01 jun '21

Gemaskerd bal

1950
door Joris Hintjens
Joris Hintjens begon zijn carrière als freelance journalist. 15 jaar lang maakte hij reportages voor zowat alle tijdschriften, kranten en tv-stations die Vlaanderen rijk is. Voor RandKrant schrijft hij afwisselend met Dirk Volckaerts, Fatima Ualgasi en Tom Serkeyn de column mijngedacht.

Ils sont venus, ils sont sous là, même ceux du sud de l’Italie, dès qu’ils ont entendu ce cri, qu’elle va ouvrir, la mama…’ Charles Aznavour popte zomaar in mijn hoofd toen ik op het pleintje aankwam. Ze waren allemaal gekomen, ze waren er allemaal. Beany-boy, Tattoo-man, de ambtenaar-met-de-leren-jekker, en de andere stamgasten.

Tenminste het terras was al open. Ik mocht niet naar binnen van de waardin, aka La Mama, zelfs niet voor je-weet-wel. Ik zet me neer, warme trui en paraplu bij de hand, om deze historische gebeurtenis en alle acteurs in dit schouwspel te aanschouwen. Al was dit dan nog maar een oefenmatch, ter voorbereiding van de echte grote dag, aan het einde van dit gemaskerd bal, wanneer de maskers zullen vallen en alles weer gepermitteerd zal zijn.

‘Manmanman, dat gaat hier wat worden, als we weer mogen feesten met alleman en iedereen!’ Tattoo-man kan zijn pret niet op. Hij droomt al van grootse heldendaden op het altaar van Bacchus.

‘En op het altaar van Venus?’ De leren jekker van de ambtenaar schudt samen met de schunnige lach. Jekker-man heeft duidelijk ook plannen voor het moment dat alles weer gepermitteerd zal zijn.

‘Zijn we onze morele normen kwijtgeraakt het voorbij jaar?’, vraagt Beanie-boy. Hij is ten slotte socioloog aan de unief en bekijkt het op zijn typische, meer abstracte manier.

‘Drinkt gij maar uwe koffie, ik ga voor het echte leven!’ Jekker-man begint overmoedig aan zijn eerste zwaar bier sinds lang. Niet veel later is hij amper nog te verstaan. Samen met Tattooman lijkt hij er een wedstrijdje van te maken om de s-klanken met zoveel mogelijk geslissss en de l-klanken veel te zwaar uit te spreken. Soms, bij een o-klank, komt er wat koolzuur uit het bier mee naar boven. Kortom, het niveau van de conversatie, dat al niet te hoog is, daalt naarmate de consumptie van drank stijgt.

‘In de gazet staat dat er nieuwe roaring twenties aankomen. Iedereen die niks heeft kunnen doen sinds meer dan een jaar, en al dat geld heeft uitgespaard, gaat dat nu uitgeven, en we gaan een schone economische toekomst tegemoet.’ Beany tracht het niveau op niveau te houden, maar het is vechten tegen de bierkaai.

‘Economie, economie, ik wil eindelijk de invoering van Poeperkesdag! Lang genoeg stilgezeten!’ De hormonen beginnen Jekkerman parten te spelen. Tattoo-man tracht meestal politiek correct te blijven, maar in zijn huidige toestand is dat duidelijk te veel gevraagd. Vandaag is deze rol enkel weggelegd voor Beany-boy. ‘Grappen van Bart De Pauw terug opgraven, is ondertussen politiek incorrect, zeker als het schunnige grappen zijn.’

‘Ik mag alles, want ik ben een onbestaand person, ontsproten uit de fantasie van mijn creator’, poneert Jekkerman overmoedig. ‘Dat uw creator dan maar oppast’; een niet geheel verstandige tegenwerping van Beany-boy.

‘Haha! Die heeft geen schrik van al die wokies.’ Jekkerman verdedigt zijn creator met vuur.

Omdat ik niet houd van zattemansgebral, maar ook omdat ik tegen mijn eigen zin betrokken word in deze discussie, ben ik er stilletjes tussenuit geglipt. Ik kan jou dus niet vertellen hoe deze opkomende dronkenmansruzie is afgelopen.