt in het oostelijk deel van het Koning Boudewijnpark, nadat je de altijd drukke Tentoonstellingslaan bent overgestoken. Dit deel van het park heeft een bijzondere, sociale functie. De omwonenden gebruiken deze zone als speeltuin waardoor het er altijd druk is.

Boeiend drieluik

Het niet zo aantrekkelijke Jeugdpark en de Prins Leopold Square brengt ons naar een drieluik van parken waar je best even je tijd voor neemt, met name het Sobieskipark, de Tuinen van de Bloemist en de Koloniale Tuin. Het Sobieskipark deed lang dienst als de vruchtentuin voor de koninklijke familie. Zowel exotische vrucht bomen als een inheemse boomgaard werden door de vele hoveniers permanent onderhouden om de familie het hele jaar van vers fruit te voorzien. De Tuinen van de Bloemist moesten de koninklijke eigendommen dan weer het hele jaar door van allerlei bloemen voorzien.

Deze verkenning brengt ons naar drie parken waar je best even je tijd voor neemt: het Sobieskipark, de Tuinen van de Bloemist en de Koloniale Tuin.

De serres van de Koloniale Tuin deden dienst als standplaats van de vele planten die overkwamen vanuit Congo. Die zijn er vandaag niet meer, maar de nieuwe invulling van deze drie pareltjes mag gezien worden. Het zijn alle drie restanten van een roemrijk parkverleden onder Leopold II, die tot op vandaag tot de verbeelding spreken. Leefmilieu Brussel doet zijn best om deze drie historische parken in uitstekende vorm te houden. Ah, en vergeet niet de heerlijke Brusselse panorama’s die je vanuit deze tuinen ziet, in je op te nemen. Hoe zou het er hier een dikke eeuw geleden hebben uitgezien? Meteen een gelegenheid om kaarten en plannen van die tijd nog eens boven te halen. Ze vertellen een uniek stukje geschiedenis waar je je vandaag nog kan over verwonderen. Onze volgende etappe brengt ons naar de noordrand van het Brussels Gewest.